Bron

Het gaat alweer een kleine maand goed met mij! Daar ben ik natuurlijk elke dag onwijs blij om en ik geniet er dan ook intens van dat ik mijn leventje weer terug heb – dat is namelijk echt hoe het voelt. Maar nu ik ook weer gewoon naar school kan en op dagen dat ik thuis ben mijn gewone dingen kan doen, besef ik ook hoe anders mijn dagen eruit zien als ik me niet zo goed voel. En hoe fijn het is om nu weer een ritme in mijn daginvulling te hebben. Lees verder als je wilt weten hoe mijn dag tot dag-leven er momenteel uitziet!

Opstaan

Hoe laat ik opsta, ligt er natuurlijk aan wat ik die dag moet doen. In mijn huidige rooster hoef ik gelukkig maar één keer per week echt vroeg op, namelijk voor stage: dan komt de taxi tussen half acht en kwart voor acht en moet ik dus om zeven uur (’s ochtends, haha) op. Dat is op maandag of op woensdag. De rest van de week heb ik gelukkig alleen maar ’s middags college, op z’n vroegst om 12:10: dan komt de taxi rond half twaalf. Op die dagen probeer ik steeds tussen negen en tien op te staan. Heb ik vrij, dan is het meestal tussen tien en elf. En op zaterdagochtend is het ook een vroegertje: dan moet ik rond kwart over negen op de manege zijn dus dan sta ik rond kwart over acht op.

Het ochtendritueel kost bij mij enerzijds minder, maar anderzijds ook juist meer tijd dan bij de meeste mensen: enerzijds heb ik minder tijd nodig omdat ik niet hoef te ontbijten. Ik kan in ongeveer een halfuur, zonder treuzelen, helemaal klaar zijn: dat is dan aankleden, toiletbezoek en tandenpoetsen. Als ik moet douchen is het een ander verhaal: dat doe ik niet elke dag en het verschilt ook op welk moment van de dag ik het doe. Als ik niet vroeg weg hoef doe ik het ’s ochtends, en anders als ik thuiskom. Douchen kost op zich niet zo heel veel tijd omdat ik er niet lang onder sta, maar het ritueel van uit- en aankleden kost vaak wel tijd doordat ik daar heel gauw moe van word. Om je een idee te geven: als ik een vrije dag heb en ik wil douchen, dan begin ik bijvoorbeeld om tien uur met het gewone ritueel (wc en tandenpoetsen) en dan ben ik pas rond elven helemaal klaar. Meestal moet ik dan alleen nog even mijn moeder mijn haar laten doen: ik kan het in principe zelf, maar de kracht en energie ontbreken me meestal.

Het heeft trouwens ook heel erg te maken met hoe ik ben hoe lang ik erover doe ’s ochtends: toen het niet zo goed ging, deed ik er echt veel langer over. Op een dag dat ik me goed voel, wil ik ook graag over tot de orde van de dag dus dan spoor ik mezelf aan om lekker vlug alles door te werken.

Daginvulling

Na het ochtendritueel ga ik dus dingen doen. Afhankelijk van de dag is dat ofwel school, ofwel stage, ofwel thuisblijven. Mijn rooster ziet er als volgt uit:

Maandag: stage van 8:30 tot 12:00 of vrij
Dinsdag: school van 13:00 tot 16:00
Woensdag: stage van 8:30 tot 12:00 of vrij
Donderdag: school van 15:50 tot 17:50
Vrijdag: school van 12:10 tot 15:50

Ik heb wel elke week stage, maar afwisselend op maandag- en woensdagochtend dus vandaar dat ik altijd elke week een dag vrij heb. Laten we bij zo’n vrije dag beginnen: dan sta ik dus tussen tien en elf op en dan ben ik daarna tot een uur of half zes met van alles bezig. Meestal is het een combinatie van dingen: werken voor school en bloggen, lezen of schrijven. Ligt er ook erg aan hoe ik me voel: soms ben ik een hele dag bezig met huiswerk, soms ga ik nog even naar buiten met mijn moeder. Even boodschappen doen bij de buurtsuper of ergens anders heen voor het een of ander zorgt dat ik er even uit ben, en daarna ga ik weer verder met mijn eigen dingen. Tussen half zes en zes uur eten we.

Op dagen dat ik wel iets heb, ziet het er ongeveer hetzelfde uit. Ik ben dan dus een paar uur weg (gelukkig nooit lang) en als ik thuiskom ga ik soms even een uurtje op bed liggen om bij te komen, afhankelijk van hoe moe ik ben. Wat ik daarna doe, ligt ook erg aan wat voor dag het is. Meestal probeer ik op school al te doen wat ik heb aan huiswerk en als dat niet lukt doe ik het zodra ik thuis ben, als ik er puf voor heb. In mijn huidige rooster ben ik vaak pas laat thuis uit school, dus dan pak ik studietijd op school om te werken of maak ik het huiswerk de volgende ochtend: op dagen dat ik pas ’s middags college heb, zorg ik dat ik bijtijds opsta om te kunnen studeren. Als ik thuiskom en ik hoef niets meer te doen, ga ik meestal gewoon relaxed internetten of bloggen. In het weekend is mijn daginvulling ook een combinatie van dingen die moeten gebeuren en relaxen, en natuurlijk dingen als uitstapjes en dergelijke.

Avond

Ik heb met mezelf een soort afspraak gemaakt dat ik na het eten (dus na zes uur ’s avonds) niet meer aan school wil/mag werken. Het lukt niet altijd: soms ga ik toch nog even die ene opdracht of samenvatting afmaken en dat is dan op zich oké, als het maar niet te lang duurt. In principe wil ik namelijk de avond voor mezelf hebben: soms kijk ik televisie met mijn vader, meestal ga ik bloggen of schrijven. Tussen zeven en acht uur ’s avonds ga ik naar bed: dan lig ik nog te lezen of televisie te kijken tot een uur of tien. Dat is officieel mijn bedtijd, oftewel het startsein van mijn avondritueel: toiletbezoek, medicatie en omkleden voor zover dat nog moet. Mijn moeder zegt dan standaard tegen me ”maak het niet te laat” en ik probeer dat ook niet te doen, maar vaak is het toch wel tussen half twaalf en twaalf uur dat de lamp werkelijk uit gaat, gewoon omdat ik nog lekker een wil liggen lezen.

Wat doe ik dan?

Best wel drukke dagen dus! Zeker, maar het is gelukkig allemaal goed te doen doordat ik mijn waaktijden zeg maar zelf kan bepalen – die ene dag dat ik echt vroeg op moet is te doen, en de rest van de dagen kan ik gewoon zelf beslissen wanneer ik opsta en hoe ik mijn tijd dan indeel. Het werkt ook goed: zo kan ik ’s ochtends lekker op gang komen en een beetje werken voor ik aan de bak moet. En wat doe ik dan allemaal op school? Nou, dit allemaal!

Stage

Tja, over stage valt weinig bijzonders te zeggen, haha. Ik geef twee lesuren achter elkaar les: op woensdag heb ik een brugklas tl/havo die een blokuur Nederlands heeft en op maandag heb ik het eerste uur een tl 3-klas en daarna een 3/4-combinatieklas. Als ik bij de brugklas ben verzin ik zoveel mogelijk creatieve ideeën om ze buiten de methode om aan het werk te krijgen en als ik er op maandag ben moet ik altijd even puzzelen met de studiewijzers. Met de derde klas mag ik meestal doen wat ik wil; de combinatieklas is lastiger omdat dat deels examenleerlingen zijn. Meestal neem ik één van die klassen en mijn begeleider de andere, zodat alle leerlingen evenveel aandacht krijgen. Op beide dagen is er het derde en vierde uur geen Nederlands, dus dan werk ik aan mijn stageverslagen of bespreek ik dingen met mijn begeleider. Feedbackgesprekken zijn dat vaak, heel fijn!

Dinsdag

Op dinsdag heb ik een college Grammatica B en om de week een SLC-bijeenkomst. Grammatica is nou ja, gewoon grammatica. Het is het vervolg op grammatica A (goh) en dat ging vooral over redekundig ontleden: grammatica B gaat daar gewoon nóg dieper op in, vooral op het gebied van zinsbouw en uitzonderingsgevallen. Bij een SLC-bijeenkomst bespreken we dingen over de opleiding in het algemeen, bijvoorbeeld het overleg met de directie dat we vorige week hadden (ze wilden peilen hoe de opleiding beviel en kozen daarvoor onze groep uit) of de ervaringen van een tentamenweek. Er worden dan ook begeleidingsgesprekken gevoerd of we werken samen aan algemene studieopdrachten die echt gaan over studiecompetenties en dat soort dingen. Vakoverstijgend dus.

Donderdag

Donderdag is leuheuk! Dan hoef ik pas lekker laat te beginnen en heb ik ook maar één college, namelijk Literatuurdidactiek! Dit hebben we in combinatie met Jeugdliteratuur II. Literatuurdidactiek gaat over fictieonderwijs: waarom moeten leerlingen boeken lezen en wat doe je dan in de klas met die boeken. Helemaal fijn, want ik vind dit wel heel leuk maar ook lastig om het een goede plaats in het programma te geven en zeker om de leerlingen er lekker voor te maken. Jeugdliteratuur II is het vervolg op… wat zou het nou zijn, Jeugdliteratuur I natuurlijk. Dat vak hadden we in het eerste jaar en was vooral een hele hoop werk: je moest jeugdboeken lezen en een website bouwen met verwerkingen daarvan en o ja, er was ook nog een toets. Hoop gedoe, en geen fijne docent ook. Jeugdliteratuur II is helemaal anders: het kan eigenlijk veel beter Young Adult-literatuur heten. We focussen ons namelijk op young adults: we moeten er 13 lezen (waarvan drie verplicht overigens) en die boeken verwerken. Veeeel leuker natuurlijk! Ik bedoel, ik lees sowieso al veel young adults en vind het heerlijk om daar echt dieper op in te mogen gaan, terwijl ik bij jeugdliteratuur I kinderboeken moest gaan lezen en dat was maar stom. De combinatie met het literatuurdidactische is trouwens ook echt heel interessant, want het gaat echt over de betekenis van young adults (daar mogen we zelfs een essay over schrijven, yesss!) en hoe je dat in de klas doet en zo. Helemaal super <3

Deze periode heb ik overigens ook nog twee keer een ICT-bijeenkomst: dat vak is het laatste onderdeel van het eerste jaar en volg ik nu bij een deeltijdgroep. Gevolg: maar twee bijeenkomsten per blok, enerzijds fijn vanwege de studielast maar anderzijds duurt het een eeuwigheid voor ik het heb afgerond. De toets van vorig blok heb ik gehaald, nu is er nog maar één gewone bijeenkomst en één presentatiebijeenkomst. Zal blij zijn als dat klaar is!

Vrijdag

Jaaaaa, vrijdag is ook leuk =D Ik heb dan twee colleges en ze zijn allebei echt heel tof haha. Eerst hebben we Journalistiek schrijven… nou, volgens mij hoef ik al niet eens meer uit te leggen wat ik daarvan vind haha. Het is zó leuk! We moeten in groepjes (redacties) een tijdschrift maken waarin verschillende door ons geschreven artikelen moeten staan. Ik heb het geluk dat ik met maar één ander iemand samenwerk, een meisje met wie ik gelukkig veel gemeen heb en waar ik heel goed mee kan praten, en wij hebben allebei niet zoveel met grote groepen dus doen we het gezellig samen: we maken een tijdschrift over het schoolvak Nederlands voor startende docenten, helemaal leuk dus! We moeten ook echt interviews en columns en researchartikelen gaan schrijven en zo, ik geniet daar ontzettend van <3

Daarna hebben we nog een college: Adolescentiepsychologie. Klinkt misschien een beetje saai en ik zal heel eerlijk zeggen: het is vooral heel droog en theoretisch. We hebben een boek en daar staat heel veel theoretische informatie in over adolescenten en hun psychologie (goh) en onze docente neemt steeds die stof met ons door tijdens de colleges. Lijkt misschien nutteloos, maar dat is het gelukkig niet: ze legt het zo uit dat het minder droog wordt en het leuke is dat we – of in ieder geval ik – ons er heel erg in kunnen herkennen, aangezien we bijna allemaal nog adolescenten zijn. Het gaat over gedrag van jongeren tussen de tien en eenentwintig jaar en dat kun je ook goed toepassen op hoe je zelf was en daarnaast op je leerlingen (of ik in ieder geval wel, de rest van mijn klas loopt geen stage meer namelijk). Ik denk dat de vrijdag wel mijn favoriete dag is: de vermoeiendste ook wel, maar de colleges die ik dan heb belichamen precies de essentie van waarom ik de opleiding zou leuk vind. Journalistiek schrijven past helemaal bij mij en Adolescentiepsychologie, of beter gezegd het onderwijskundige daarin, is precies de reden dat ik de opleiding leuk ben gaan vinden. Kan het niet goed uitleggen, maar in ieder geval is het allebei heel leuk! Of beter gezegd: dit hele blok is heel erg leuk, hihi.

Dat is dus hoe mijn dagen eruitzien! Op vrije dagen stelt het niet zoveel voor wat ik doe, gewoon een beetje studeren en bloggen, maar ook dat vind ik heel leuk en heb ik gewoon nodig om te blijven functioneren. En de dagen dat ik de hort op ben… tja, die zijn ook gewoon leuk. Druk, maar gelukkig is het te doen!