Bron

Ik geef jullie wel elke week tips over hoe je zou moeten schrijven en hoe je kan schrijven, maar jullie horen eigenlijk niet zoveel over mijn eigen schrijven. Ja, natuurlijk, ik schrijf voor Vivians Vocabulaire en voor nog een aantal andere websites, maar dat is journalistiek schrijven – het creatieve schrijven wordt eigenlijk niet zo genoemd hier. Daar gaan we vandaag eens iets aan doen: ik vertelde jullie al eerder dat ik vooral in het historische genre schrijf en daar ben ik momenteel ook hard mee bezig. Maar hoe dan precies? Nou… dat is niet zo simpel uit te leggen. Vooral omdat, en daar gaan we het ook uitgebreid over hebben, ik het niet graag openlijk op internet heb over waarover ik schrijf. Je weet wel, plagiaat en zo.

Ik herinner me nog, en een aantal van jullie misschien ook wel, dat ik een tijdje terug, toen ik echt nog jonger was, geregeld een verhaal op een forum online zette, of op een website waarvan dat een onderdeel was. Erg serieuze verhalen waren het niet: fanficties vooral, en uitprobeersels waar ik later niets meer mee deed. Ik vond dat toen wel heel erg leuk en meen me te herinneren dat ik best goede feedback kreeg. Toen ik echter ouder werd, minder gaf om deze sites en ook serieuzer ging schrijven, ben ik daarmee gestopt omdat ik me er niet lekker meer bij voelde. Niet zozeer uit angst voor plagiaat, maar omdat het schrijven en wat ik schreef gewoon ging voelen als iets dat helemaal alleen van mij was, iets echt privés waar niemand iets mee te maken hoefde te hebben. Dus haalde ik het spul dat ik er nog op had staan offline en schreef gewoon voor mezelf verder, zonder nog iets te geven om de mening van mensen op internet die ik niet eens kende.

Bron

Het hoeft niet voor iedereen te gelden, want er zijn ook schrijvers die juist dankzij dit soort sites meer zelfvertrouwen hebben gekregen. Denk aan Abigail Gibbs, die dankzij Wattpad ontdekt werd door een uitgever, en aan E.L. James die, volgens mij (pin me er niet op vast) haar inmiddels beruchte Vijftig tinten-trilogie eerst op een fanfictiesite had staan omdat het over Bella & Edward van Twilight ging. Die zijn er groot mee geworden en het is ook zeker zo dat zo’n website je heel veel zelfvertrouwen kan geven, wat natuurlijk superfijn is. Bovendien ontmoet je ook schrijfgenoten met wie je kunt kletsen en overleggen, bij wie je kunt uithuilen als het niet lukt en met wie je het kunt delen als je ontdekt bent of grotere stappen onderneemt. En het is natuurlijk sowieso leuk om feedback te krijgen en je verhaal te delen, je gezicht te laten zien. Dat zijn de voordelen, zeker.

Maar ja, er is gewoon één groot nadeel en dat is plagiaat. Noem me cynisch, maar er liggen altijd mensen op de loer die jouw verhaal willen stelen. Ze lezen het, denken ”hé, wat leuk” en voilá, verhaal kwijt. Ze zijn nou ook weer niet zo stom dat ze het klakkeloos overnemen: grote kans dat ze de namen van personages of de titel van het verhaal veranderen. Ik heb ooit gelezen dat het overnemen van een idee op zich geen plagiaat is: het is pas plagiaat als je namen, scènes en plotlijnen in hun geheel overneemt. Logisch ook, want er zijn sinds Harry Potter natuurlijk heel veel boeken verschenen over tovenaarsleerlingen en toverscholen.

Bron

Maar toch, geen enkele schrijver is blij als er een nieuw boek uit is en het blijkt dat dat boek heel erg lijkt op een werk van die schrijver. Vaak helpt een proces aanspannen dan geen zier, want het is dan negen van de tien keer gebaseerd op ”toevalligheden.” Dit is ook de reden dat ik heel, heel erg voorzichtig ben met informatie verstrekken over mijn schrijfsels.  Met een blog is het natuurlijk anders – ja, dat kan ook gejat worden, maar dan heb jij nog altijd bewijs dat jij eerst was en met creatief schrijven is dat veel lastiger. Ik zet geen verhalen online en liefst ook geen informatie erover, en bovendien laat ik mijn werk alleen lezen aan mensen die ik echt vertrouw. Dit is overigens wel een hele mooie manier om te ontdekken voor wie je nou precies schrijft: als je geen feedback krijgt (of maar heel weinig), niet zeker weet of het wordt uitgegeven en toch vol liefde schrijft, dan is het echt een passie, zoals bij mij (en ja, dat is geciteerd van Ezra Fitz uit Pretty Little Liars haha).

Dit is ook het advies dat ik jullie wil geven. Ga na hoe serieus je eigenlijk bezig bent met je schrijven: wil je er verder mee komen, wil je het op een gegeven moment gaan uitgeven en dat ook kans maakt om uitgegeven te worden? Als het antwoord ja is, dan zou ik zeggen: hou het voor jezelf. Hou het privé, geniet er in je eentje van. Is het antwoord nee (gaat het bijvoorbeeld om een fanfictie of heb je gewoon geen ambitie om het uit te geven) dan moet je een keuze maken. Je kunt het dan verspreiden onder de mensen in je omgeving of online, met het risico dat het opgepikt en gejat wordt. Dat is dan misschien niet zo erg omdat je er niet serieus mee aan de gang wilt, maar nog steeds heel naar. Of je houdt het ook privé, wat ik sowieso zou doen.Het gaat tenslotte nog altijd om een stukje van jezelf, en als dat stukje gestolen zou worden – dat doet vast pijn.

image1

You may also like...

1 Comment

  1. Ik plaats alleen hele korte verhalen (onder de rubriek Laura’s Liefdesletteren), maar daar heb ik geen plannen mee, bovendien zijn ze te klein om iets mee te doen. Maar lange verhalen zou ik ook niet zo snel doen nee (ook omdat mensen dat helemaal niet lezen).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge

[instagram-feed]