Na een paar keer te hebben overgeslagen is hier weer een Writing Wednesday. Ik heb zelf de afgelopen dagen niet zoveel geschreven, maar dat betekent niet dat we geen excuus hebben om erover te bloggen – en om een foto van een knappe schrijver daarbij te betrekken. Vandaag gaat het over iets wat ik zelf ook vaak lastig vind, dus misschien dat het mij ook helpt om erover te schrijven. de proloog en de epiloog. Wat zijn dat, en wat voor rol kunnen ze spelen in een verhaal? Wanneer wel en wanneer niet?
Laat één ding allereerst duidelijk zijn: de proloog en epiloog zijn geenszins hetzelfde. De proloog gaat altijd aan een verhaal vooraf en de epiloog sluit een verhaal af. Epiloog – einde. Dat is op zich al een heel verschil, want je krijgt een tamelijk vreemd verhaal als je een verhaal begint met een epiloog of eindigt met een proloog. Nu hoeft het echter niet zo te zijn dat de proloog een beschrijving geeft van iets wat aan het verhaal vooraf gaat, hoewel dat wel de meest gebruikte definitie is. In mijn ervaring is de proloog namelijk vaak een cryptisch tekstje, nooit erg lang, dat je in het begin niet begrijpt maar dat wel vragen oproept waardoor je verder wilt lezen. De proloog kan dus fungeren als een lekkermakertje. Als je dan eenmaal in het verhaal zit, kom je er op een bepaald punt achter waar de proloog naar verwijst – of misschien wel pas op het einde. Maar het kan ook, heel gewoon, iets beschrijven wat aan het begin van het echte verhaal voorafgaat. Stel dat je een verhaal schrijft met een hoofdpersoon die volwassen is, maar dat er in zijn of haar jeugd wel belangrijke dingen zijn gebeurd die je het liefst in de actieve vorm wilt beschrijven, dus niet in een terloopse herinnering. Dan is de proloog uiterst geschikt.
Dus even op een rijtje: de kenmerken van de proloog:
- aan het begin van een verhaal;
- meestal maar een korte tekst;
- vaak cryptisch of onbegrijpelijk doordat het buiten de context van het eigenlijke verhaal valt;
- vertelt iets wat aan het eigenlijke verhaal vooraf gaat.
En dan nu de epiloog. Dit is dus het tegenovergestelde van de proloog (goh) en vertelt over het algemeen iets wat zich ná de afloop van het verhaal afspeelt. Het is mogelijk dat de epiloog een tijdsprong maakt naar de levens van de personages in de toekomst of dat het een soort monoloog is van de hoofdpersoon waarin hij of zij terugblikt of openhartig is over de gebeurtenissen in het verhaal. De epiloog dient over het algemeen om het verhaal echt af te sluiten voor de lezer, maar kan ook juist een nieuwe, onverwachte gebeurtenis oproepen die het einde compleet verandert. Waar de mogelijkheden bij de proloog enigszins beperkt zijn omdat deze zich op een zeker punt in het verhaal afspeelt, kun je bij de epiloog vrijwel alle kanten op. De lengte speelt ook eigenlijk geen rol, de epiloog kan kort of juist lang zijn en is over het algemeen niet cryptisch, maar juist verhelderend.
Samengevat de kenmerken van de epiloog:
- aan het einde van een verhaal;
- kan zowel lang als kort zijn;
- verhelderende tekst die het verhaal afsluit;
- of die juist een plot-twist, ontboezeming of analyse geeft.
- Maak je proloog een tikkeltje geheimzinnig. Dat triggert de lezer om te blijven lezen.
- Hou het kort. De proloog is een voorproefje, maar vertelt geen eigen verhaal.
- Kies een goed vertelperspectief. Het kan heel goed werken om de proloog in een ander perspectief te schrijven dan de rest van het verhaal, maar dat moet er wel bij passen. Het heeft weinig zin om de proloog te schrijven vanuit een personage dat er eigenlijk niet toe doet – tenzij je je lezer op een bepaald spoor wilt zetten, natuurlijk!
- Schrijf de proloog achteraf. Het is heel goed mogelijk dat je aan het begin van je verhaal nog niet zoveel inzicht hebt in wat de inhoud van de proloog zou kunnen zijn en hoe het verhaal zich gaat ontwikkelen, vooral omdat de plot en de personages geregeld met je op de loop kunnen gaan. Het is daarom helemaal geen slecht idee om eerst het verhaal zelf te schrijven en dan aan het einde te bepalen of er nog een proloog bij moet en zo ja, hoe dan.
- Zorg dat je goed in je hoofd hebt zitten op welk punt de proloog in het verhaal past. Anders wordt het een rommeltje: als je voor jezelf niet duidelijk hebt of de proloog zich jaren geleden of juist op een niet benaderd punt in de plot afspeelt, dan zal dat je lezer ook niet duidelijk worden en daar knappen lezers op af. Niets erger dan onduidelijkheden!
De epiloog: handige tips
- Schrijf de epiloog in het begin. Het tegenovergestelde van wat je bij de proloog kunt doen: bij de epiloog kan het juist heel handig zijn om deze te schrijven vóór je met het verhaal zelf begint. Op die manier weet je waar je naartoe werkt en heb je wat inzicht in waar je personages uiteindelijk terecht komen en welke ontwikkelingen daartoe moeten of zouden kunnen leiden.
- Verbind de epiloog met de proloog. Dat klinkt moeilijker dan het is: we grijpen even terug op het voorbeeld van een gebeurtenis uit de kindertijd van een personage. In de epiloog zou je dan kunnen schrijven over welke impact die gebeurtenis uiteindelijk heeft gehad op de keuzes en levensloop van je personage, zo verhelder je ook wat dingen voor de lezer. En dat vinden lezers fijn.
- Let op de hoeveelheid informatie. Het maakt niet uit hoe lang de epiloog is, maar zorg er wel voor dat het geen compleet vervolg op het verhaal wordt – dan kun je beter gewoon een tweede boek schrijven, haha. Wat je natuurlijk wel kunt doen, is in de epiloog een onverwachte gebeurtenis laten plaatsvinden waarmee je een grote cliffhanger creëert en de lezer al naar gelang je wilt laat fantaseren over wat er gebeurt of hint naar een vervolg. Als je niet van plan bent een vervolg te schrijven, zou ik dat willen afraden – tenzij het iets kleins is, iets wat gewoon leuk is om over na te denken.
Ik houd van de proloog en epiloog. Eigenlijk het leukste van het hele verhaal, op het gebied van schrijven in ieder geval!
Ik vind het altijd nice als de proloog en epiloog super goed is ;D