Als docent in opleiding begin ik me steeds meer betrokken te voelen bij alles wat te maken heeft met het onderwijs in Nederland. En natuurlijk is het vrijwel onmogelijk om het met alles eens te zijn wat er gebeurt, maar… tegenwoordig veranderen er wel heel veel dingen. En dat zijn geen positieve veranderingen.
Kijk, ik ben natuurlijk geen onderwijskundige of anderszins een expert en daar leidt mijn studie me ook niet voor op. Ik kan dus alleen maar spreken vanuit mijn eigen optiek en vanuit de ervaring die ik aan het opdoen ben op mijn stage. Maar dat neemt niet weg dat ik het onderwijs heel erg belangrijk vind en dat ik met eerlijk gezegd ingehouden adem kijk naar wat er momenteel allemaal aan het veranderen is. In een uitzending van Tegenlicht van vorige week over onderwijsinnovatie zei een van de docenten (die ook op het Ministerie van Onderwijs werkzaam is) dat alles wat top-down gebeurt, dus vanuit het ministerie naar het onderwijs, per definitie niet werkt. Op Flickr vond ik vandaag een afbeelding die zegt dat mensen die beslissingen nemen over het onderwijs nul onderwijservaring hebben. Als ik het CV van onze minister Bussemaker bekijk, ben ik geneigd het ermee eens te zijn: veel politicologie en sociale zaken en een aantal posities bij hogescholen en universiteiten, maar heeft ze ervaring in het onderwijs? Nee. Weet ze hoe het is om voor de klas te staan, met jongeren om te gaan, hun belangen en behoeften te behartigen en bezig te zijn met hun optimale ontwikkeling? Ik vermoed van niet.
Om eerlijk te zijn denk ik dat het een hele grote stap vooruit zou zijn als we op elk ministerie mensen zouden zetten die precies weten wat ze doen en waar ze het over hebben. Mensen met jarenlange praktijkervaring, met hart voor wat ze doen. Een filantroop of antropoloog als premier bijvoorbeeld. Een doorgewinterde docent als minister van Onderwijs. Een bijzonder vaardig arts als minister van Volksgezondheid. Pluk ze uit de samenleving, zorg dat ze weten hoe de wereld in elkaar zit en waar behoefte aan is. Want waar wij Nederlanders behoefte aan hebben, zijn politici die weten hoe wij denken, wat wij willen en wat we nodig hebben. Die net als wij zijn.
Leenstelsel
Neem nou het onderwijs. Alle veranderingen van de afgelopen jaren: was daar behoefte aan? Hadden wij burgers, wij studenten, wij scholieren, wij docenten, die nodig? Nee. Dan is het ook niet zo gek dat we de hervormingen niet met open armen hebben ontvangen. Laten we eens beginnen bij het leenstelsel: ik kan het mis hebben, maar dat is volgens mij vooral voortgekomen uit een politieke behoefte aan bezuinigingen. Terwijl talloze studenten het geld van die studiefinanciering zo hard nodig hebben om te kunnen studeren wat ze wille, om het leven te kunnen opbouwen dat ze willen. Met die studiefinanciering kunnen studenten goede, succesvolle burgers worden die iets kunnen bereiken. Nu met het leenstelsel is het een stuk ingewikkelder en moeilijker geworden om te gaan studeren en succesvol te worden. Niet iedereen heeft ouders die de studie kunnen betalen, en ook niet iedereen kan het aan om de rest van zijn leven een lening te moeten afbetalen. Bovendien: lang niet iedereen wíl dat.
Ik zou het wel weten als ik in de schoenen van minister Bussemaker stond: de studiefinanciering terug. Iederen de kans geven te studeren en een goede baan te krijgen. Het beste dat wij burgers voor de politiek en de samenleving kunnen doen, is succesvol worden op een manier die ons gelukkig maakt. Daar is nu eenmaal geld voor nodig, geld dat we vaak zelf niet hebben. Dus moeten we een duwtje in de rug krijgen.
Rekentoets
Het leenstelsel benadeelt de kansen van onze jongeren, de kinderen die nu op school zitten en zich over niet al te lange tijd bezig moeten gaan houden met hun toekomst. De rekentoets doet dat ook. Zeker, ik begrijp heus wel dat het een goede maatregel kan zijn: het is ook heel belangrijk om goed te kunnen rekenen, maar het is ook zo lastig want zoveel mensen zijn er niet goed in. Ik gebruik mezelf als voorbeeld: ik ben dramatisch slecht in wiskunde – wat zeg ik, in rekenen. Daarom ben ik ook zo idioot blij dat de rekentoets nog niet bestond toen ik op de middelbare zat, want ik denk niet dat ik dan mijn diploma had kunnen halen. Maar doordat die rekentoets nu verplicht is, zullen heel veel kinderen een diploma mislopen. Zeker op de mytylschool waar ik stageloop: veel kinderen met een lichamelijke beperking leren ook moeilijker en missen ruimtelijk inzicht en het is heel erg lastig om dat te compenseren, ondanks intensieve rekenlessen.
Ik vind het gewoon zo triest dat heel veel kinderen die wel gewoon slim zijn met andere dingen en een prima toekomst tegemoet kunnen gaan zonder rekenvaardigheden (wederom ben ik zelf het voorbeeld) nu veel meer moeite moeten gaan doen en het misschien helemaal niet zullen halen. Waarom niet gewoon een soort test op elke school om het rekenniveau te bepalen, en als dat te laag is voor de rekentoets, het daar dan gewoon bij laten? Of voer een taaltoets in, dat vind ik (maar dat ben ik als neerlandica) veel belangrijker dan een rekentoets. Taalvaardigheid betekent zoveel meer en is zoveel waardevoller in het dagelijks leven om succesvol te kunnen zijn, en het is bovendien gemakkelijker aan te leren met handige trucjes en foefjes. Of als die rekentoets er dan echt moet zijn, maak hem dan makkelijker: alleen de basis van optellen, aftrekken en vermenigvuldigen. Voor de breuken en procenten hebben we rekenmachines en apps…
Passend onderwijs
O jongens, en dan heb ik het nog niet eens gehad over het passend onderwijs. Ik heb er een heel essay over geschreven voor onderwijssociologie waarom het niet werkt voor kinderen met een beperking. Zeker, het kán goed uitpakken: sommige kinderen kunnen het wel goed doen in het regulier onderwijs. En jazeker, het heeft ook voordelen: betere voorbereiding op de samenleving en betere maatschappelijke integratie bijvoorbeeld. Maar kinderen met een beperking gaan niet voor niets naar het speciaal onderwijs. Ze zijn kwetsbaar, op meer vlakken dan één, ze hebben begeleiding en begrip en veiligheid nodig. De kinderen die het goed zouden doen in het regulier onderwijs, zijn de kinderen die daar toch al naartoe zouden gaan. Houd het passend onderwijs zoals het nu is, en zorg voor een betere samenwerking tussen passend en regulier: laat docenten van elkaar leren, laat leerlingen met elkaar omgaan en bereid ze beter voor op de maatschappij door zo’n samenwerking. Maar hou ze wel apart. Aders werkt het gewoon niet en worden ze alleen maar kwetsbaarder.
Excuses voor de lange post, gevalletje ”ik moest mijn ei kwijt.” Wie gaat met mij in discussie?
Ik snap de rekentoetsfrustratie enorm goed, maar ik zie ook waarom het nodig is. Ikzelf verzorg een aantal rekenlessen op mijn werk.. En het is echt dramatisch gesteld. Leerlingen gooien er met hun pet naar en kennen het woord procent amper. En een deelsom maken? Eh.. mevrouw, daar hebben we toch de rekenmachine voor? En dan heb ik het over leerlingen van havo en het vwo.
Taal is belangrijk ja, maar voor vele opleidingen is rekenen ook van belang… Wat, zelfs in het dagelijks leven.
Jij bent goed in taal, ik was drama in taal.. Maar moest ook ‘gewoon’ vier talen volgen op het VWO. Tegenover 1 rekenvak (wat nu zelfs bij sommige niveaus weggestreept kan worden), is behoorlijk scheef. Daarnaast krijgen leerlingen echt wel de kans om die toets te halen.. Want met een beetje logisch denken alleen al kan je een goed punt halen.
Ik zeg niet dat een rekentoets de juiste oplossing is, maar dat ik wel vind dat leerlingen – ook op de middelbare school – hun rekenvaardigheden moeten blijven oefenen.. Net zoals ze hun taalvaardigheden blijven oefenen (voor beiden een toets zou eerlijker zijn). Wiskunde en rekenen zijn namelijk absoluut niet hetzelfde.