Bron beeld: Unsplash
Rustig aan doen, hoe doe je dat in vredesnaam als je alles wilt behalve rustig aan doen? Dat is misschien wel de vraag die iemand die chronisch ziek is – of in ieder geval ik – zich heel vaak stelt. Dat stukje acceptatie is namelijk heel lastig: je kunt nog zoveel willen, maar soms gaat het nu eenmaal niet en daar kun je dan maar beter aan toegeven. Doe je dat niet, dan kan het wel eens heel erg nasty worden en dat willen we natuurlijk niet. Maar… wanneer gaat het dan wel en wanneer gaat het niet? Hoe moet je wijs worden uit de signalen die je lijf je stuurt? Wanneer is ik ben moe gewoon moe zijn en wanneer is het een uitputtingsalarm? Daar zijn de grenzen van de gezondheid – ha, leuke formulering – verantwoordelijk voor. Die grenzen, daar moet ik eigenlijk blij mee zijn in plaats van dat ik ze verfoei als ik het niet met ze eens ben, want die grenzen moeten er juist voor zorgen dat ik niet te ver ga. En laat ik nou net, onder het mom van terug naar de basis, besloten hebben dat ik vriendschap wil sluiten met mijn grenzen.
Twee stemmetjes
Eigenlijk is het gewoon heel simpel: er zijn twee stemmetjes waar ik (meer) naar moet luisteren. De eerste is de stem van mijn lichaam, en die is heel goed te verstaan: dat is het stemmetje dat zich soms afvraagt of ik niet te enthousiast ben geweest met mijn takenlijstje, het stemmetje dat vermoedt dat het niet allemaal gaat lukken, het stemmetje dat me influistert wanneer ik zin heb in thee of naar de wc moet of het koud heb: en ook het stemmetje dat met een megafoon in mijn oren gaat tetteren wanneer ik moe ben of moe begin te worden. Dat stemmetje hoor ik altijd wel: het zijn gewoon gedachten die zich dan aandienen. Het opmerken is geen probleem: ernaar luisteren, dat is veel lastiger. Dat stemmetje van mijn lijf is het namelijk vaker dan me lief is oneens met het andere stemmetje: de stem van mijn geest of brein of Uber-Ich of wat het ook is dat zich daar in mijn bovenkamertje verschanst. Dat is het stemmetje dat me vertelt wat ik allemaal wil doen, wat ik allemaal vind dat ik moet doen en wat ik allemaal wil doen, het stemmetje dat me mijn to do-lijstjes dicteert en me op mijn kop geeft als ik te lang aan het soggen ben in plaats van een samenvatting te maken of een opdracht uit te werken. Het stemmetje dat vindt dat ik dingen moet doen, omdat ik anders mezelf tekort doe.
Die twee maken vaak ruzie. Als mijn lijf eigenlijk aangeeft: nee, vandaag even niet, en me min of meer smeekt om een dagje in bed te blijven en het nieuwe seizoen van Once Upon a Time er in een keer doorheen te jassen op Netflix, zorgt mijn hoofd ervoor dat ik toch ga werken, omdat het voelt alsof dat moet. En vaak wil ik dat dan ook wel, want ik vind het leuk om te werken. Ik vind het leuk om te studeren en ik vind het leuk om bezig te zijn met zo ongeveer alles wat ik doe. Maar – en let op, dit is het punt – mijn lijf vindt dat niet altijd leuk. Ik haal nog maar eens de uitspraak van mijn studiebegeleider aan: mijn hoofd wil meer dan mijn lijf aankan. En doordat mijn lijf het soms gewoon even niet trekt wat mijn hoofd allemaal wil, raakt mijn hoofd ook in de war. Daardoor word ik onzeker, ga ik teveel nadenken over wat ik allemaal wel niet zou moeten doen, word ik onzeker over of ik het allemaal wel aankan – het lesgeven bijvoorbeeld, dat vreet heel veel energie. En daardoor vergeet ik het allerbelangrijkste: dat die dingen helemaal niet onzeker zijn, dat ik helemaal niet onzeker hoef te zijn, omdat ik die dingen leuk vind, omdat ik het verdien om ze te doen omdat ik altijd al hard werk en dat ik het ook echt wel kan, juist omdat ik altijd wel maniertjes vind waardoor het lukt ondanks alles wat moeilijk is. Nee, het is niet makkelijk en ja, ik moet ervoor knokken, maar hallo… is dat erg dan? Nee. Het is wat ik wil. Dat mag best moeilijk zijn en dat mag best onzeker of twijfelachtig zijn, want daardoor realiseer ik me juist hoe graag ik het wil en dat ik het kan.
Vrede sluiten
Dus dat is het punt: door die meningsverschillen tussen mijn hoofd en lijf raken ze allebei ontregeld. Daardoor barst ik ’s morgens bij het opstaan in tranen uit omdat ik zo moe ben en het helemaal niet zie zitten om naar college of stage te gaan. Daardoor zie ik op tegen het lesgeven, omdat ik opzie tegen de energie die het gaat kosten en omdat ik bang ben dat het, doordat ik geen energie heb, niet zal gaan zoals ik wil. Daardoor moet ik soms noodgedwongen een paar dagen in bed blijven omdat ik het anders gewoon niet trek en daardoor gaan er soms dagen voorbij dat ik niets voor school kan doen omdat ik daar alleen maar uitgeputter door raak.
Als ik tegen mensen zeg dat ik heel moe ben, zijn ze het met me eens dat dat ook niet zo gek is door alle hectiek van school en stage, gecombineerd met alle vrije tijd-dingen die ik graag doe. En het is ook helemaal niet gek, maar… ik wil niet meer dat het tot uitputting leidt. Ik wil gewoon niet dat ik erdoor in de stress schiet of er wanhopig door raak, want ik weet dat het niet het einde van de wereld is. Er zijn dagen dat het beter gaat, dagen dat ik echt wel energie heb. Van die dagen geniet ik enorm, en dat zijn dagen waarop de lat ook vaak erg hoog ligt, ook iets waar ik voor wil oppassen. Ik moet mijn hoofd leren om vrede te sluiten met mijn lijf, net zoals ik nu probeer te doen met mijn grenzen. Ik wil dat stukje van mezelf beter leren kennen, zodat ik ook een beter inzicht krijg in wat ik nou allemaal wel en niet aankan en wat wel en niet werkt. Ik vind niets fijner dan mezelf goed kennen en inzicht hebben in de persoon die ik ben en hoe dingen voor mij werken, dus dit wil ik ook heel graag.
Dus… ik heb iets afgesproken met mijn grenzen. Of in ieder geval…. daar probeer ik mee bezig te zijn, en volgens mij helpt het al dat ik dit hele riedeltje heb geschreven. Wat zijn dingen waar ik naar streef?
- Per dag tot niet later dan 15:00 werken als ik om een uur of 11 ben begonnen.
- Om 15:00 op bed gaan liggen en de rest van de dag precies doen waar ik zin in heb. Geen moeten-dingen meer!
- Elke avond tussen 23:00 en 23:30 proberen te slapen.
- Elke dag tussen 9:00 en 10:00 proberen op te staan.
- Op dinsdag, woensdag en vrijdag heb ik college of stage: dan doe ik verder niets meer voor school die dag.
- Merk ik ’s ochtends dat ik geen beste dag heb, dan doe ik zoveel als mogelijk en anders maar niets. Dan pas ik mijn planning aan en/of mail ik mensen dat ik extra tijd nodig heb. Alles om maar niet in te storten.
- Niet meer dan een project per dag. Op maandag bijvoorbeeld niet een of meerdere lessen gaan voorbereiden voor stage en vervolgens ook nog eens een samenvatting maken voor een tentamenvak.
- Achterlopen met collegestof of deadlines niet halen is geen ramp. En ook geen probleem.
- Tussen 19:00 en 20:00 wil ik met pyjama aan in bed liggen met een boek of serie.
- Elke dag smilenotes en dankbaarheidslijstjes bijhouden.
- Elke dag van me af schrijven: in mijn dagboek, een blogpost of iets anders. Elke dag schrijven.
- Kleine momentjes gebruiken om rust te pakken: in de taxi naar school of naar huis, in het halfuurtje voor we gaan eten met een boek op de bank, de uurtjes tussen het opstaan en het opgehaald worden gebruiken om lekker te niksen, extra lang douchen of badderen met gedachten op nul.
- Geen kritiek op mezelf leveren als ik weinig kan doen of als dingen niet gaan zoals ik wilde.
- Dingen die echt puur voor de lol zijn – lezen, Spaans oefenen, bloggen, blogs bijlezen – niet inplannen. Gewoon puur doen waar ik het meeste zin in heb. Niets doelgerichts, gewoon wat goed voelt.
- Zoveel mogelijk bijhouden hoeveel energie (lepels) iets me kost en hoeveel lepels ik ervoor terugkrijg, onder het mom van ”geeft het energie of neemt het energie?”
- Naar allebei de stemmetjes luisteren en zorgen dat ze niet gaan bekvechten.
Zo. Nu ik dit zo op een rijtje heb gezet, ben ik weer helemaal enthousiast om er ook daadwerkelijk zo mee aan de slag te gaan, haha. Dus ik ga de daad bij het woord voegen en beginnen met seizoen 3 van Once. O ja, en mocht je je zorgen maken… wees niet bang, ik hoor geen stemmen. Was puur ter illustratie, hihi.
Heel goed dat je voor jezelf duidelijk hebt geschreven wat je wel en niet moet doen. Dat huilen in de ochtend van uitputting voordat je naar school moet, komt mij helaas erg bekend voor. Veel plezier met once upon a time kijken, die serie is zo leuk!