
Ik vind films kijken één van de leukste dingen: van verbluffende vertolkingen van de acteurs tot bijzondere invalshoeken van de regisseur en van diepgaande verhalen tot puur vermaak. Ik vind het dan ok vooral tof om veel verschillende films te kijken: het feit dat ik zowel van animatiefilms als live action-remakes hou bewijst dat wel, maar ik mix ook regelmatig romcom met drama en musical met historisch, en zelfs van een thriller of horror ben ik niet vies – als het bij mij het gevoel achterlaat dat ik een goede film heb gezien, maakt het me niet zo heel veel uit op wat voor manier dat gebeurd is. In de filmupdate van vandaag dan ook een behoorlijke diversiteit: period piece, animatie, muziek én waargebeurd.
The Guernsey Literary Society: was het maar een miniserie geweest
Dit is een hele aardige film die vooral héél aardig is om naar te kijken: Lily James, die we inmiddels kennen als Rose uit Downton Abbey, een levensechte Assepoester én als de jonge en vrijzinnige Donna in Mamma Mia: Here We Go Again! speelt hier de gepolijste rol van aspirant-schrijfster Juliet Ashton, die besluit het verhaal op te tekenen van een groep mensen op het Britse eiland Guernsey, die tijdens de Tweede Wereldoorlog een boeken- en aardappelschiltaartclub vormden in de hoop zo in leven te blijven én nog een beetje iets uit het leven te halen. Hun verhaal blijkt bijzonderder dan Juliet had verwacht, en dat geldt ook voor haar band met elk van hen – in het bijzonder Dawsey Adams (onze eigen Michiel Huisman, The Age of Adaline) en wijlen Elizabeth McKenna (Jessica Brown Findley, Downton Abbey).
Was dit maar een miniserie geweest. Dat is het gevoel dat vooral bij me opkwam toen ik klaar was met kijken: ik heb het boek waarop het is gebaseerd niet gelezen, maar ik heb zo genoten van het verhaal en wilde er eigenlijk nog zoveel méér van. De film schetst een mooi beeld van de impact van WO II en de nasleep ervan op de hele gewone mensen, en het is een soort ode aan het bonding over books-gevoel en het vertellen van verhalen die verteld moeten worden. Het is charmant, met een heerlijk vleugje pit en het is geestig en verrukkelijk romantisch – maar ik had het verhaal graag meer uitgediept gezien want er is té veel mooi verhaal voor twee uur.
The Big Sick: overgewaardeerd
Deze film kreeg een paar jaar geleden heel veel aandacht als kanshebber voor de prestigieuze filmprijzen en zodra ik erachter kwam dat het gaat over een relatie waarbij de vrouw ernstig ziek wordt, was ik om – ik bedoel, je eigen omstandigheden trekken aan, toch? Maar helaas viel de film flink tegen en vind ik ‘m echt behoorlijk overgewaardeerd. Het verhaal gaat over de Pakistaanse stand up-comedian Kumail (Kumail Nanjiani, Silicon Valley) die verliefd wordt op Emily (Zoe Kazan, In Your Eyes) en moet zien om te gaan met haar mysterieuze ziekte, zijn complexe relatie met zijn ouders en het kennismaken met die van háár. Klinkt als een vrij doorsnee romcom, toch? Nou, nee. The Big Sick is niet standaard en dat heeft wel wat, maar voor mij was het vooral saai.
Ik denk dat ik misschien gewoon te romantisch ben voor dit soort films. Ik wil vuurwerk en zwijmelmomenten en clichés en de hele mikmak. En bij The Big Sick kreeg ik niets van dat alles. De twee hoofdrolspelers hadden in mijn ogen echt nul chemie en ik voelde er vrijwel niets bij. Het was niet romantisch, het was niet grappig – veel van de grappen waren a) niet leuk of b) ongepast of c) ik begreep ze gewoon totaal niet – en er was zoveel irrelevant gedoe. In de essentie is het lief. Maar wat zegt het dat ik het losbreken van de hoofdpersoon uit zijn cultuurkeurslijf nog het meest interessant vond? Genoeg, denk ik.
Coco: tof maar toch niet speciaal
Coco veroverde als één van de meest recente Disney/Pixar-films al tal van harten en ik was er ook echt al heel lang benieuwd naar. De film heeft een volledig Mexicaanse cast en gaat ook grotendeels over die cultuur: de jonge Miguel droomt al zijn hele leven van een glorieus bestaan als muzikant, maar zijn familie wil daar niets van weten. Tijdens de Dia de los Muertos (Dag van de Doden) belandt hij in het Dodenrijk om daar zijn roemruchte voorvader te vinden – maar dat gaat natuurlijk niet zoals gepland. Stemmen zijn voor onder andere Gael García Bernal (Mozart in the Jungle).
Ik weet niet zo heel goed wat het nou precies is waardoor ik Coco niet spectaculair vond. Het is namelijk absoluut een leuke film: schattig, charmant, vermakelijk en ik vond het oprecht tof dat de Mexicaanse cultuur centraal staat. Visueel is het prachtig en tot in de puntjes perfect, en het verhaal is ook gewoon origineel: ik vond het mooi dat het gaat over hoe belangrijk familie en herinneringen en vergiffenis zijn en de personages veroverden ook al snel mijn eigen hart. Maar tegelijkertijd… ik weet het niet, het was voorspelbaar en misschien een beetje te kinderlijk naar mijn smaak – aangezien ik juist zo dol ben op de jongvolwassen vrouwen die in mijn favoriete films de hoofdrol spelen – en de muziek deed me ook eigenlijk maar weinig, en dat is toch wel een kernelement. Ik heb ervan genoten, maar… ik zal ‘m denk ik toch niet snel opnieuw kijken.
Begin Again: instant classic
Ik ben zo ontzettend verliefd op deze film. Ik luister nog steeds naar de soundtrack en ik krijg gewoon nog helemaal gelukkige kriebels in mijn buik als ik eraan terugdenk en het is gewoon zo’n fijne film! Mark Ruffalo (Spotlight) speelt hier Dan, een uit de gratie gevallen muziekproducent die na een toevallige ontmoeting besluit om samen met Gretta, een singer-songwriter met een gebroken hart (Keira Knightley, Never Let Me Go) een album op te nemen – in de straten van New York, met een beetje hulp van Gretta’s beste vriend Steve (James Corden, One Chance) en Dans rebellerende puberdochter Violet (Hailee Steinfeld, Pitch Perfect 2) en met Gretta’s ex en van singer-songwriter in high-end artiest veranderde Dave (Adam Levine) als concurrent.
Ik wilde deze film al zo onwijs lang zien en het was nog veel beter dan ik dacht: ik viel echt als een blok. Voor het verhaal, voor de teksten van de liedjes en de zangkunsten van Knightley – favorieten: Lost Stars en A Step You Can’t Take Back – voor de magie van muziek gecombineerd met de magie van Manhattan, voor de schets van de frustrerende muziekindustrie en de manier waarop ze diezelfde muziekindustrie te kijk zetten, voor het relaxte en natuurlijke gevoel dat de acteurs en hun dialogen me gaven, voor het langzame kippenvel dat het me bezorgde, voor het open eind en voor de ode aan de kracht van muziek op de momenten dat we verliefd worden op iemand, dat niet meer zijn, breken en groeien en keuzes maken en helen… een pareltje in elk opzicht en één van mijn nieuwe favorieten.
Kende jij deze films al?
Bedankt voor de tips, ik heb ze allemaal (nog) niet gezien!