apple-256261_1280

Bron

Vandaag is de start van de Leuk Leren Week, georganiseerd door Squla, een organisatie die ernaar streeft het onderwijs zo leuk mogelijk te maken voor alle kinderen. Ze richten zich eigenlijk alleen op het basisonderwijs, maar toen ik de Leuk Leren Week tegenkwam in de blogplanner zette het me wel aan het denken. Want wat is er eigenlijk voor nodig om onderwijs leuk te maken?

Moet school leuk zijn?

Het is natuurlijk een heel actuele discussie: tot een paar decennia geleden was het helemaal niet de bedoeling dat kinderen school leuk zouden vinden. Het uitgangspunt was dat ze ervan moesten leren, of ze nou wilden of niet. Tegenwoordig willen we juist graag dat leerlingen het leuk vinden om naar school te gaan, en dat is ook logisch: hoe leuker ze het vinden, hoe meer ze zich ervoor openstellen en hoe gemakkelijker ze daadwerkelijk iets zullen leren, wat weer bevorderlijk is voor hun ontwikkeling. Bovendien vind ik dat het onderwijs eigenlijk niet anders kan dan zich aanpassen aan de leerlingen: in een maatschappij met zoveel dingen die leuker zijn dan huiswerk – games, social media, Netflix, noem het maar op – moeten we ervoor zorgen dat een leerling niet alleen maar naar school gaat of huiswerk maakt omdat het moet, maar omdat hij of zij daarvoor kiest. Tenslotte gaat het om die kinderen: we willen hen iets leren, we willen hen voorbereiden op de toekomst en op de maatschappij. Als we dan toch hen als uitgangspunt nemen, waarom dan niet ook zorgen dat het onderwijs bij hun belangstellingssfeer past?

Maar hoe?

Ik denk dat het helemaal niet zo moeilijk hoeft te zijn om school leuk te maken. Waar het om gaat, is dat docenten de vrijheid moeten krijgen om te spelen met de lesstof, om af te wijken van de methode of de planning en om hun eigen draai eraan te geven. Een goede docent weet wat voor leerlingen hij in de klas heeft en weet ook wat zij wel en niet leuk vinden. School wordt er niet leuker op als we leerlingen alleen maar oefeningen in hun boek laten maken: als we ze enthousiast willen maken, moeten ze uit die comfortzone komen – en wij als docenten moeten ook uit de onze komen. Na afloop van bijna elke les die ik tot nu toe heb gegeven, kreeg ik van minstens een paar leerlingen de feedback dat ze het echt leuk vonden. Hoe dat kwam? Simpel eigenlijk, doordat het gewoon iets anders was dan wat ze normaal gesproken deden. Doordat ik met mijn opdrachten en uitleg afweek van hun methode.

Het zal natuurlijk per klas verschillen hoe makkelijk het gaat, maar elke leerling is altijd wel ergens voor te porren. Je hoeft waarschijnlijk alleen maar een keer te roepen dat de boeken in de tas mogen blijven zitten om hun interesse te wekken. En de mogelijkheden zijn eindeloos, met eigenlijk maar één regel: zorg dat het past bij hun interessesfeer. Laat ze bijvoorbeeld rappen in plaats van dichten, of een sprookje schrijven in plaats van een opstel. Wat bij mij goed werkt, is mijn leerlingen de keuze geven tussen verschillende opdrachtmogelijkheden zodat ze zelf kunnen bepalen hoe ze de stof tot zich willen nemen: zo wordt het minder saai. Maar ook Kahoot-quizzen werken supergoed. We moeten ons hoofd dus helemaal niet breken over hoe we leren leuk kunnen maken, het enige wat we echt hoeven te doen is eens iets anders proberen. En vooral: feedback vragen van de leerlingen, alleen dat vinden ze al leuk!

You may also like...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge

[instagram-feed]