Ja, deze afbeelding gebruikte ik laatst ook al voor een post haha, maar toen zonder tekst. Nu is de tekst juist heel erg toepasselijk, want als het op prestatiegerichtheid en perfectionisme aankomt ben ik precies Spencer (sowieso is ze ook mijn favoriete personage uit Pretty Little Liars, dat is vast geen toeval haha). Het oorspronkelijke artikel staat op een Engelse blog en vond ik heel leuk om te lezen, dit heeft me er ook toe aangezet er zelf over te schrijven. Het is best grappig: mijn attitude tegenover studie is nu op het hbo heel anders dan op de middelbare school. En ik weet precies hoe dat komt.
Toen ik in de brugklas kwam, werd al vrij snel besloten dat ik vmbo zou gaan doen. Niet omdat dat het beste bij me paste qua intelligentie, maar omdat het voor dat moment de slimste aanpak was. Het ging qua gezondheid namelijk niet zo goed en we wisten niet hoeveel ik wel en niet aan zou kunnen. Havo zou altijd nog een optie zijn, als het vmbo eenmaal klaar was. Dat die optie er echt moest komen, bleek wel toen ik vanaf het begin met achten en negens door het vmbo heen wandelde: alleen wiskunde was een probleem. Het kostte bloed, zweet en vooral veel tranen om me daardoorheen te worstelen en uiteindelijk heb ik het ook opgegeven: ik ben geen opgever, maar het ging gewoon niet. Voor de havo was het niet verplicht en de optie van vwo gooide ik in de prullenbak toen bleek dat wiskunde echt een ramp ging worden. Ik haalde uiteindelijk mijn vmbo-diploma met iets van vier achten en twee of drie negens. Omdat het vmbo gewoon te makkelijk was, ik hoorde thuis op de havo.
Dat ik er hoorde, bleek wel doordat ik het veel leuker vond op de havo dan ik het op het vmbo had gevonden, ik was veel meer in mijn element. Maar… die achten en negens werden toch wel iets zeldzamer. Er kwamen wat vaker zeventjes bij, voor Duits zelfs zesjes en een enkele keer nét een voldoende. Herkansingen heb ik niet veel gehad, volgens mij maar één in mijn zeven jaar middelbare school. Maar hoewel ik op de havo nog steeds onwijs gemotiveerd was, de lesstof samenvatte om te leren en het hartstikke leuk vond om met opdrachten bezig te zijn, waren mijn cijfers niet zo top meer. Ik streefde nog wel heel erg naar die hoge cijfers en het is uiteindelijk ook een hele mooie lijst geworden – weer een aantal negens, een aantal achten en een aantal zevens – maar toch. Ik denk wel dat ik eigenlijk op het vwo thuishoorde: dat was veel meer mijn niveau qua interesse in de stof en leergierigheid.
Toch vond ik het wel best moeilijk om eenmaal op het hbo een omschakeling te moeten maken. Jawel, ik heb tot dusver al mijn tentamens gehaald, maar het is echt niet altijd gemakkelijk – en ik heb niet bij elke toets zoveel zelfvertrouwen als ik op de middelbare school had. Als ik nu voor een tentamen hoog scoor, ben ik heel erg blij en trots, terwijl het op school eigenlijk vrij gewoon was. Tegelijkertijd moet ik echt wel even slikken en voel ik een soort scherpe teleurstelling als ik een zes haal, wat nu ook wel gebeurt – terwijl er ook een deel van me gewoon blij is dat ik het überhaupt heb gehaald en het hele tentamencircus niet nog eens hoef te doorlopen voor een her.
Met andere woorden, ik moest er best wel heel erg aan wennen dat ik geen achten en negens meer haalde toen ik eenmaal op het hbo kwam. Ik moest eraan wennen dat het me nu allemaal niet meer zo gemakkelijk afgaat, dat ik wat harder moet werken en dat ik het niet allemaal meer zo makkelijk vind. Waarschijnlijk komt dat door het feit dat ik op de middelbare school het gevoel had dat ik meer kon – en nu ben ik juist precies op mijn plek. Dat betekent bovendien ook dat ik het ontzettend fijn vind om bezig te zijn met waar ik mee bezig ben en dat ik me er hartstikke lekker voel. En ik ben nog steeds een grote studiebol, ik wil nog steeds graag goede cijfers halen, ik hou ervan om opdrachten uit te voeren en stof samen te vatten en ik hou van het studeren zelf en dat vind ik op zich al heerlijk. Maar het is… ja. Het was wel een behoorlijke omschakeling van houding. Uiteindelijk omdat ik vwo had kunnen doen als ik er de middelen voor had gehad, waarschijnlijk. Op de middelbare school zat ik onder mijn niveau en nu zit ik op mijn niveau, wat enerzijds heel fijn en anderzijds op een bepaalde manier confronterend is – een confrontatie met hoe prestatiegericht ik eigenlijk ben en dat ik dat best een beetje los zou kunnen laten. Want de hersens heb ik en de passie heb ik ook – nu nog mezelf de toestemming geven om er écht van te genieten zonder al te streberig bezig te zijn.
Heel herkenbaar. Ik ben in een havo/vwo brugklas begonnen en ik besloot uiteindelijk havo te gaan doen omdat ik de muziek in wilde. Of het was faalangst, dat denk ik nu. Met die muziek is het nooit wat geworden en in de laatste jaren van de havo voelde ik me vaak slecht. Ik slaagde cum laude, maar ik was op. Na een paar maanden hbo moest ik opgeven. Ik heb toen zo vaak gedacht dat ik vwo had moeten doen, want dat had best gekund. Nu doe ik een mbo opleiding, omdat het re-integratietraject te kort is voor hbo en ze hebben er geen ervaring mee. Mijn laagste cijfer tijdens dit traject was een 8,4 en dat vond ik verschrikkelijk. Nu, tijdens mijn tweede opleiding van dit traject, is mijn laagste cijfer een 9. Ik kan er mee leven, maar blij ben ik niet.