Credits foto: Organisatie Paginagroots
In het eerste blok van dit studiejaar volgde ik het keuzevak Spoken Word, waarbij we met een groep van ongeveer 20 studenten les kregen van stadsdichter Derek Otte. Acht weken lang schreven we teksten over wereldproblemen, dromen en doelen, fantasiewezens, karaktertrekken van onszelf en levenslessen, met behulp van metaforen, rijmtechnieken, perspectieven, alliteratie en spreekwoorden. En die teksten droegen we voor in de veilige ruimte van het klaslokaal, waar we dingen als volume, tempo, lichaamstaal en openheid leerden gebruiken om onze verhalen te vertellen. Heel erg leerzaam, heel erg leuk én heel erg goed, want je moet het toch maar durven en doen. En het mooie is: dankzij dat keuzevak zijn de verhalen die ik te vertellen heb, over de grenzen van mijn eigen kamer en dat veilige klaslokaal gegaan. Afgelopen weekend stond ik namelijk zowaar op Paginagroots, een Rotterdams open podium-achtig spoken word-evenement.
Spreken: eng maar fijn
Ik ging het keuzevak volgen, zo herinner ik me, omdat ik al heel lang heel veel schrijf (goh) maar voordragen en spreken nog niet zo goed kan en lastig vind. Want je staat daar, voor zo’n groep… wat nou als je over je woorden struikelt? Compleet de draad kwijtraakt? Je stem verliest? Wat nou als ze niet lachen op momenten dat ze moeten lachen? Wat nou als ze niet door hebben dat je kláár bent als je klaar bent? Wat nou als er niet gelúisterd wordt? Allemaal dingen die meespelen bij het feit dat ik spreken en voordragen altijd eng en spannend heb gevonden en het graag beter wilde leren. Want is het leuk om te doen? Zeker. Geeft het een machtig goed gevoel als het gelukt is? Absoluut.
Zekerheid
Eigenlijk is het ook een zekerheidsdingetje, heb ik tijdens de cursus gemerkt. Elke voordracht die ik hield, ging namelijk gewoon goed: in het begin moest ik aan mijn volume werken, maar zodra ik die knop eenmaal open durfde te draaien en dat ook deed… ik bedoel, steeds als ik voordroeg, was iedereen stíl. Keken ze naar me met een blik die me vertelde dat ze aan mijn lippen hingen. Kon je een speld horen vallen. Zag ik bij sommigen dat ze geraakt werden. Volgde er een daverend applaus en positieve feedback. En dat zorgde écht voor een goed gevoel. Een ‘’ik heb het gedaan’’-gevoel. Een ‘’ik heb het góed gedaan’’-gevoel. Het zorgde voor meer zekerheid. Voor ‘’dit is eigenlijk best tof en kan ik eigenlijk best goed.’’ Dat gevoel werd elke week een stukje sterker.
Kist open
Het gevoel kwam écht rond de derde week, toen ik een heel persoonlijk verhaal vertelde over mijn tegenslag van dit jaar, over het besef dat ik geen docent kon worden en het opkrabbelen en verder gaan daarna. Die tekst was zo persoonlijk en de reacties na het voordragen waren zo bijzonder: Derek zei zelfs dat ik echt wel voor een groep kan staan en best TED Talks of iets dergelijks zou kunnen geven, omdat dit – voordragen, een verhaal vertellen – ook een manier is om voor een groep te staan. En in de weken daarna bleven mijn teksten persoonlijk, alsof er ergens in mijn hoofd en hart een kist was opengegaan. Een kist vol verhalen, vol ideeën en gedachten en gevoelens. Vol met boodschappen die ik de wereld in wil sturen, vol met verhalen die ik wil vertellen. Vol met mijn stem die ik wil laten horen. Vol met woordkunst.
Paginagroots
Vlak voor de laatste les van de cursus kreeg ik een verrassend mailtje: of ik het leuk vond om te komen optreden op Paginagroots, een Rotterdams spoken word-evenement dat eens in de zoveel tijd georganiseerd wordt en waar woordkunstenaars teksten mogen voordragen voor betalend publiek. Derek vertelde me dat hij mij had voorgedragen als kandidaat, en eigenlijk kwam er al heel snel een ‘’ja, lijkt me tof!’’ uit mijn toetsenbord rollen. Wat ik dacht? Geen idee. Alleen maar: ik vind het heel erg leuk dat hij me daar wil hebben. En door het voordragen in de lessen was er absoluut iets gaan kriebelen, voelde ik dat dit iets is wat ik goed kan, wat ik vaker wil doen. En dus ging ik. Naar Paginagroots. Want waarom eigenlijk niet?
Roes
En daar zit je dan, in een zaaltje met nog een paar andere jonge woordkunstenaars. Toe te kijken hoe de zaal volstroomt. Ademloos te luisteren naar de andere voordrachten, die echt heel erg goed en bijzonder en inspirerend waren. Te gniffelen om de typische Derek Otte-humor die hij als presentator aan de dag legt. En daar sta je vervolgens, voor die zaal, onder de spots, met een microfoon voor je neus… je verhaal te doen. Eerst nog zenuwachtig, hopend dat het allemaal goed gaat, dat het lukt, dat ik me niet verspreek, dat ik niet vergeet om in de microfoon te praten, dat het gladjes verloopt. Maar al snel gewoon sprekend, vertellend, optredend. Genietend van het applaus en het gelach bij de interviewvragen. Van de mooie reacties van geraakte en geïnspireerde mensen na afloop, zelfs nog tot buiten de zaal. Van de roes.
Bijzonder
Want het voelde zo bijzonder om daar te staan! Ik kan het niet eens echt beschrijven, maar het is een roes die voorbij is voor je het door hebt. En het voelt heel spannend en heel gek, maar ook wel heel speciaal om daar te staan en mijn verhaal te vertellen, te laten zien wie ik ben en mijn stem te laten horen. Te laten horen wat er in me omgaat en wat ik allemaal denk en voel dankzij en ondanks mijn ziekte en beperkingen. Is dat immers niet wat ik altijd zeg? Dat ik mezelf wil laten zíen, wil uiten, wil laten horen, er wil zijn in al mijn glorie van wie en wat ik ben en waar ik voor sta? Dat is dit ten voeten uit. En dan de reacties van mensen die het zo mooi en bijzonder vonden… dat is goud waard, jongens. Goud waard.
Woordkunst
Het meest bijzondere van het verhaal is echter denk ik wel dit: ik heb een nieuwe kant van mezelf ontdekt, een nieuw soort stem. Ik heb de woordkunstenaar in mezelf ontdekt: ik schreef natuurlijk altijd al blogs en verhalen, maar dat is zó ontzettend anders dan de teksten die ik tijdens de Spoken Word-lessen en tijdens Paginagroots voordroeg. Die teksten zijn… ik weet niet, ze komen uit mijn vingers rollen zonder dat ik er echt over na hoef te denken, alsof ze al heel lang in me zitten en recht uit mijn hart en ziel komen. Teksten waarin ik de kracht van taal probeer te gebruiken om een krachtige boodschap over te brengen. Teksten die niet per se fictie of poëzie zijn, maar die gaan over iets wat heel erg leeft bij mij. Stukjes van mijn persoonlijke verhaal, stukjes van mezelf die ik met de wereld wil delen. Woordkunst.
Vaker doen
En weet je wat het grappige is? Ik heb al vaker voor een groep gestaan – een aantal keer om over mijn gezondheid te vertellen voor een groep medici of artsen in opleiding – maar dit voelt heel anders en ook als iets wat ik vaker wil doen. Misschien vaker op Paginagroots, misschien op andere manieren, misschien later inderdaad wel op TED Talks. Ik vind het in ieder geval heerlijk om deze teksten te schrijven – ik zal ze ook zo nu en dan op mijn blog delen! – en ik vind het heel bijzonder om deze kant van mezelf en mijn schrijfsels te hebben ontdekt!
Schrijf jij ook woordkunst?
Bijzonder dat je dit hebt mogen doen en dat je weer een andere kant van jezelf hebt leren kennen.
Zo simpel is dan geluk onlangs geplaatst…Lezen | Kolja – Arthur Japin
Wauw, wat ontzettend gaaf!!
Inge onlangs geplaatst…Which underrated bookbaby is your bookbae? (It’s a Blind Date Bookkoppelquizding)
Wat tof dat je dit hebt kunnen doen! Vind het ook eht bij je passen.
Jacqueline onlangs geplaatst…Een inspiratievol weekend: het vervolg
Wat ontzettend mooi en knap dat je deze uitdaging bent aangegaan en op Paginagroots hebt geschitterend. Je mag echt ontzettend trots zijn op jezelf! Voordragen is inderdaad zoiets anders dan een blog of verhaal schrijven. Heel bijzonder dat je hierdoor ook echt een nieuwe kant van jezelf hebt ontdekt 🙂
Het was ook wel heel spannend hoor, maar des te cooler dat ik het gedaan heb!
Wauw, wat ontzettend gaaf! Ik ga wel vaker naar dit soort dingen in Rotterdam. Als ik het had geweten, was ik sowieso naar je komen kijken!
Misschien een volgende keer! Zou leuk zijn 😀
Wat ontzettend trots kan jij op jezelf zijn! Super gaaf zeg… Toffe uitdaging en die ze niet meer van je afpakken 🙂
Superlief van je, dankjewel 🙂