Zeg je Italiaanse Rivièra, dan zeg je bijna automatisch Cinque Terre. Ik had hier nog nooit echt van gehoord, maar mijn vader bracht het in en al snel was ik ook enthousiast. Het is namelijk een nationaal park dat bestaat uit vijf dorpjes die gebouwd zijn op de rotsen, echte vissersdorpjes die ook echt enorm zijn afgezonderd van de rest van de regio. Het was in eerste instantie een beetje stressen en puzzelen, want de Cinque Terre staan bepaald niet bekend als erg rolstoeltoegankelijk: het is steil en hoog, waardoor je veel trappetjes tegenkomt. Overal werd gezegd dat er met de auto komen bijna onmogelijk is en over de rolstoeltoegankelijkheid van de treinen die tussen de dorpjes rijden hadden we zo onze twijfels. Uiteindelijk besloten we gewoon naar het eerste dorpje te rijden en te zien hoe ver we zouden komen – en ik ben blij toe!

Rolstoeltoegankelijk?

Ik hield enorm mijn hart vast en verwachtte eigenlijk heel weinig, maar uiteindelijk lukte het om maar liefst drie van de vijf dorpjes te bereiken! Hoe het met Manarola en Riomaggiore zit weet ik niet, maar bij Monterosso al Mare, Vernazza en Corniglia is het in elk geval zo dat je – mits je een ervaren automobilist bent of je door eentje laat rijden zodat de kronkelweggetjes en haarspeldbochten geen probleem zijn – de dorpjes prima met de auto kunt bereiken. Aan de rand van elk dorpje was een parkeerterrein mét een invalidenplaats en van daaruit kom je een aardig stuk erin, dus het is absoluut mogelijk. Zeker, er zijn op sommige punten trappetjes en ook de kerken en andere gebouwen kom je niet altijd in, maar de dorpen zelf zijn goed te doen.

Monterosso al Mare

Dit is het grootste dorpje en ik vond het zelf ook het leukste. Het is sprookjesachtig en pittoresk, met veel roze (ROZE!) en schattige poortjes en steegjes. Loop je wat verder door, dan kom je buiten het centrum, waar je een mooi uitzicht hebt op de bergen en het dorpje. We hadden de pech dat het regende, maar alsnog is het erg leuk om hier rond te wandelen: je kunt hier al heel goed de sfeer proeven. Bedenk wel dat het enorm toeristisch is: de restaurantjes zitten vol en je kunt soms echt over de koppen lopen.

Vernazza

Misschien komt het door de naam, maar Vernazza deed me het meeste aan Venetië en ook aan de Genuese wijk Boccadasse denken en ik vond dit dorpje ook het beste passen bij het beeld dat ik had. Het is niet groot: vanaf de parkeerplaats loop je al snel het dorp in, waar de straten breed zijn en de huizen felgekleurd, en dat leidt je naar een enorm mooi plein met tal van leuke terrasjes en een baai. Op het plein liggen de boten die ’s ochtends vroeg het water in worden gesleept en je kunt om de baai heen lopen voor een prachtig uitzicht op de berg van links en op de gekleurde huisjes van rechts. Je kunt hier heel goed en lekker eten en het is ook heel toeristisch, maar voelt toch wat authentieker aan.

Corniglia

Erg klein, maar daardoor niet minder leuk. Als je vanaf de parkeerplaats het dorp in gaat, zie je de gekleurde huizen aan het water staan, een bekend fototafereel, en het centrum is echt oud en barst van de smalle straatjes. Er is een klein pleintje met een kerk en via trappetjes kun je nog wat hoger komen: er rijdt ook een bus die je – volgens mij – wat verder het dorp in brengt, maar dat weet ik niet zeker. Het is klein, maar erg leuk als je van historische centra houdt.

Eén ding is zeker: of je nou slechts een enkel dorpje van de Cinque Terre bezoekt of er meerdere doet, ze hebben elk hun eigen charme en ambiance en dat maakt het heel leuk om ze te verkennen! Ik ben ontzettend blij dat we gegaan zijn en dat het toch zo goed is geregeld voor gehandicapten, want het is me honderd procent meegevallen.

Ben jij wel eens in Cinque Terre geweest?

You may also like...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge

[instagram-feed]