Bron beeld: Femke Cools (Twitter)
Jezelf ontwikkelen als competent docent, dat is het doel van de extra-curriculaire activiteiten die we als onderdeel van het afstuderen moeten uitvoeren. Lezingen, workshops, evenementen, cursussen: alles wat maar met het onderwijs of het schoolvak Nederlands te maken heeft en niet door de Hogeschool wordt georganiseerd, telt mee voor de 36 uur en tientallen pagina’s aan verslagen. Wij als studenten grijpen zo ongeveer alles aan wat we voorbij zien komen, ‘omdat het gebruikt kan worden voor het ECA-dossier.’ En zo kamen we ook terecht bij de Startersmiddag van afgelopen woensdag: een bijeenkomst voor startende en aankomende leraren met workshops van experts. Voor mij was het de eerste keer dat ik zo’n bijeenkomst voor leraren bijwoonde: spannend, maar wel op een heel positieve manier! Want als iemand die graag bezig is met onderwijsvisie en het verkennen van grenzen in het onderwijs leek het me enorm interessant.
Organisatorische gebreken
Woensdagmiddag 9 maart, het gebouw van een Visio(slechtzienden)-school: een behoorlijk aantal jonge mensen verzamelt zich in de aula voor een eerste kennismaking onder het genot van koffie, thee en koek. Op de stoelen liggen programma’s en flyers. Ik ben een van de eersten en bestudeer geboeid het aanbod van workshops, want ik heb nog niet besloten welke ik precies wil gaan volgen – er is zoveel interessants! Van tevoren had ik Oudergesprekken, Solliciteren en Het vak meester al uitgesloten, want de eerste twee waren niet zo relevant voor mij en de derde leek me een beetje teveel op de intervisiebijeenkomsten van stagebegeleiding. Nee, ik had in ieder geval mijn zinnen gezet op Timemanagement, want het efficiënt omspringen met tijd in en buiten de les is niet mijn sterkste punt. Maar… toen ik het programma bekeek, zag ik dat er een aantal workshops verdwenen was. En inderdaad, bij de opening werd al gezegd dat de betreffende workshops waren uitgevallen omdat de docenten ziek waren of om een andere reden niet konden komen. Erg jammer, zeker voor degenen die voor een bepaalde workshop in het bijzonder waren gekomen (daar was ik er toch eigenlijk ook wel eentje van) en ik vind het ook een beetje slordig. Ligt het aan mij of is het vanzelfsprekend dat je zorgt voor back-up, andere docenten die het dan kunnen overnemen?
Nog een mankement in de organisatie: bij de start van de eerste workshopronde bleek al snel dat sommigen bij voorbaat al vol waren: Een stevige start in en met je klas en Hoe word je een leraar met lef? behoorden al niet meer tot de mogelijkheden. Op internet werd niets vermeld over het vooraf opgeven voor workshops, maar ik vermoed dat dit toch wel het geval is geweest want zo snel kunnen ze toch niet vol raken? Blijkbaar wel. Misschien kwam het ook doordat die Leraar met lef-workshop, welke me ook erg aansprak, goodiebags opleverde. Wie weet. Ik vond het in ieder geval jammer dat ik niet de workshops heb kunnen doen die ik het liefste wilde.
Eigen koers bepalen
De dag werd georganiseerd door de Lerarenkamer, oftewel de vereniging van Leraren van het Jaar. Wouter Siebers is onlangs verkozen tot Leraar van het Jaar 2015 en dus was het aan hem om deze bijeenkomst te openen met een mooie, inspirerende speech die door sommigen bestempeld zou worden als cheesy – maar ik denk dat een beetje cheesiness best op zijn plaats is als je het hebt tegen een groep jonge docenten (to be). Ik vond het bovendien erg leuk om min of meer gefeliciteerd te worden met de keuze voor het onderwijs en kon me helemaal vinden in zijn verhaal over hoe je een verschil, hoe klein ook, kunt maken als docent: niet per se in het schoolsysteem, de maatschappij of de wereld, maar veel meer in het persoonlijke leven van een leerling – en dat gebeurt sneller en vaker dan je denkt. Het verhaal dat hij vertelde over een erg gesloten leerlinge die hij zover kreeg dat ze de wereld om haar heen durfde in te stappen, bewees dat.
Waar hij het echter vooral over had, was het zoeken naar en varen van je eigen koers binnen het onderwijs, iets wat mij wel heel erg aanspreekt. Het is juist zo belangrijk dat je er iets persoonlijks aan geeft, dat je weet welke kant je op wilt en hoe je het wilt doen, wat de kern van het door jou gegeven onderwijs moet zijn en hoe je invulling geeft aan de kernbegrippen contact, verbondenheid, vertrouwen en ontwikkeling. Heel mooi om te beseffen dat dit echt de kern is van het hedendaagse onderwijs: dat je het als docent persoonlijk maakt, dat je probeert het anders te doen en door te dringen tot de essentie, dat je zoekt naar manieren om een impact te maken en dat het niet meer alleen maar draait om ‘’leerlingen moeten iets leren, of ze dat nou leuk vinden of niet.’’ Hij vroeg ons om na te denken over waar we voor staan en wat we willen bereiken, en dat is toch wel iets heel moois. O ja, en dat er meer mannen voor de klas moeten, was ook een heel duidelijk standpunt van Siebers: iets waar ik me wel bij aansluit, want wie weet is die overheersing van vrouwen wel helemaal niet positief voor onze leerlingen!
De workshops: inzichten en handvatten
De eerste workshop die ik vervolgens deed, was Onderwijs als kunst en richtte zich vooral op het divergent lesgeven, het buiten de methode durven stappen en het nadenken over die daadwerkelijke essentie. Inspirerend, want het roept vragen op: hoeveel kaders hebben we eigenlijk als het gaat om het onderwijs, de lerarenopleiding en ons eigen lesgeven? Wat zouden we eigenlijk idealiter willen als we echt ons eigen onderwijs mochten ontwerpen alsof het kunst was? Heel mooi om daarover na te denken, vooral omdat de werkelijke essentie vooral te maken heeft met leerlingen zelf, persoonlijke aandacht – kennen, herkennen en erkennen – en met magische momenten van impact, waarop je echt iets doet: dat bereik je meestal niet door trouw volgens het boekje te werken en te doen wat er verwacht wordt, maar juist door de grenzen te verkennen en waar mogelijk te verleggen. Zoek je eigen identiteit en inspiratie, zoek de kunst, zoek de magie.
Waar deze workshop vooral inspirerende inzichten gaf, was de tweede workshop, Een stevige start in en met je klas, veel meer gericht op praktische handvatten. In een klein groepje gingen we aan de slag met spelletjes, oefeningen en activiteiten die ik ook daadwerkelijk zou inzetten in de lessen. Spelletjes om elkaar te leren kennen, om namen te onthouden, om normen aan te leren, om de lessen evenwichtig te houden maar ook om als docent inzicht te krijgen in de leerlingen die je in je klas hebt, op wie je moet letten en om op basis daarvan de groep goed te kunnen sturen. Het zijn activiteiten die ook zorgen voor gezelligheid en hilariteit, die dus ook bijdragen aan een prettige sfeer en goed onderling contact: dingen waar je echt mee aan de slag kunt en waarvan je handen gaan jeuken om ze lekker toe te gaan passen!
Wat ik heb geleerd
Uiteindelijk vond ik het een enorm inspirerende middag: hoewel ik het liefst alle workshops zou hebben gevolgd om maar zoveel mogelijk informatie, inzichten en aanwijzingen in te drinken, heb ik echt wel stof tot nadenken gekregen. Over hoe ik à la Robin Williams in Dead Poets Society de methode en vaste formats aan mijn laars zou kunnen lappen, over de waarde van magische momenten en welke andere dingen daarvoor zouden mogen wijken en welke mogelijkheden ik zou kunnen hebben voor het verleggen van de grenzen binnen het onderwijs dat ik geef. Maar ook over de simpele manieren om invloed uit te oefenen op groepsvorming en onderlinge contacten en een band met leerlingen en dat het echt waardevol is om daar aandacht aan te besteden, desnoods in vakinhoudelijke context. Ik ben blij dat ik gegaan ben, want die inzichten en handvatten gaan me vast nog heel ver helpen komen!
Wat is de essentie van goed onderwijs volgens jou?
[…] Deelnemer Vivian heeft een blog geschreven, waarin ze vertelt over haar ervaringen en waarin ze de LerarenKamer ook voorziet van feedback omtrent de organisatie; heel fijn! Lees hier haar verslag van de dag. […]