Althea Proserpine brengt haar dochter groot met sprookjes. Ooit, lang, lang geleden was Althea een meisje dat Anna Parks heette, een van de vele dromers die halverwege de twintigste eeuw met een koffer vol dromen naar Manhattan kwamen. Toen raakte ze vermist. Jaren later kwam ze terug en vergaarde een vreemd soort roem, met een glinsterend randje maar ook iets duisters. Nu is ze opnieuw verdwenen, gevlucht naar een huis vol torentjes diep in een donker bos, waar ze woont met haar vijfjarige dochtertje en haar echtgenoot, die zowaar van koninklijke komaf is – ze kan de sprookjes gewoon niet loslaten.
Eerste indruk
Hazelwoud is één van die boeken die plotseling overal zijn. Het verschijnt, en poef: bestsellerlijst, filmrechten verkocht, vertalingen in de maak, vervolgen aangekondigd… en het was dus ook echt óveral. Bloggers waren er lyrisch over, het zat in een Celebrate Books Box… je kon er niet omheen. Ik kon er niet omheen, en dus kocht ik het boek – wat ben ik toch ook eigenlijk gevoelig voor hypes. Ik was niet meteen van plan het boek binnen afzienbare tijd te gaan lezen, maar dat veranderde toen het werd gekozen als boekenclubboek voor de leesclub van boekhandel Maximus te Rotterdam: daar wilde ik graag heen, en dus besloot ik het boek wat voorrang te geven op mijn TBR-lijst. Wat ik verwachtte? Geen idee. Sprookjes. Heb ik dat gekregen? Eh… ja? Nee? Misschien?
Waar het over gaat
Alice is al haar hele leven op de vlucht. Met haar moeder reist ze van plek naar plek, maar de vreemde dingen en ongelukken blijven hen achtervolgen en dat heeft alles te maken met Alices oma Althea Proserpine, die een bekend sprookjesboek heeft geschreven dat nergens te vinden is. Alice zoekt al jaren naar antwoorden, naar duidelijkheid over wie ze precies is en wie haar oma is, maar die krijgt ze niet. Tot Althea overlijdt en het ongeluk een hoogtepunt bereikt: samen met haar klasgenoot en Althea-fan Finch besluit Alice op zoek te gaan naar het Hazelwoud, waar haar oma woont, en intussen meer te weten te komen over de sprookjes van het Achterland. De vraag is echter of dat slim is…
Wat ik ervan vond
Ik weet niet zo goed waar ik moet beginnen. Aan de ene kant weet ik heel duidelijk wat ik tof en minder tof vond aan het boek en kan ik heel duidelijk uitleggen waarom het drie sterren heeft gekregen op Goodreads, maar aan de andere kant… de laatste pakweg vijftig bladzijden hebben zoveel dingen op hun plek laten vallen, maar ook zoveel huh-gedachten in mijn hoofd gestopt dat ik het niet zo goed meer weet. Ik heb eigenlijk geen idee of het boek nou voldoet aan mijn verwachtingen of niet. Laten we wel wezen: dat ik het niet zo geweldig vond zou heel goed kunnen liggen aan het feit dat ik eigenlijk helemaal geen fantasy meer lees en ook gewoon niet meer zo’n klik voel met dit soort verhalen, maar… oké, er is nog wel wat meer. Ik ga het proberen uit te leggen.
Sprookjeswereld
In het begin vond ik Hazelwoud geweldig. Ik liet me erdoor meevoeren en ik genoot ervan: het mysterieuze krantenartikel over Althea waarmee het boek begint pakte me meteen, en daarna vond ik het hele magische, fantasierijke sfeertje echt geweldig, zeker toen het creepy begon te worden – want man, wat zijn dit gruwelijke, bizarre, absurde en verknipte verhalen. En dat vond ik tof, want één ding is zeker: zoiets kom je echt niet vaak tegen. Hoe verder ik kwam in het boek, hoe toffer ik het vond om over de sprookjes te lezen: ik hield echt van de bizarre personages en de hoofdstukken waarin je te weten komt hoe bepaalde verhalen gaan, heb ik verslónden, evenals alle brokjes informatie over Althea. Het is intrigerend, mateloos interessant, oneindig meeslepend en wat mij betreft had het hele boek daarop mogen drijven. Op Althea en haar boek. Mán, dat had ik geweldig gevonden.
Leuke details
Maar ja, dat gebeurde niet. Eigenlijk, bedenk ik me nu, zou ik het een veel geweldiger boek hebben gevonden als Althea de hoofdpersoon was geweest, of als haar rol in elk geval groter was geweest. Want hoe heerlijk ik alles rondom haar en de sprookjes ook vond, de rest van het verhaal schoot jammerlijk tekort voor mij. Ja, ik vond de subtiele verwijzingen naar sprookjes leuk – Ella van Assepoester, Alice van Alice in Wonderland (deels dan) en de vermelding van de Peter Pan-quote tweede ster rechts – en ook het lezen over Alices kindertijd interesseerde me wel. Maar dat zijn details, en een boek redt het niet op details.
Verhaal
Het eigenlijke verhaal boeide me niet. misschien komt het inderdaad doordat ik me geen fantasylezer meer voel, of misschien was het iets anders. Het zou aan het tempo kunnen leggen: de eerste helft is vreselijk traag en gaf me een soort ‘’van het kastje naar de muur’’-gevoel met veel personages en tussenstops die echt zinloos aanvoelden, en de tweede helft ging juist weer veel te snel waardoor alles wat ik zo tof vond aan die sprookjes gewoon niet meer tot zijn recht kwam. Veel dingen waren gewoon te absurd, zelfs voor fantasy: ik zag het niet voor me, vond het niet geloofwaardig uitgewerkt – met name één twist had totaal geen impact omdat ik wist dat het anders zou blijken te zitten – en het voelde zo afstandelijk en gewoon niet boeiend. Ik wilde hele andere dingen dan wat ik kreeg, en het wachten daarop frustreerde me.
Personages
Ook de personages boeiden me niet. Of beter gezegd… ze boeiden me misschien wel, maar ik voelde totaal geen klik met ze. Voor Alice kon ik tot heel ver in het verhaal – en toen eigenlijk nog steeds niet – gewoon geen begrip opbrengen, haar hechte band met haar moeder voelde ik niet, en hoewel ik Finch als fanboy tof neergezet vond, was hij – zeker tegen het einde – maar magertjes uitgewerkt. Althea vond ik enorm interessant, net als Ella, maar die kregen nauwelijks een verhaal en datzelfde gold voor bepaalde andere personages. Ik wilde meer over ze te weten komen, wilde ze begrijpen, maar ze deden me niets. En bij zo’n verhaal als dit is dat echt heel jammer, want het had zó tof kunnen zijn. Zo tof!
All over the place
Maar het is er gewoon niet. De worldbuilding is ook niet wat het zou moeten zijn, want de wereld van het Achterland kwam voor mij maar nauwelijks tot leven. Ik heb echt wel bewondering voor Alberts rijke fantasie en ik vind het knap dat ze de sprookjes en het verhaal heeft bedacht, want ja: het is creatief en misschien niet onwijs interessant, maar ook zeker niet saai. Sterker nog, het is spannend en Albert kan duidelijk schrijven. ik denk dat het voornaamste probleem met het boek is dat het… all over the place is. Zoveel subplots, zoveel personages, zoveel richtingen die het uit kan… misschien had het gewoon een trilogie moeten zijn, wat Albert meer ruimte zou hebben gegeven om alles mooi neer te zetten en krachtig uit te werken. Want nu… nu is het een klassiek gevalletje ‘’tof idee, slechte uitwerking.’’ Heel erg jammer, maar helaas.
Conclusie
Hazelwoud is zeker geen slecht boek. Het is sfeerrijk, spannend, fantasierijk, creatief en goed gedetailleerd en de basis van het verhaal – de sprookjes en het mysterie rond Althea Proserpine is geweldig. Maar verder boeit het verhaal niet, spreken de personages niet aan en is het te veel van alles en te absurd. Het had heel tof kunnen zijn, maar dat is het niet echt. Ik ben benieuwd of het sprookjesboek, dat Albert in 2020 gaat uitbrengen, mij meer zal kunnen bekoren – want dat ze daar goed in is, staat buiten kijf. Tot die tijd ga ik maar eens ernstig nadenken over een eigen fanfictieversie van Hazelwoud: Het Echte Verhaal.
Titel: Hazelwoud (The Hazel Wood)
Auteur: Melissa Albert
Serie: The Hazel Wood #1
Vertaald door: Merel Leene
Uitgeverij: Moon
Verschenen: januari 2018
Aantal bladzijden: 336
Genre: young adult fantasy
Beschikbaar als: hardcover, ebook (Kobo Plus)
ISBN: 9789048838967
| Goodreads | Bol.com | Auteurssite |