Als je het hebt over momenten die in de afgelopen drie jaar beslissend zijn geweest voor de omslag in mijn schrijven van uit de hand gelopen passieproject naar serieuze tweede carrière, dan is dat niet moeilijk. Zo was er het moment in 2019 dat ik ja zei toen Lianne Reijntjes me vroeg of ik mee wilde doen met haar verhalenbundel Zomerdromen, de dag in 2021 dat ik besloot na jaren geen lange verhalen te hebben geschreven de sprong te wagen en gewoon te beginnen met het eerste deel van die new adult-trilogie die ik in mijn hoofd had, de dag dat ik besloot een idee voor een fantasy-novelle te pitchen bij een uitgeverij, het moment dat ik wist dat ik een sciencefictionverhaal wilde schrijven om mee te dingen naar een plekje in de verhalenbundel Nieuwe Horizon… en het moment in voorjaar 2022 dat ik besloot mee te willen doen met de jaarlijkse Zin in Feelgood-schrijfwedstrijd van uitgeverij Luitingh-Sijthoff. En vooral dat laatste moment is een onbetwist keerpunt én hoogtepunt geweest, want een halfjaar later kwam ik als winnaar uit de bus… *insert ontploft hoofd-emoji*
Oké, even terug naar het begin. Een paar jaar geleden (jazeker, mijn ideeën blijven vaak echt jaren liggen voor ik ze ga uitwerken) kwam ik online een artikel tegen dat de romantica en liefdesliefhebber in mij helemaal fantastisch vond. Het ging over dat het voor toeristen mogelijk was om in Rome een zogenaamde Instagram boyfriend-stadsgids annex fotograaf te huren. Voor het niet-schrijvende brein is dat misschien een gevalletje ‘jeetje, alles voor de sociale media’ of een gevalletje ‘goeie marketing’, maar ik mijn brein schrééuwde onmiddellijk ‘romcom’. Ik geloof dat ik destijds heb getweet of iemand á la Colleen Hoover alsjeblieft dat verhaal kon schrijven en of Netflix de film kon maken, want het leek me ICONISCH. Maar toen dacht ik: …wacht even. Ik ben toch zeker zelf schrijver?
Ik heb het idee toen genoteerd, met linkje naar het artikel en al, en ben het op dat moment vergeten… tot er in voorjaar 2021 een schrijfwedstrijd voorbij kwam waarbij ik meteen aan dit verhaal moest denken. Al snel bleek echter dat het niet het juiste moment was: ik zat midden in het eerste deel van mijn romantrilogie en alles in me trok me daarnaartoe, dus liet ik het idee half uitgewerkt liggen… tot een jaar later, in maart 2022, toen de wedstrijd van LS Amsterdam werd aangekondigd. Een zomers verhaal met als thema ‘ik vertrek’, maximaal 25.000 woorden, met als deadline voor het inleveren 31 augustus. En ik wist meteen: dit wil ik doen. Dit ga ik doen. En wel met dat idee over die Instagram-boyfriend.
Ik begon met uitwerken hoe het verhaal eruit moest zien, liep een paar keer vast, gooide het om… en begon in de zomer met schrijven, aangezien ik eerst nog het verhaal voor de bundel Wintermagie in elkaar moest zetten. Eenmaal aan het schrijven liep ik nog een paar keer vast met plotten en het ging allemaal wat langzamer dan ik wilde… waardoor ik, toen de deadline met rasse schreden begon te naderen en het verhaal nog maar half af was, meerdere keren heb overwogen om te stoppen en het bij de volgende wedstrijd opnieuw te proberen. Maar… ik ging door. Werkte stug door, probeerde de tijdsdruk te negeren en schreef avonden achtereen – omdat ik geloofde in het verhaal en het in ieder geval geprobeerd wilde hebben, en omdat iets me zei dat dit ging lukken, dat ik ervoor moest gaan.
En of het nou het universum was, mijn toekomstige of hogere zelf, mijn eigen vastbeslotenheid of een combinatie van dat alles… maar het lukte. In de laatste dagen van augustus schreef ik het af, en letterlijk op 30 en 31 augustus heb ik de laatste woorden geschrapt (want natuurlijk zat ik eerst ver over die 25.000 heen) en het manuscript ingeleverd. Er is geen proeflezer overheen gegaan, zoals ik in eerste instantie wel had gewild, alleen maar mijn eigen revisies tijdens het inkorten…. en ik was vooral heel erg opgelucht en trots dat het me was gelukt. Ik had heel eerlijk gezegd geen torenhoge verwachtingen, zeker omdat ik er dus geen feedback op had gekregen, maar ik was trots, trots dat ik ervoor was gegaan en er tot het moment van verzenden keihard aan had gewerkt, en ongeacht de uitkomst van de wedstrijd was ik trots op het verhaal.
En toen begon het grote wachten, want na de ontvangstbevestiging moest ik tot 1 oktober geduld hebben voor de longlist. Hopen mag, maar geen verwachtingen koesteren, prentte ik mezelf in – want ik hoopte natuurlijk heel erg dat ik de longlist zou halen, dat zou ik gewoon heel tof vinden, maar dat gevoel van trots ongeacht wat er zou gebeuren bleef het sterkst aanwezig. En dus ging ik met andere projecten aan de slag en wachtte ik af.
En toen werd het 1 oktober. De longlist werd gepubliceerd – en ik stond erop. Mijn verhaal zat bij de beste 10. En dat was een fantastisch gevoel – omdat ik het dus op zulk goed geluk had ingestuurd, maar ook omdat ik eigenlijk nog nooit eerder echt aan een schrijfwedstrijd had meegedaan omdat ik me nooit eerder klaar had gevoeld voor hoe serieus mijn schrijfcarrière zou worden als ik eventueel zou winnen, en omdat ik me er nu heel duidelijk wél klaar voor voelde, mocht het zo zijn dat het zou gebeuren. Ik was eraan toe om echt iets moois, iets serieus en iets heel goeds van het schrijven te maken, was daar al sinds 2020 mee bezig, en misschien kwam daar het sterke gevoel van voor die wedstrijd willen gaan wel vandaan… in ieder geval voelde die longlist als een hele fijne bevestiging dat het een goede keus was geweest om door te zetten en mee te doen!
Twee weken later, op 15 oktober – de verjaardag van mijn moeder – werd ook de shortlist bekend… en hoewel ik het stiekem wel heel erg hoopte, prentte ik mezelf ook nu weer in niet té hard te hopen, want de lnoglist was al prachtig. En toen stond ik óók op de shortlist, hoorde ik bij de beste vijf. Die roze wolk waar ik na de bekendmaking van de longlist op terecht was gekomen ontplofte nu in een nog veel grotere glitterwolk en ik was ZO BLIJ. En ZO TROTS. Met een verhaal dat ik maar nét af had gekregen, dat geen andere ogen had gezien dan de mijne voor het naar de jury ging, de shortlist halen? Bizar… maar zo ontzettend gaaf.
Maar toen begon het allermoeilijkste wachten… tot 1 november, voor de bekendmaking van de winnaar. En, nou ja, nu hoopte ik eigenlijk toch wel heel erg hard dat het me zou lukken… want na A en B wil je ook C wel heel graag halen. Dus 1 november kwam, en het was een doordeweekse dag, dus ik was aan het werk en zat vlak voor tienen nog in een vergadering, en toen dat klaar was, was het nog een paar zenuwslopende minuten wachten tot het filmpje met de bekendmaking online zou komen. En toen het kwam… er zijn veel momenten in mijn leven geweest waarop ik volmaakt gelukkig was, maar dit moment heeft wel meteen een toppositie veroverd – want ALLE WEGEN DIE NAAR ROME LEIDEN NOG AAN TOE, IK HEB GEWOON GEWONNEN? Met een verhaal dat ik op goed geluk heb ingestuurd gewoon omdat het goed voelde om ervoor te gaan, zonder proeflezers, ternauwernood door de tijdnood heen gekomen… en ik heb gewoon gewónnen. Hoe ongelooflijk gaaf is dat?
Een verhaal met een eigentijds concept dat leest als een trein. Je waant je helemaal in de kleine straatjes van Rome, de sfeer is heerlijk neergezet. Daarbij een verrassende slot met een veelbelovend open einde, kortom een echte feelgood!
Deze quote uit het juryrapport en het filmpje maakten het absoluut euforische en onoverwinnelijke gevoel helemaal compleet, en die roze glitterwolk werd opeens een enorm glanzend knalroze zonnestelsel waar ik nu, drie maanden later, nog steeds in vertoef.
Anderhalve maand na die verrukkelijk gelukzalige eerste dagen van november zat ik in Amsterdam op het kantoor van de uitgeverij om het contract te tekenen voor de publicatie in ebook- en audioboekvorm van mijn verhaal, mijn hart vol vlinders door het warme bad, de mooie complimenten en alle plannen en ideeën die voorbij kwamen… en inmiddels is het overheersende gevoel er absoluut een van trots, maar zeker ook van bevestiging – dat dit een fantastische stap was in het proces van schrijver worden – dat allang begonnen was, maar nu echter dan ooit begint te voelen – waarvan ik ontiegelijk trots ben dat ik ‘m heb gezet.
Het verhaal wordt binnenkort de wereld in gestuurd, maar op dit moment zijn we nog volop bezig met de post-productie, om het zo maar te noemen: ik ben met mijn redacteur – ook wel echt heel tof om gewoon te kunnen zeggen dat je een redacteur hebt hoor jongens – in gesprek over wat we willen voor de titel, het omslag, welke dingen er inhoudelijk nog herschreven en aangepast kunnen worden om het verhaal nog naar een volgend niveau te tillen en puntjes op de i te zetten… en het is allemaal zo ontzettend leuk en ik geniet enorm van elke stap. Waar ‘op goed geluk met een goed gevoel’ wel niet goed voor kan zijn <3