Ik meld me vaak ziek. Daar begon ik mee toen het winter werd en ik steeds moeilijker mijn bed uit kon komen. Ziekmelden. Omfietsen. Weglopen. Afhaken. Bang zijn. Ik geloof echt dat ik het mezelf heb aangeleerd. Bang zijn. vroeger was ik nooit bang. Op school bedoel ik. Nooit bang dat ik iets niet kon of dat iets niet zou lukken en DAT IK DAN DOOR DE MAND ZOU VALLEN.
Literaire YA van eigen bodem
Er is geen vorm waarin ik pas kreeg vorig jaar behoorlijk wat aandacht nadat het met prijzen en loftuitingen bekroond werd als literair adolescentenboek dat heel geschikt was voor de boekenlijst bij het vak Nederlands. En heel eerlijk? Dat soort stempels laten me meestal niet onbekommerd, vooral omdat er maar weinig YA’s van eigen bodem zijn die beschouwd worden als literatuur: het Nederlandse YA-landschap is wat dat betreft echt nog aan meer emancipatie toe. Ik was dan ook heel benieuwd naar dit boek: het kreeg niet bijzonder veel aandacht op blogs of sociale media en ik kon mijn vinger er niet echt op leggen waar het nou over zou gaan, maar toch was er iets waardoor ik besloot het te willen lezen. En dat ‘’iets’’ heeft me niet teleurgesteld.
Zou dat misschien de werkelijke definitie zijn van rouwen? Krampachtig proberen vast te houden wat je allang verloren hebt.
Opgebrand en uitgeblust
Tessel (Tess) is zeventien en zit al een tijdje thuis. Omdat haar faalangst en perfectionisme haar een burn-out hebben opgeleverd, volgens haar mentor, en ze het even rustig aan moet doen, volgens haar mentor. En ja, Tess ís een perfectionist ten voeten uit. Maar wat de mentor en haar moeder niet weten, is dat er meer aan de hand is. Tessel is namelijk inderdaad opgebrand door het altijd maar hard werken en streven naar hoge cijfers, maar er is ook nog iets anders gebeurd. Of beter gezegd: íemand is gebeurd. Iemand die Tessel P. noemt. Iemand die haar heeft uitgeblust. En terwijl Tess een ongewone vriendschap begint met Evelien, die haar dochter van Tessels leeftijd is verloren aan kanker, probeert ze uit te zoeken hoe het allemaal zo ver heeft kunnen komen.
Vernietigend eerlijk
Dit is echt zo’n boek dat je een beetje moet liggen en het is ook zo’n boek dat je een beetje moet (willen?) begrijpen. Ik snap wel dat mensen het literair noemen: het heeft wat meer lagen en die lagen zijn wat vernuftiger uitgewerkt dan bij de meeste YA-boeken: er zit wat meer in dan je er misschien in terug leest en het zegt veel door eigenlijk weinig te zeggen, maar tegelijkertijd is het heel toegankelijk en laagdrempelig en past het goed bij de doelgroep. Het is een boek waarbij je eigenlijk zelf kunt bepalen wat je erin terugvindt: het gaat over vastgelopen vriendschappen, disfunctionele families, eerste liefdes en o ja, over vastlopen in je eigen hoofd – en in al die dingen is het boek heel erg eerlijk. Vernietigend eerlijk.
In de eerste was ik nog cool. En in staat te herkennen wanneer ik om de tuin werd geleid. Wanneer ben ik begonnen mijn gehele identiteit op te hangen aan de cijfers die ik haal? Aan het begin van de vijfde? Of deed ik het stiekem en onbewust mijn hele leven al? Waarom en wanneer werd een zeven een brevet van onvermogen? Door de leraar biologie die met duidelijke afkeuring in zijn stem en opgetrokken neus mijn proefwerk op mijn tafeltje legde – ‘Een zeven, Tessel’ – alsof het een min-twee betrof?
Overthinking
Er is geen vorm waarin ik pas is vooral een boek over je eerste wankele en frustrerende stappen zetten in de richting van volwassenheid. Sassen schetst een heel sterk en vooral een sterk herkenbaar beeld van hoe het is om veel te vaak veel te veel na te denken over veel te veel dingen en tegen faalangst en een burn-out aan te knallen door alle verantwoordelijkheid waarmee je jezelf opzadelt: Tess’ gedachten over alles, van fouten maken tot sociale verwachtingen, zijn pijnlijk realistisch en komen daardoor des te beter uit de verf.
En nu? Heb ik geen zin meer om moeite te doen voor die achten en negens maar kan ik niet leven met de mogelijkheid dat ik ze niet meer haal? Durf ik daarom geen toetsen meer te maken? Omdat ik te laf ben om in te zien dat ik waarschijnlijk ook weer niet zo goed kan leren als iedereen dacht? En dat ik, als ik niet meer mijn best doe, gewoon blijf zitten, net als IEDER ANDER. Dat ik heel middelmatig ben en HELEMAAL NIET BIJZONDER. Wiens verwachtingen zijn het dan eigenlijk, waaraan ik denk te moeten voldoen? Mijn eigen misschien? Vind ik dat ik de beste moet zijn? In alles? Zelfs in wat me niet eens interesseert? Zoals dat verdomde scheikunde?? En WAAROM???
Tess’ stem
Sowieso is Tess als personage heel cool: het boek kruipt zo diep in haar gedachten en gevoelens dat het een bijna pijnlijk waarheidsgetrouw en vooral glashelder inkijkje geeft in alle worstelingen met de puberteit. De band met haar moeder en broer en vader, de manier waarop ze aandacht vraagt en tegelijkertijd mensen probeert weg te duwen, hoe ze in de war raakt door haar vriendschappen en eigenlijk heel alleen is in wat ze voelt en hoe kwetsbaar haar dat maakt… het raakte me echt, omdat Sassen er echt heel goed in slaagt om Tesel een stem te geven en haar vernietigend eerlijk te laten zijn over alles wat ze voelt en weet en denkt en niet voelt of weet of denkt.
‘Blijkbaar kun je iets heel erg niet,’ was Eveliens conclusie.
‘En wat is dat dan?’ vroeg ik.
‘Fouten maken.’
Dus.
Afijn.
Dat denkt Evelien.
Maar in feite kan ik het heel goed.
Fouten maken.
Ik denk dat er maar weinig meisjes zijn die zulke enorme fouten maken in hun leven als ik.
Echt.
Koeien van (inschattings)fouten.
Hoofd en hart
Bovendien maakt het twee dingen heel treffend duidelijk. Eén: er is inderdaad geen vorm waarin Tessel past, behalve misschien de vorm ‘’puber’’ die gewoon all over the place is en waarin faalangst, depressie en sociale ongemakkelijkheid allemaal de revue passeren. En twee: er is inderdaad zoveel wat volwassenen niet weten of begrijpen van wat er in het hoofd van een puber omgaat en dat het eigenlijk alleen die eigen stem is die ertoe doet. Juist daardoor ging ik echt van Tessel houden en bewonderde ik haar gewoon echt om het vertellen van haar verhaal. Petje af voor de manier waarop Sassen met een zowel vlotte en toegankelijk als poëtische schrijfstijl, doorspekt met scherpe passages en gedichten annex liedteksten, de deur naar Tessels hoofd en hart steeds verder open zet.
‘Maar hoe moet het dan als het niet lukt?’ jank ik.
‘Gewoon! Accepteren dat niet alles meteen lukt! Uithuilen en opnieuw proberen. Hulp vragen aan de mensen om je heen, ook al zijn die misschien niet cum laude geslaagd op het gymnasium. NAAR JE MOEDER LUISTEREN. Niet arrogant zijn. Je hoofd buigen. IK KAN IETS NIET. ik, Tessel, die van plan was om perfect te worden. Ik ben maar een gewoon mens.’
Relaties
Tegelijkertijd is het niet alleen Tess’ eigen authenticiteit die de thema’s mooi overbrengt: ook de manier waarop Sassen deze verweeft met de andere personages vond ik tof. Zo word je als lezer door Tess’ ongebruikelijke maar interessante vriendschap met Evelien samen met haar geconfronteerd met haar faalangst en ga je door haar herinneringen aan P. steeds beter begrijpen waar haar negatieve zelfbeeld en depressie vandaan komen.
ALS IEMAND JOUW BELANGRIJKSTE VRIEND IS, BETEKENT DAT NIET PER SE DAT JIJ OOK ZIJN BELANGRIJKSTE VRIENDIN BENT. Die ga ik ook op mijn buik laten tatoeëren. Anders leer ik het nooit.
Eerste aanraking
Maar goed, die eerste wankele en vooral frustrerende stappen in de richting van volwassenheid dus. Die volwassenheid heeft in Tessels geval alles te maken met hoe destructief en verwarrend en onorthodox en ongezond de eerste aanraking met liefde, verliefdheid en seksualiteit kan zijn, en met hoeveel die eerste aanraking je over jezelf kan leren. En wanneer aan het eind dat verhaal over die eerste aanraking open en bloot op de bladzijden ligt, wordt maar al te sterk duidelijk wie Tessel is en wie ze is geworden door wat haar is overkomen – inclusief spijt en pijn. En dan kun je niet veel anders zeggen dan: lieve Tess, gelukkig is er geen vorm waarin jij past, want je bent precies goed in al je complexiteit.
Dus
NIET MEER ZEGGEN WIE IK BEN
straks ga ik het nog geloven ook
dan zit ik vast
aan dit en dat
en zus en zo
en ‘jij altijd’
DAT WIL IK NIET
er is geen vorm
waarin ik pas
of passen wil
Conclusie
Er is geen vorm waarin ik pas is een oprecht goed boek. De vlotte schrijfstijl en de gedichten en liedteksten geven je een treffend en intiem kijkje in het hoofd en hart van hoofdpersonage Tess en de thema’s – van faalangst tot het ontdekken van je seksualiteit – komen mede door de sterk weergegeven relaties laag voor laag naar boven. Maar wat Sassen uiteindelijk vooral doet, is het verhaal vertellen van een meisje dat, gewapend met kwetsbaarheid en het verlangen om het goed te doen, probeert uit te vinden wat volwassen worden betekent. Met een complex, treffend, confronterend en goed geschreven boek als resultaat – een boek dat niet in een vorm past, maar wel in je hart.
Titel: Er is geen vorm waarin ik pas
Auteur: Erna Sassen
Uitgeverij: Leopold
Verschenen: januari 2017
Aantal bladzijden: 216
Genre: young adult contemporary
Leeftijdsadvies: 15+
Beschikbaar als: paperback, ebook
Voor liefhebbers van: Eric Lindstrom
Recensie-exemplaar: nee
ISBN: 9789025869717
| Goodreads | Bol.com | Auteurssite |
Wat een recensie alweer! Ik ga het boek meteen halen uit de bib!
Wat een recensie alweer! Ik ga het boek meteen halen uit de bib!