Zalig kerstfeest allemaal! Ik wilde graag weer een kerstverhaal schrijven omdat ik dat heel fijn vind om te doen in deze periode. Het is in de geest van de roman waar ik aan werk, en het past voor mij heel goed bij de Kerstgedachte zoals ik die graag opvat. Laat je even weten of je het mooi vindt?
In al mijn jaren als hoofdverpleegkundige in een hospice voor jongeren heb ik geleerd dat kerst niet aan banden te leggen is. Je kunt mensen niet opleggen hoe ze de kerstdagen doorbrengen, je kunt ze niet vertellen waarom ze kerst moeten vieren of waar ze in moeten geloven, je kunt niemand ervan overtuigen hoe belangrijk en waardevol kerst al dan niet is. Het gaat niet alleen maar over de geboorte van Jezus en ook niet alleen maar om cadeaus en de kerstman, net zoals het nooit alleen maar over gezelligheid en warmte gaat. Dat gaat niet: kerst is iets wat je moet voelen. En soms voel je het niet. Dat is niet erg, niet raar, niet triest: soms voel je het gewoon niet.
Als meisje vond ik de hele decembermaand altijd heerlijk: het waren de weken van kaarsjes en dekentjes, van taarten en koekjes bakken met mijn moeder, van schaatsen en warme chocolademelk, van dikke truien en avonden waarop de bureaulamp aan moest om nog iets te kunnen zien. Ik vond het heerlijk hoe de kerstsfeer dan langzaam binnensloop, met kwelende kerstliedjes en zoetsappige kerstfilms die toch altijd zo ontzettend fijn waren. Ik vond het geweldig om met z’n allen de kerstboom op te tuigen en kerststukjes te maken. We waren helemaal niet gelovig, maar het hoorde er gewoon bij om op kerstavond naar de kerk te gaan en om op kerstochtend bij het ontbijt het kerstverhaal te lezen, net zoals we in de dagen vóór kerst sprookjes en fabels van Fontaine lazen. Het was traditie om na het ontbijt de cadeautjes uit te pakken – iedereen kocht twee à drie cadeautjes voor iedereen – en dan gewoon te praten over van alles en nog wat terwijl we kerstkransjes aten en thee dronken. Er werd gekookt en gebakken en de lekkernijen gingen mee naar het huis van opa en oma, waar we met de hele familie aten. Tweede kerstdag was dan voor het kijken van The Sound of Music en Sissi en ’s avonds gingen we naar een toneelstuk of musical. Zo ging het jarenlang elk jaar, en ik vond het heerlijk.
Ook in mijn studententijd ging ik nog elk jaar naar huis om de kerstdagen precies zo door te brengen. Waar kerst precies over ging of over moest gaan, daar stond ik helemaal niet bij stil. Waarom zou je daar ook eigenlijk bij stilstaan? In mijn ervaring worden dingen alleen maar veel te ingewikkeld als je er constant over nadenkt. Kerst is iets wat je moet voelen en moet beleven, want daar zit de magie in: het is goed, hoe dan ook. Onbewust heeft het kerstfeest voor mij gewoon altijd gedraaid om familie en genegenheid, om simpelweg… genieten en gelukkig zijn. Even geen problemen en conflicten, gewoon alleen maar samenzijn en kerst vieren. Gewoon simpel. En als kind heb ik gedacht dat iedereen op die manier kerst moest kunnen vieren, ongeacht je situatie.
Nu ben ik niet meer zo naïef. Ik weet dat er tal van manieren zijn om kerst te vieren en dat de een niet meer of minder deugdzaam is dan de ander, dat het erom gaat dat je je er goed en geborgen bij voelt. Maar ik weet ook dat de feestdagen voor sommige mensen een hel zijn in plaats van een heerlijkheid. Dat is ook iets wat ik vroeger nooit begreep: hoe kon kerst nou een hel zijn, het gaat er juist om dat je in die periode even niet bezig bent met nare dingen maar je gewoon focust op al het mooie in je leven.
Inmiddels weet ik beter. Ik werk al sinds mijn vijfentwintigste in dit huis, dat een thuis is geworden voor jongeren die misschien nog jaren te leven hebben, maar niet meer het leven kunnen leiden waar ze van droomden. Jongeren die gedwongen zijn te rusten en te ontspannen omdat hun kwaliteit van leven dan nog zo hoog mogelijk is. In de twintig jaar dat ik probeer een moederfiguur voor ze te zijn, heb ik veel van hen achteruit zien gaan tot het voorbij was. Ik heb gezien hoe de anderen hen verloren, ik heb ze zelf verloren. Ik heb de pijn gezien op de gezichten van vrienden en familie en ik heb de pijn gevoeld. En ik weet: soms zijn de feestdagen een hel. Het zijn de dagen die je wilt doorbrengen met de mensen van wie je houdt en als dat niet kan, doet het vreselijk veel pijn. De afwezigheid herinnert je aan het verdriet, en het verdriet verhindert het plezier in de kerstsfeer. Soms is het gewoon een hel.
Maar tegelijkertijd geeft dat besef kracht, aan mij en aan de anderen die voor deze jonge mensen zorgen en ook aan hen. Want hoe pijnlijk het ook is dat sommigen er niet meer zijn, wij zijn er nog wel. Ik kijk naar degenen die in de zitkamer hun eigen dingen doen terwijl ik mijn beroemde appeltaart bak en ik voel tranen: van verdriet om hen die er niet meer zijn, maar ook om het besef dat het voor elk van hen de laatste kerst kan zijn. Toch zijn het ook tranen van vreugde, omdat we er met ons allen nog wel zijn. We kunnen nog bij elkaar zijn en genieten en gelukkig zijn. Op wat voor manier dan ook.
Ik zie al jaren hoe iedereen hier zijn of haar eigen tradities heeft, tradities die lichtjes in hun ogen aansteken en een glimlach op hun gezicht brengen. Tradities die ervoor zorgen dat die schaduw over hun gelaat, veroorzaakt door de sluimerende angst voor het einde, een poosje verdwijnt. Ik zie hoe ze op kerstavond uit hun dak gaan bij de kerstliedjeskaraoke en hoe ze vervolgens popcorn naar elkaar gooien en keihard lachen tijdens de kerstfilmmarathon. Ik zie hoe de twee jongens elkaar proberen te verslaan met potjes schaak en scrabble en hoe de meisjes urenlang praten over herinneringen aan kerstgala’s en –feestjes. Ik zie hoe ze glunderen en glimlachen als ze na de kerstdagen terugkomen van een paar dagen thuis, waar ze optimaal van hebben genoten omdat het een cadeautje was dat ze naar huis konden. Ik luister naar de uren waarin ze elkaar zachtjes voorlezen uit kerstromans en verhalenbundels en hoe er soms gekeken wordt naar kerstshows. Ik zie de gezelligheid en het plezier bij het kerstdiner.
Maar ik zie ook hun eigen tradities en sfeertjes. Ik zie hoe Serena, wiens geloof in God me al sinds haar komst hier inspireert, op kerstavond en –ochtend met een gelukzalige glimlach naar de kerkdiensten op televisie kijkt. Ik zie hoe Annemerel elke avond van de advent kaarsjes aansteekt voor degenen die zijn overleden en gewoon een tijdje bij hen zit. Ik luister naar Mark, die vertelt over de dieren in het asiel waar hij elke tweede kerstdag naartoe probeert te gaan om ze wat liefde en kerstvreugde te geven, en ik luister naar Sander, die hetzelfde doet met het daklozencentrum. En ik luister vooral ook naar de geanimeerde verhalen van de anderen verpleegkundigen, die met hart en ziel genieten van de familiebijeenkomsten tijdens de kerstdagen.
Dit jaar is het bijzonder, anders. Het meisje dat hier nu iets langer dan een jaar zit en tijdens haar eerste kerst, vorig jaar, niet in de stemming was omdat ze rouwde om het leven dat ze nooit meer zou kunnen leiden, is nu de vrolijkste van allemaal. Ze draagt alleen nog maar kersttruien, neuriet de hele dag liedjes en als ze in haar kamer is hoor je niets anders dan de kerstalbums van Taylor Swift, Kelly Clarkson en Elizabeth Chen. Ze heeft een serene glimlach op haar gezicht die me vertelt dat ze gewoon gelukkig is, zo gelukkig als ze maar kan zijn in haar omstandigheden. En dat komt door een van de anderen hier. Hij is er nog maar anderhalve maand, hij heeft het moeilijk gehad – hij begreep niet hoe ze hier allemaal zo relatief normaal kunnen leven terwijl de dood hen min of meer boven het hoofd hangt – maar nu is ook hij gelukkig. Hij is voortdurend in de keuken te vinden om allerlei lekkernijen te bakken, hij strooit feitjes rond over de geschiedenis van kerst en hij lacht gewoon voortdurend zo’n heerlijke lach. Maar het meest gelukkig zijn ze met elkaar. In al die tijd dat ik hier werk, heb ik dit nog nooit meegemaakt, maar het is het mooiste wat ik ooit heb gezien. Ze kennen elkaar nog maar zo kort, maar ze zijn tot over hun oren verliefd – nee, ze zijn niet verliefd, ze houden van elkaar.
Ze houden echt van elkaar. Ze weten dat trouwen, kinderen krijgen en samen oud worden er niet in zit, dat ze misschien niet eens de volgende kerst zullen halen, maar ze zijn zo ontzettend dol op elkaar dat iedereen glimlacht als ze die twee samen zien. Ze maken er geen probleem van, ze willen gewoon… de tijd die hen nog rest, willen ze samen doorbrengen. En dus zitten ze bijna elke dag samen op de bank, zij half of helemaal bij hem op schoot, hij met zijn armen om haar heen en hun handen verstrengeld. Hij haalt thee voor haar, leest haar voor en kust haar zoals een sprookjesprins zou doen. Zij kan met haar vingers niet uit zijn haar blijven – dat ziet er ook wel erg goed uit, ik neem het haar niet kwalijk – en fluistert voortdurend inside jokes in zijn oor terwijl ze over van alles en nog wat praten. Ze hebben samen hun kleine kerstbomen opgetuigd en zijn samen gaan schaatsen, en nu…
Nu is het kerst. Gisteravond zijn ze samen op de bank in slaap gevallen terwijl de laatste film van de marathon afliep en nu hebben we voor de thuisblijvers een klein kerstfeestje. Mariah Carey staat op repeat, de koekjes en taartjes zijn niet aan te slepen en er worden Disneyfilms gekeken. Terwijl de verpleegkundigen bezig zijn de tafel te dekken voor het diner, leest hij haar zachtjes voor uit haar favoriete sprookjesboek. Even later, wanneer het tijd is om cadeautjes open te maken (iedereen heeft twee à drie dingen voor de anderen besteld) krijgt ze van hem het nieuwste seizoen van Downton Abbey op dvd met in het pakje nog een tweede cadeautje verstopt: een armband met de datum van hun ontmoeting – en haar opnamedatum – erin gegraveerd. Zij geeft hem een miniatuurportret van iemand uit de negentiende eeuw met een persoonlijke boodschap en haar eigen portret op de achterkant. Geschenken die de eeuwigheid zullen overleven als zij dat niet kunnen.
Die avond gaat de televisie uit en de muziek harder, wordt er gegeten en gelachen en gepraat. Na het toetje vraagt hij haar ten dans: ze staat niet stevig op haar benen en dus neemt hij haar in zijn armen en tilt haar een klein stukje op, zodat ze zweeft. Ze dansen en kussen en giechelen, en dan begint het te sneeuwen. Ze zijn de enigen die naar buiten willen gaan, en als ik voor het raam ga staan zie ik hoe ze sneeuwengelen maken en elkaar bekogelen met sneeuwballen voor ze maar liefst twee – kleine, dat wel – sneeuwpoppen maken. Ze lachen, kussen, knuffelen. En ik lach ook. Om hen, om hun wonderlijke liefde voor elkaar, voor de tijd die ze nog rest en voor de kwaliteit van leven die ze nog hebben. ‘Vrolijk kerstfeest, jongens’, mompelde ik zacht.
Noot: Vorig jaar kreeg ik de vraag of een van mijn bezoekers een kerstverhaal van mij mocht gebruiken. Ik zag dat helaas te laat en omdat kopiëren niet mogelijk is, wil ik je het volgende vragen: wil je dit verhaal ergens voor gebruiken, neem dan even contact op met het contactformulier of via sociale media!
Een prachtig verhaal. Vief ga zo door ! ?
Mooi verhaal, echt heel mooi! Het komt ook wel heel erg binnen bij mij. Een van mijn beste vriendinnen brengt de Kerst door in het ziekenhuis (hiervoor lag ze in het hospice), wetende dat dit haar laatste Kerst is. Dat doet zoveel pijn en zorgt voor zoveel machteloosheid. Ze heeft ook geen behoefte aan bezoek, dus ik kan echt helemaal niks voor haar doen. Dat drukt toch wel een heel negatief gevoel op dagen die ik wel gezellig met familie en vrienden doorbreng.
Zo simpel is dan geluk onlangs geplaatst…Prettige feestdagen!
Mooi verhaal, je hebt echt een aangename schrijfstijl. Succes nog verder!
Anke onlangs geplaatst…It’s a Wrap
Wat een prachtig geschreven verhaal. Ik kan me er ook helemaal in vinden. Heftig hoe je het beschrijft ook. Geluk tijdens de kerstdagen is niet vanzelfsprekend, dus ik ben enorm dankbaar dat ik hier wel heel gelukkig van kan worden!