Hoe ik van goede dagen geniet

Momenteel gaat het qua gezondheid even niet zo heel erg lekker, maar gelukkig gaat het ook niet meer zo slecht als een paar weken terug! Ik ben langzamerhand aan het opkrabbelen, krijg weer wat meer energie, val af en toe nog om maar kan steeds gemakkelijker opstaan om het zo maar te zeggen. Ik hoef niet meer een dag in bed door te brengen of tussendoor te gaan liggen, ik kan weer lekker aan de slag… met andere woorden, er komen weer meer goede dagen! En juist als het totaalplaatje even niet zo goed is, kan ik enorm genieten van die goede dagen. Hoe ik dat doe, lees je vandaag!

Goede dagen zijn in de eerste plaats natuurlijk heel fijn voor mij, maar daarnaast is het ook wel een beetje lastig om een goede dag te hebben. Op zo’n dag – waarop ik me goed voel, energie heb en veel kan doen – wil ik echt alles eruit halen wat erin zit en alles doen wat ik op een slechte dag niet of in mindere mate kan doen. En dat is niet altijd een goed idee, want een goede dag hebben betekent helaas niet dat het ook echt goed gaat: het kan nog steeds zo zijn dat ik rust nodig heb en nog moet herstellen. Dat is namelijk bij mij het geval: een goede dag betekent wel dat het beter gaat, maar er is ook nog steeds de mogelijkheid van een slechte dag, en die zou zomaar uitgelokt kunnen worden door een té goede dag… volgen jullie me nog? Nou ja, het gaat erom dat ik een goede dag niet moet uitbuiten en niet overmoedig moet worden, dus dat ik gewoon niet teveel moet willen doen. En dat is rot, want op een goede dag voel je je goed en dan wil je ook veel doen, want daar voel je je immers goed voor. En die balans tussen lekker veel doen en rust nemen… nee, daar ben ik niet zo goed in.

Het is dus eigenlijk vooral zo dat goede dagen me een heel goed gevoel geven en daar kan ik echt met volle teugen van genieten. Op een goede dag ben ik veel vrolijker en veel optimistischer: ik ben me er dan steeds van bewust dat ik me goed voel en af en toe neem ik ook echt even een momentje om gewoon van dat gevoel te genieten. Op zo’n dag durf ik ook meer naar de toekomst te kijken en bijvoorbeeld een planning te maken voor de komende dagen of wat meer aan mezelf te werken: ik ben dan heel hoopvol dat ik me goed zal blijven voelen en ook dat is hartstikke fijn.

Maar ik geniet pas echt van een goede dag als ik ook daadwerkelijk iets kan doen, het maakt eigenlijk niet uit wat. Gisteren had ik bijvoorbeeld zo’n dag waarop ik gewoon heel veel heb gedaan: mijn nagels gelakt, doelen voor volgende maand gesteld, een Nice List gemaakt, mijn boekje met smilenotes weer eens ingevuld, een nieuwe planning gemaakt, naar buiten geweest en een boek uitgelezen, en nog wat andere dingen die ik nu vergeet. En vandaag heb ik flink wat voor school gedaan, mijn administratie bijgewerkt en me weer eens in het land der bloggers begeven door de blogjes die ik volg weer eens even bij te lezen. Op een dag dat ik me moe of bah-ig voel (ja, dat is een woord) lukt dat allemaal echt niet: dan lig ik vooral in bed met een boek en Netflix. O ja, en als ik op een goede dag keihard meeblèr met Taylor Swifts 1989-liedjes en nog veel harder mee-shake met Shake it Off, dan is het echt een goede dag.En dat vind ik heerlijk.

En die zelfdiscipline, hoor ik jullie vragen. Daar denk ik ook heus wel aan, hoor. Ik zei al dat ik het op een goede dag heel fijn vind om meer te kunnen plannen, maar ik weet ook dat die andere goede dagen er alleen zullen komen als ik goed op mezelf let. Dus ga ik bewust op tijd slapen en laat ik mijn moeder me pas rond eind van de ochtend wekken zodat mijn lichaam alle tijd heeft om bij te komen en op te laden. En ik neem nog steeds mijn momentjes – of dat probeer ik wel – om even te niksen: een filmpje of serie kijken, boekje lezen, spelletje spelen… gewoon rustig aan. Dat is de toverformule: op een goede dag van die goede dag profiteren, maar wel rustig aan doen daarin.