Ik heb het koud. Ik heb honger. Ik ben bang. Tenminste, dat denk ik. Ik lig al twintig weken in coma en verbeeld me dat ik het koud heb, dat ik honger heb en dat ik bang ben. Dat is belachelijk, want als er iemand zou moeten weten wat ik ervaar, ben ik het zelf, maar nu… Ik kan me alleen dingen inbeelden. Ik weet dat ik in coma lig, omdat ik ze erover heb horen praten. Vagelijk. Het moet zo’n zes weken geleden zijn dat ik voor het eerst ‘hoorde’. Als ik goed heb geteld.
Hoe ik bij dit boek kwam
Ik ben er was twee jaar geleden één van de romans die veel aandacht kregen op boekenblogs, samen met onder andere Het geheim van mijn man van Liane Moriarty. Ik kocht het boe bij de AKO in het ziekenhuis, waar ik vaak boeken koop als ik toe ben aan ‘’even een ander genre’’ of ‘’even een lekker wegleesboek.’’ Het leek me een fijn boek om tussendoor te lezen, een mooi liefdesverhaal waar ik niet al te lang over zou doen. En zoals het meestal gaat met dat soort boeken, bleef het ergens onderaan mijn TBR bungelen. Tot ik besloot dat ik het tijd vond om wat meer relatief oudere boeken te lezen en ik met dit exemplaar besloot te beginnen. Een wijs besluit.
Waar het over gaat
Elsa ligt al een aantal maanden in coma na een skiongeluk, maar is zich pas sinds een paar weken weer een beetje bewust van de wereld om zich heen. Dat wil zeggen: ze hoort wat er gebeurt, maar haar andere zintuigen zijn nog uitgeschakeld en dus kan ze geenszins laten weten dat ze er is. Haar pogingen om de regie over haar lichaam én haar leven weer terug te krijgen, veranderen in een ware strijd wanneer Tribault bij toeval haar pad kruist. Zijn broer heeft in een dronken bui een dodelijk ongeluk veroorzaakt en Tribault is in de war: over zijn toekomst, het verschil tussen goed en kwaad en over het leven zelf. Komen Elsa en Tribault op het verkeerde moment op de verkeerde plaats in elkaars leven? Of zijn ze allebei precies wat de ander nodig heeft?
Wat ik ervan vond
Ik heb nog nooit iets van Clélie Avit gelezen en ik weet niet of het haar schrijfstijl is of iets wat vaker terugkomt in de Franse literatuur, maar ik vond Ik ben er een heel fijn boek om te lezen. Het is heel kalm en rustig geschreven, maar zonder dat het saai wordt. Ik kreeg er eerder een ‘’precies goed’’-gevoel bij: op de juiste momenten krijgt het meer vaart en intensiteit en het heeft een heel lieflijk sfeertje. Bijna een soort modern sprookje, of beter gezegd: het is bijna alsof het allemaal de luchtkasteel-achtige verbeelding van een comapatiënt is: heel bijzonder. Het verhaal is grappig en aandoenlijk, maar het zette me ook aan het denken en door de mooie, beeldende en vaak zelfs poëtische schrijfstijl genoot ik echt van het lezen.
Personages
Ik ben er is een prachtig voorbeeld van een boek dat gedragen wordt door de personages. Alle karakters in het boek zijn mooi uitgewerkt, op zo’n manier dat ze op de lezer hetzelfde effect hebben als op de personages: sommige personages, zoals de vrienden van Elsa en Tribault, zijn heel kleurrijk en sympathiek neergezet terwijl andere karakters, zoals de familie van Tribault en de medewerkers van het ziekenhuis, een meer vluchtige indruk maken terwijl ze toch een significante rol spelen. Het mooie is dat juist die personages voor mooie plotwendingen zorgen en dat vind ik erg mooi gedaan.
Elsa
De mooiste personages zijn echter natuurlijk Elsa en Tribault. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik iets meer had verwacht van de manier waarop hun band bloeit en sterker wordt, maar als afzonderlijke personages zijn ze wel heel bijzonder. Vooral Elsa: het raakte me echt hoe ze vecht voor haar leven en wanhopig probeert om te laten zien dat ze er nog is: het contrast tussen haar machteloosheid en toch ook haar kracht en pit vond ik erg goed neergezet.
Tribault
En dan is er natuurlijk Tribault: in het begin is het lastig om hem te leren kennen, maar dat komt – zo blijkt al snel – doordat hij zichzelf ook niet echt meer kent. Maar ik kreeg hoe langer hoe meer sympathie voor hem: ik vond zijn schaamteloze acties leuk, zijn rauwe emoties boeiend en zijn dynamiek met de andere personages en de mensen in zijn omgeving vond ik echt goed neergezet. Bij Elsa kon ik me echt inleven in haar gevecht en bij Tribault vond ik het intens bijzonder om zijn zoektocht naar iets om voor te vechten te volgen. En doordat je dat contrast tussen die twee op zeker moment door krijgt, wordt het verhaal heel bijzonder en boeiend en diepgaand. Je moet er misschien een beetje in geloven, maar dat is het ook echt wel waard.
Conclusie
Ik ben er van Clélie Avit is een mooi, intiem verhaal over de zoektocht naar iets om voor te leven. Avit heeft een ontzettend fijne schrijfstijl en haar personages geven het verhaal wondermooie dimensies en wendingen. Het is misschien een beetje sentimenteel en je zou het zelfs vergezocht kunnen noemen, maar voor romantici zoals ik is het een heerlijk boek.
Titel: Ik ben er (Je suis là)
Auteur: Clélie Avit
Vertaald door: Carolien Steenbergen
Uitgeverij: Xander Uitgevers
Verschenen: oktober 2015
Aantal bladzijden: 264
Genre: roman
Beschikbaar als: paperback, ebook (Kobo Plus)
ISBN: 9789401604543
| Goodreads | Bol.com | Auteurssite |