Vorig jaar eindigden we onze rondreis door Frankrijk in het zuiden, op de camping waar mijn vader vaak kampeerde als klein jongetje: we zijn toen eigenlijk niet verder de Provence in geweest, terwijl veel stukjes van Zuid-Frankrijk al heel lang op mijn wishlist stonden. Ik zag mezelf al flaneren tussen de filmsterren in Cannes en slenteren tussen de jetsetters in Nice, maar ik wilde ook heel graag dat ergens magische en mysterieuze Monaco zien, van de ook door ons geliefde prinses Grace Kelly en de casino’s en jachtclubs. Na een behoorlijke rondreis door Italië eindigden we daarom ook deze vakantie in Frankrijk, aan de Côte d’Azur, en dat leverde een paar heel mooie dagen op die me zeker niet hebben teleurgesteld.
Nice
Nice is waarschijnlijk het bekendste kustplaatsje in de Provencestreek, maar het is ook absoluut meer dan de imposante en kilometerslange Promenade des Anglais, waar je je ogen kunt uitkijken naar de luxehotels met privéstranden en jachthavens. Deze boulevard, die vanaf de ene kant een mooi uitzicht geeft op de berg en vanaf de andere kant op diezelfde haven, is zeker leuk om een stukje te wandelen – maar veel leuker en beter te doen qua warmte is het verrassende oude hart van de stad, waar de schattige straatjes en pleintjes elkaar vrolijk afwisselen en je tal van gezellige terrasjes en winkels kunt vinden. Hoed je voor de warmte, maar het is zeker weten een sfeervolle en gezellige stad!
Via Place Garibaldi, een schildersplein met hoge gebouwen met opgeschilderde balkonnetjes, loop je langs palmbomen en leuke kleine parkjes en onverwachte kerken naar het centrum. Daar is de Sainte-Réparate-kathedraal, luxueus en gelegen aan een ontzettend leuk en fotogeniek plein, absoluut de moeite waard, maar sowieso is het heerlijk om de straten te verkennen. Op weg naar de boulevard kun je de route langs nog meer, wat modernere maar ook mooie pleinen nemen, waaronder de Course Selaya: hier zie je de echt Zuid-Franse en heel kleurrijke gevels en kun je rondkijken op een grote markt. Het echte hart van de stad is Place Masséna, compleet met roze architectuur en mooie beelden – maar dit was afgesloten toen wij er waren voor een of ander evenement.
Monaco
Monaco is echt zo’n stad waar je je thuis moet voelen: het is bijzonder om rond te wandelen in dit oord van luxe en rijkdom, maar het is ook een compleet andere wereld dan zelfs maar Nice. In het moderne deel van Monte Carlo stikt het van de hoge gebouwen in pastelkleuren, de omhoog en omlaag slingerende straten, glimpen van heuvels en bergen waartegen gebouwd is en peperdure winkels. Als je de straten diep genoeg in loopt, zijn er wat leuke pleintjes en kerken te ontdekken, maar met een rolstoel gaat dat wat minder goed. Wel is het een aanrader om even naar het ongelofelijke Monte Carlo Casino te lopen: dit paleis op zich is een absolute bezienswaardigheid, al was het maar vanwege de Ferrari’s, Bentleys en Lamborghini’s die om de haverklap voorbij rijden. Een totaal andere wereld.
Wil je liever het wat minder overdadige Monte Carlo zien? Loop dan naar de oude stad, die hoog op de berg ligt: als je in de parkeergarage staat, kun je met de lift verder naar boven en anders is er een wandelpad. Hier kun je het prinselijk paleis bezichtigen – niet rolstoeltoegankelijk helaas – en ook de kathedraal waarin onder andere Grace Kelly en haar echtgenoot begraven liggen. Het paleis ligt aan een plein dat wederom een geweldig uitzicht biedt over het lager gelegen Monaco en de berg. Maar het biedt ook ontzettend leuke straatjes waar de pastelkleurige gevels, de vlaggetjes en cafeetjes je om de oren vliegen. Je komt hier ook andere mensen tegen dan in de benedenstad, en het zijn echt twee verschillende werelden en belevingen. Heel leuk om een keer mee te maken, maar zoals gezegd: het moet echt je plek zijn
Cannes
Van de drie kustplaatsen die we hebben bezocht, was Cannes de leukste verrassing. Ik wilde hier heel graag heen vanwege het filmfestival dat hier elk jaar in de maand mei plaatsvindt, wanneer het internet overstroomd wordt door foto’s van sterren als Nicole Kidman, Blake Lively en George Clooney die over de rode loper paraderen. Dit gebeurt bij het Palais du Festival, een ronduit lelijk stukje architectuur dat het hart vormt van de ontzettend levendige Boulevard de la Croisette. Toen wij er waren, was er een awardshow voor reclame aan de gang en daardoor was het enorm druk, maar Cannes bleek ook echt heel gezellig te zijn. In combinatie met ons bezoek aan Nice en Monaco geeft het echt het gevoel dat je de Zuid-Franse allure en ambiance hebt kunnen beleven en aanschouwen.
De straten tegenover het Palais zijn gevuld met restaurants, kroegen en cafés en naar binnen toe vind je ook de luxueuze winkelstraten – het is heir ook een en al elite, vergis je niet. Vooral leuk is echter de boulevard zelf: van het Paalis weg loop je richting de haven, waar je zeilboten en jachten kunt bewonderen en een mooi uitzicht hebt. Bovenin ligt het oudere deel van Cannes, waar wij niet naartoe zijn gegaan maar waar je wel een mooie blik op kunt werpen vanaf de benedenstad. Loop je vervolgens weer langs het Palais, dan zie je Walk of Fame-tegels van onder andere Julie Andrews op de grond. Een verrassend gezellige stad met een uitgaansambiance waar je gemakkelijk een halfuurtje kunt doorbrengen.
Saint-Paul de Vence en Vence
Wel eens gehoord van het middeleeuwse bergdorpje Saint-Paul de Vence? Nee, wij ook niet – tot we voor onze Provence-etappe op een camping in Vence terecht kwamen, op slechts een paar kilometer afstand. Het schijnt thuis te horen in het rijtje van populairste Franse attracties, op een plek tussen Mont Saint-Michel en Versailles, en te oordelen naar de touringcars met toeristen klopt dat ook wel. Wij besloten er op onze laatste dag nog even naartoe te gaan en ook meteen het gewone Vence te bezoeken, en dat is allebei zeker de moeite waard!
Saint-Paul de Vence is helemaal niet groot en je moet het oké vinden om te klimmen, want het is één en al steile straatjes hier. Het zou zo het decor kunnen zijn voor Beauty and the Beast: alles is ontzettend oud en schattig en pittoresk, met artistieke boetiekjes – het is een kunststadje – doorkijkjes en verrassende hoekjes. Op zeker moment ben je er wel uit, maar dan heb je tal van leuke straatjes gezien en kun je langs een prachtig uitzicht op de berg teruglopen naar de parkeerplaats. Ga je vervolgens nog naar het moderne Vence, dan stuit je op kleine straten waar de echte Fransen hun boodschappen doen, een onooglijk kerkje en wat mooie gevels. Klein, maar zeker de moeite waard als je de echte Provence wilt ervaren en opsnuiven. Voor ons een ideale afsluiting van de Franse etappe en de vakantie als geheel!
Ben jij wel eens in Zuid-Frankrijk geweest?
Je hebt echt ontzettend veel gezien tijdens je vakantie. Zo mooi allemaal!
Zo simpel is dan geluk onlangs geplaatst…Zomers vakantiegevoel