De eerste keer dat mijn toekomst verdween was op 19 juli 2034. Een halfuur nadat ik van plan was geweest om te vertrekken was ik nog steeds in dierenasiel het Tussenstation. De kater die een maand geleden was binnengebracht had het eindelijk aangedurfd om op mijn schoot te kruipen en ik wilde hem niet afschrikken. Mam zou het eten niet klaar hebben, en ook Iris was vast nog niet thuis, dus het maakte niet uit hoe laat ik wegging. Voorzichtig aaide ik de vacht van de kater. Onder mijn hand werd aarzelend gesponnen. ‘Goed zo,’ fluisterde ik. ‘Hé, niks aan de hand. Zie je nu wel? Mensen zijn helemaal niet zo eng.’
Hoe ik bij dit boek kwam
Ik heb heel lang totaal geen interesse gehad in het sciencefictiongenre: ik dacht altijd dat dat alleen maar ging over ingewikkelde wetenschap en ruimteruzies en zo. Maar toen las ik Duizend stukjes van jou van Claudia Gray en dat vond ik fantastisch, met het reizen door dimensies en alles. Maar ja, dat boek vond ik nét wat meer in de buurt van fantasy komen dan van sciencefiction, dus besloot ik Eenzaam en extreem ver weg van Kate Ling te proberen. En ik was zó aangenaam verrast! Ik vond het echt een goed boek en tot mijn eigen verbijstering was ik juist enorm geïnteresseerd in het reilen en zeilen van het ruimteschip. En nu ben ik best wel gefascineerd door het hele sciencefictiongenre, want het biedt zoveel toffe mogelijkheden voor verhalen! Daarom sprak Op de rand van het niets me ook eigenlijk al meteen aan: autisme en scifi? Count me in!
Waar het over gaat
In het Amsterdam van 2035 staat de wereld op het punt van vergaan: er dreigt een komeetinslag en die zal snel gevolgd worden door allesverwoestende natuurrampen. De bevolking is massaal met ruimteschepen weggevoerd – op een paar ongelukkigen na die niet ingeloot zijn voor een plekje op een nieuwe planeet. De autistische Denise en haar moeder en zus moeten naar een schuilkelder vluchten, maar op de avond van de inslag is Iris te laat thuis en kunnen ze niet op tijd weg. Per toeval en dankzij de hulp van lotgenoten stuiten ze echter op een ruimteschip dat nog niet vertrokken is. Terwijl Denise het niet bepaald makkelijk heeft, moet ze haar aandacht zien te verdelen tussen haar verdwenen zus, haar labiele moeder en het lonkende ruimteschip… maar zijn ze het alle drie wel waard om te overleven?
Wat ik ervan vond
Ik geloof dat er maar weinig boeken zijn waarin alle actie zich echt afspeelt tíjdens het vergaan van de wereld, in plaats van er net voor of na – zoals bij veel sciencefiction het geval is. Dat is ook wat Op de rand van het niets vanaf het begin zo fascinerend maakt: het is eigenlijk meteen heel beklemmend en onheilspellend. De wereld is verlaten, er zindert iets vernietigends in de lucht, je voelt dat het heel erg foute boel is… Duyvis is er enorm goed in geslaagd om dat apocalyptische sfeertje neer te zetten. Dat maakt haar enigszins trage schrijfstijl ook meer dan goed, want juist daardoor kruipt het verhaal langzaam maar zeker onder je huid. Het doet denken aan Armageddon of de tv-serie Als de dijken breken: je vóelt gewoon wat er staat te gebeuren.
Hedendaags
In het begin duurt het eventjes voor je goed in het verhaal zit, maar dan komt het steeds meer tot leven. Duyvis heeft de setting van het ruimteschip bijzonder goed uitgewerkt: het is bijna een plek waar je zelf zou willen leven en het is zéker een plek waarvan je goed begrijpt dat Denise er graag zou willen wonen. En juist door de geloofwaardigheid van de setting heeft het verhaal ook iets hedendaags, bijna op het bizarre af: mensen werken, gaan relaties aan, maken lol… terwijl de wereld buiten aan het vergaan is. Heel raar eigenlijk, maar ook heel goed over nagedacht, zeker omdat het op sommige punten wordt afgewisseld met de heftigheid van de komeetinslag en de verlorenheid van alles. Dat maakt het onwijs spannend en bijzonder.
Too much
Toch is het soms wel een beetje véél: het is bijna alsof Duyvis niet helemaal goed wist hoe ze alle elementen in evenwicht moest brengen en houden. Er zijn veel personages en verhaallijnen en niet alles wordt even goed uitgewerkt: sommige scènes zijn enorm sterk, maar komen dan toch niet helemaal uit de verf omdat de personages een beetje aan de oppervlakte blijven drijven. Ik had bij sommige karakters het idee dat ik méér om ze had moeten geven, maar eigenlijk vond ik vooral Iris en de volwassen bijfiguren interessant. Zeker omdat daar de diversiteit in het verhaal goed naar voren komt: Duyvis schrijft tussen neus en lippen door ook over seksualiteitskwesties en mental health issues. Heel mooi, zeker omdat het geen echt punt is (er zijn immers wel belangrijkere zaken) maar ook daar vond ik af en toe: is het niet een beetje te véél van het goede?
Autisme
Dat wordt echter weer ruimschoots goed gemaakt door Denise als supersterke hoofdpersoon: ik vond het prachtig hoe authentiek en aangrijpend Duyvis over haar autisme schrijft. Denises worstelingen en de manier waarop ze vastloopt en uit de bocht vliegt zijn enorm heftig en goed neergezet, maar tegelijkertijd worden ook haar sterke punten duidelijk en is het verfrissend hoe oprecht en ongefilterd haar emoties en gedachten eigenlijk zijn. Het is natuurlijk sowieso al leuk dat het nu eens een ‘’ander’’ personage is dat het einde van de wereld meemaakt, maar hoe je een heel mooi, niet te dramatisch en ook niet te genuanceerd beeld krijgt van haar autisme en haar manieren om ermee om te gaan vond ik ijzersterk. Ik denk dat Duyvis het extra goed heeft kunnen neerzetten door haar eigen autisme en het kwam echt binnen voor mij.
Scherp contrast
Het bijzonderste aan dit boek vind ik de combinatie van het vergaan van de wereld en het autismeperspectief. Aan de ene kant is er Denise, die haar best doet om niet in te storten als er niets meer overblijft van haar vertrouwde wereld, maar aan de andere kant word je ook aan het denken gezet oer hoe het voor jou zou zijn als dat zou gebeuren: wat zou jouw manier van overleven zijn? Welk plaatje telt zwaarder: het grote toekomstplaatje of je eigen toekomstplaatje? En dat, juist dat contrast, maakt dit tot een intens en meeslepend boek.
Conclusie
Op de rand van het niets is een ijzersterk boek dat laat zien dat we ook allemaal maar mensen zijn, met onze eigen gebreken en moeilijkheden, en dat we allemaal zullen moeten zien te overleven als het einde komt. Het is spannend en beklemmend, goed geschreven en boeiend: de autistische hoofdpersoon verovert je hart binnen no time en het is duidelijk dat Duyvis goed heeft nagedacht over het verhaal. Een bijzonder goede sciencefictionroman.
Titel: Op de rand van het niets (On the Edge of Gone)
Auteur: Corinne Duyvis
Vertaald door: Angelique Verheijen
Uitgeverij: HarperCollins Young Adult
Verschenen: maart 2017
Aantal bladzijden: 352
Genre: young adult sciencefiction
ISBN: 9789402723007
Beschikbaar als: paperback, ebook
| Goodreads | Bol.com | Auteurssite |