Ik heb inmiddels al vrij vaak geschreven over de lepeltheorie en ik vind het nog steeds een fijne manier om mijn energie in de gaten te houden. Maar onlangs merkte ik dat het eigenlijk ook wel heel erg lastig is om hier op een echt goede manier mee om te gaan. ik weet natuurlijk niet of dit ook voor andere chronisch zieken geldt, maar ik vind het per dag heel lastig om in te schatten hoeveel lepels ik heb en hoeveel lepels er opgebruikt worden met een bepaalde activiteit. Vooral omdat daar ook iets bij komt kijken wat voor mij moeilijk is: openstaan voor dagen dat die lepels er niet of nauwelijks zijn.
Waarheid 1: iets kan lepels geven, maar ook kosten
Emily schreef laatst een mooi artikel over haar dag in lepels en dat zette mij aan het denken over hoe dat voor mij werkt. Ik heb geprobeerd van dit artikel zo’n zelfde iets te maken, maar liep daarbij ergens tegen aan: dat ik eigenlijk geen idee had hoe ik moest inschatten hoeveel lepels ik op een dag heb en hoe snel ik ze verbruik. Misschien ligt dat aan het feit dat ik superslecht ben aan wiskunde, misschien komt het doordat de lepeltheorie toch best abstract en mijn ziekte onvoorspelbaar is. Maar ik realiseerde me dat het ook te maken heeft met mijn eigen houding ertegenover. Momenteel ben ik niet meer zo heel veel bewust bezig met de lepeltheorie en dat is ook niet zo verwonderlijk: het gaat goed, dus dan is het makkelijk om aan te nemen dat ik gewoon een goede hoeveelheid energie heb en kan doen wat ik wil. Zo ben ik deze vakantie ook begonnen: met het idee dat ik, nu ik er eindelijk tijd voor zou hebben, lekker elke dag wilde bloggen en productief wilde zijn.
Dat liep een beetje anders.
Begrijp me niet verkeerd, ik vind het bloggen heerlijk en ontzettend leuk, maar ik heb ontdekt dat het voor mij niet meer alleen een hobby is. Het is een soort werkhobby geworden, want hoe fijn ik het ook vind en hoe veel het me ook brengt: er gaat ook een hoop tijd en energie in zitten, zeker nu ik maar liefst vier blogs heb die ik moet onderhouden. Dat besef vind ik niet vervelend: integendeel juist, het geeft me een fijn gevoel dat ik het kan beschouwen als ‘’werk’’, omdat ik er ook gewoon serieus mee bezig ben en het fijn vind om daar mijn tijd aan te kunnen besteden. Maar ik heb moeten accepteren dat het bloggen ook energie kost, en niet alleen maar – en ook niet altijd – geeft. Oftewel: het kost vaak meer lepels dan het geeft. En terwijl ik zo een week bezig was geweest, met van pak ‘m beet van 12 uur ’s middags tot 8 uur ’s avonds artikelen schrijven, ging er een belletje rinkelen. Dit gaat teveel energie kosten, besefte ik. Dit gaat niet goed.
Waarheid 2: alles willen gaat gewoon niet
Ik heb altijd al heel graag heel veel gewild, maar ik besef nu dat de harde waarheid is dat dat gewoon niet gaat. Zelfs een gezonde twenty-something die in goede conditie is en met wie het goed gaat kan dat niet, laat staan dat iemand die chronisch ziek is het kan. Soms is het gewoon klaar, soms is het gewoon genoeg. Soms zijn de lepels op… en als de dag dan nog niet om is, is dat niet goed. Naast het gemakkelijker kunnen uitleggen is dit juist de bedoeling van de lepeltheorie: dat je leert om beter en zuiniger en verantwoorder met je lepels om te gaan. Zodat je in de gaten kunt houden hoeveel je er hebt, hoeveel je er verbruikt en met hoeveel lepels je je dag eindigt. En dáárom lukt het niet om alles op een dag te willen: ik kan niet op één dag aan vier verschillende blogs werken én lezen én series kijken én schrijven én naar buiten én, én, én. Ik heb behoefte aan rust en aan die behoefte moet ik gehoor geven om te zorgen dat ik niet ontspoor.
Gek genoeg heb ik hier vrede mee. Ik verwachtte dat ik het heel moeilijk zou vinden, dat ik teleurgesteld in mezelf zou zijn omdat ik niet zo productief zou kunnen zijn als ik wilde. Maar met het besef dat ik gewoon moet aanvaarden dat ik rust nodig heb en dat ik de tijd moet nemen om lepels te herwinnen, kwam nog een ander besef. Ik heb me gerealiseerd dat het bloggen dan wel voelt als werk, maar het dat niet is. Bloggen is een hobby, een passie, iets wat ik ontzettend fin vind en waar ik met volle teugen van geniet en wat me heel veel geeft… maar ik ben de enige van wie ik het moet doen. Er is niemand die me ervoor betaalt, niemand die op me rekent, niemand die me ertoe verplicht. Er is geen man overboord als ik een dag niets schrijf, er is niets aan de hand als er een poosje niets online verschijnt of als mijn sites wat later dan gepland openen. Ik ben degene die het mezelf zo moeilijk maakt, ik ben degene die vindt dat ik mezelf moet bewijzen. Terwijl ik nu juist heb beseft dat dat niet hoeft, dat dat gewoon absoluut niet hoeft. Ik heb al zoveel bereikt, ik doe al zoveel en gewoon door de hele manier waarop ik mijn leven leid haal ik al alles uit elke dag. Ik hoef niet elke dag te bloggen. Sterker nog… ik hoef helemaal niet te bloggen. Ik wil bloggen. Ik word er gelukkig van en ik wil het, en dat is precies wat het uitgangspunt moet zijn: bloggen omdat ik het wil. Niet omdat ik vind dat het moet. Die stem die zegt dat het moet, dat het nodig is, dat is mijn innerlijke criticus. En dankzij die stem leer ik dingen over mezelf en hoor ik de stem van de persoon die ik ben, die me de waarheid vertelt: dat het gaat om wat ik wil en wat ik goed vind voelen.
Waarheid 3: het gaat om wat goed voelt
Ik ben me door dit alles gaan realiseren dat één ding heel belangrijk moet zijn en blijven: dat ik moet doen wat goed voelt. Nu ik het bloggen veel relaxter kan zien en niet meer zozeer als een verplichting, is dat makkelijker geworden: ik word er nu beter in om vroeger naar bed te gaan in plaats van ‘’nog even een paar artikelen’’ te willen schrijven. Ik word er goed in om halverwege de dag de laptop dicht te klappen en met een boek op bed te gaan liggen of een Netflix-marathon te houden. En het wordt steeds makkelijker om aan het begin van de dag te erkennen dat ik een X-aantal lepels heb en om te besluiten wat ik daarmee ga doen. Het wordt makkelijker om genoegen te nemen met een dag waarop ik maar één artikel heb geschreven of alleen heb gewerkt aan het brainstormen over ideeën en het wordt ook makkelijker om dagen voorbij te laten gaan zonder te hebben geblogd. Gewoon omdat dat goed voelt, gewoon omdat ik wil doen wat goed voelt en gewoon omdat ik weet dat het goed voor me is. Uiteindelijk kun je er namelijk niet omheen: door te doen wat goed voelt, voel je je ook het beste!
Natuurlijk zijn er nog steeds dagen die ik bloggend doorbreng en waarbij ik enorm geniet van de productiviteit, maar het voornaamste is dat ik nu weet dat ik rust voor mezelf moet inbouwen. Ik moet mezelf regelmatig de kans geven om op te laden en mijn lepels te herwinnen en bovendien accepteren dat het soms niet gaat en dat het dan ook niet hoeft. Dus dat doe ik, en dat voelt goed!
Mooi gezegd, ik was al van plan om hier binnenkort ook eens een blogpost over te schrijven maar vind het best ingewikkeld. Dit geeft net even het zetje om er toch voor te gaan zitten 🙂
Wat goed dat je voor jezelf kiest! Het lukt mij ook steeds beter om rust te nemen en me er niet schuldig over te voelen, zo fijn!
Mooi artikel. 🙂 Ik vind de lepeltheorie aan de ene kant best wat hebben, aan de andere kant snap ik niet zo goed hoe mensen zonder lichamelijke klachten, maar met psychische klachten deze inzetten. Ik vind het verwarrend. Ik snap dat je een max. aantal lepels hebt maar ik zou nooit kunnen inschatten hoeveel lepels ik op een dag heb. Dat merk ik pas op het moment dat ze op zijn, haha.