‘Achter een meeslepend verhaal gaat vaak een nederige waarheid schuil.’
Een hertelling… maar dan anders
Toen ik op de Facebookpagina van uitgeverij Ambo | Anthos de aankondiging zag van Er was eens iets anders, wist ik meteen dat ik dit boek móest lezen. Hertellingen laten mijn hart altijd sneller kloppen: als kind las ik een keer een ander soort versie van Sneeuwwitje– Zwart als inkt van Wim Hofman – maar ik begreep er toen heel weinig van: pas later leerde ik het échte subgenre van de retellings kennen, in de vorm van bijvoorbeeld de Lunar Chronicles-serie van Marissa Meyer. Maar waar het vaak gaat om een modern jasje of juist een sciencefiction- of fantasy-versie, gooit Danielle Teller het in Er was eens iets anders over een totaal andere boeg, en juist daarom sprak het me zo aan. Vergeet het Assepoester-sprookje dat je kent: dit is het ware verhaal.
Soms vraag ik me af of de gedachten die mijn nachtmerries vullen niet vergeten herinneringen zijn die weer onderdak bij me zoeken.
De niet zo boze stiefmoeder
Wie aan het sprookje van Assepoester denkt, denkt aan de boze stiefmoeder, met haar twee afgrijselijk lelijke en vileine dochters en haar vijandigheid tegen dat arme weesmeisje. Maar wat als alles wat we denken te weten over die vrouw eigenlijk niet klopt? Wat als zij zelf ook een verhaal heeft, dat misschien wel interessanter is dan dat van Assepoester? Wat als de boze stiefmoeder, die in dit verhaal Agnes blijkt te heten, helemaal niet zo’n boosaardig figuur is en het sprookje dat we zo goed kennen en waar we zoveel van houden helemaal niet zo sprookjesachtig? En wat als de geschiedenis van de boerendochter die opklom tot jonkvrouw, de geschiedenis van de stiefzusters die tegen wil en dank lelijk werden, eigenlijk veel interessanter is dan die van het meisje dat een huwelijk met een prins in de schoot geworpen kreeg? Wat als… er een ander verhaal achter het sprookje zit? Het ware verhaal?
Iedereen kent het verhaal over de zoektocht van prins Henry naar het mooie meisje dat hij op het bal had leren kennen, over hoe hij alle huizen langsging en alle ongehuwde vrouwen in vijf parochies vroeg om de glazen muiltjes te passen. Dat is een mooi sprookje. Zoals altijd is de werkelijkheid alledaagser.
Het ware verhaal
Ik denk dat dit misschien wel de beste hertelling is die ik tot nu toe heb gelezen. Al voordat ik begon met lezen, was ik enorm geïntrigeerd: de meeste hertellingen zijn geschreven vanuit het perspectief van de heldin, maar nu is het juist eens een keer de antagonist, het schurkpersonage, dat het narratief krijgt. En dat werkt: Teller maakt je hongerig, zorgt ervoor dat je verslaafd raakt aan het verhaal en alleen nog maar meer en meer wilt weten over die boze stiefmoeder. Het is het verhaal zoals je dat in de live action Disney-film over de stiefmoeder zou willen zien, het is een verhaal zoals je er dolgraag meer zou willen lezen – want je realiseert je erdoor hoe machtig interessant juist deze invalshoek is. Het is een sprookje op zich, maar dan wel eentje die je kunt afpellen en ontdekken en waar je van begin tot eind van kunt smullen omdat het een oprecht goed verhaal is.
De verhalen die we onszelf vertellen bezitten een grote macht.
Geen genoeg van te krijgen
Er was eens iets anders leest alsof het een echt sprookje is dat uit een echt sprookjesboek komt: niet alleen zit de schrijfstijl vol schilderachtigheden en sfeerbeelden van de tijd en de setting, ook is het mooi geconstrueerd. In plaats van er was eens, heel lang geleden, in een land hier heel ver vandaan plaatst Teller het verhaal in het Frankrijk van de middeleeuwen, inclusief vorsten die echt een plek in de geschiedenis hebben. Het verhaal is wat langdradig en traag, maar wie er echt de tijd voor neemt, zal snel genoeg ontdekken dat het iets heeft wat zo charmant en boeiend is dat je er al snel geen genoeg meer van krijgt.
De adel denkt dat wij, boeren, te grof besnaard zijn voor mooie dromen. Ze zouden zich eens moeten afvragen waarom het volk dan toch zo graag in sprookjes gelooft.
After ‘’ever after’’
Voor een deel is dat het vernuftige ‘’after ever after’’-gevoel dat Teller weet op te roepen: dit verhaal begint namelijk überhaupt niet bij ‘’er was eens’’ maar juist bij ‘’en ze leefden nog lang en gelukkig.’’ Via een handvol dagboekfragmenten kom je er niet alleen achter hoe Assepoesters leven is na haar huwelijk met de prins, maar krijg je ook voor het eerst door dat die stiefmoeder en stiefzusters misschien helemaal niet zo boosaardig zijn… je leert ze oprecht kennen buiten de hen toebedeelde rol van verhaalschurken om, en vanuit daar neemt Teller je mee op een speelse route met als eindpunt ‘’het ware verhaal achter het sprookje.’’ Ze begint bij het sprookje dat je denkt te kennen, maar maakt daar al meteen bij het begin een verdraaide versie van… een versie waarin het sprookje dat je denkt te kennen eigenlijk niets meer of minder is dan het product van achterklap, verzinsels en vertroebelde perspectieven.
Het is niet mijn bedoeling om het leven van de prinses te beschrijven, maar dat van mezelf, het enige verhaal dat ik uit betrouwbare bron ken. Misschien wekt mijn ganzenveer spoken tot leven die me gezelschap kunnen houden tijdens de lange dagen in het paleis. Zo niet, dan heb ik in elk geval iets wat mijn geest en handen bezighoudt. Wat betreft de fabels over goed en kwaad en de liederen over glazen muiltjes… die zal ik aan de minstrelen overlaten. Zij mogen hun eigen sprookjes over Assepoes verzinnen.
Sprookjes over een sprookje
En hoe dieper je graaft in het verhaal dat je voorgeschoteld krijgt, hoe meer lagen je weet af te pellen, hoe interessanter het wordt. Teller houdt je als lezer, en waarschijnlijk als liefhebber van sprookjes, een soort spiegel voor: Er was eens iets anders is eigenlijk het ware, ontnuchterend onromantische en onsprookjesachtige verhaal tussen ‘’er was eens’’ en ‘’nog lang en gelukkig.’’ En dat is heel interessant, omdat het je oprecht laat nadenken: welke sprookjes vertellen we eigenlijk over de sprookjes waar we van houden? Welke echte verhalen schuilen er achter die magische geschiedenissen en wat is er van die echte verhalen gemaakt om te zorgen dat het… aantrekkelijke verhalen werden? Want tja, een verhaal is tenslotte niet hetzelfde als een verháál… ik weet nog dat ik op de middelbare school mijn profielwerkstuk schreef over sprookjes en het toen al heel erg interessant vond hoe die verhalen en die personages ontstonden, en misschien vond ik daarom dit boek ook wel zo goed.
‘Stel je eens voor welke ideeën er opgesloten zitten in de harten en geesten van vrouwen die simpelweg niet over de instrumenten beschikken om ze te uiten.’
Echte verhaal
Vanuit de dagboekfragmenten die zich afspelen aan het hof na Assepoesters – Ella’s – huwelijk, gaat Teller terug naar het begin om het verhaal van Agnes te kunnen vertellen. En hoewel het pas echt interessant wordt wanneer Ella in beeld komt, is haar hele verhaal ontzettend intrigerend, vanaf het moment dat blijkt dat Agnes eigenlijk zélf een Assepoes was. Algauw blijkt Er was eens iets anders een heel scala aan verhalen te vertellen die stuk voor stuk veel realistischer zijn dan wat het sprookje ons heeft doen vermoeden. Het is het verhaal van een jong, ongelukkig meisje dat uitgroeit tot een slimme, onverschrokken vrouw die iets van haar harde leven probeert te maken, van haar twee onfortuinlijk getroffen dochters, van een vrouw die een goede moeder probeert te zijn, van een meisje dat nooit echt opgroeit en nooit echt weet hoe ze met liefde moet omgaan.
Op dat moment voelde ik niets dan medelijden met Ella. Ondanks al haar schoonheid en slimheid had ze een gebroken vleugel, wat ze probeerde te verbergen door nooit te gaan vliegen.
Personages
En dat levert tal van leuke ontdekkingen op: over Ella die veel complexer in elkaar zit en misschien helemaal niet zo’n heldin is, over de prins die misschien niet zo charmant is, over de stiefzusters die misschien wel niet zo hatelijk zijn… en natuurlijk over de stiefmoeder, die uiteindelijk misschien ook maar gewoon probeert te doen wat ze het beste acht: multidimensionale character development op haar best. Tegelijkertijd zie je ook hoe het sprookje dat we kennen vaste vormen aanneemt, van de kapotte jurk tot het verloren muiltje. Teller werpt bovendien ook een heel nieuw licht op het personage van de petemoei én geeft ons iets wat het oorspronkelijke sprookje nauwelijks of niet te bieden had: een blik in Ella’s vroege leven, voordat haar ouders overleden. En nee, ook dat is niet zo sprookjesachtig als we graag zouden willen geloven. Net zoals het hele verhaal, eigenlijk.
‘O kijk,’ zei Charlotte zacht. ‘Daar hebben we het asmeisje weer. En altijd maar mauwen.’
Matilda had minder medelijden en zei zo hard dat Ella het kon horen: ‘Mauw mauw mauw. We kunnen je beter assepoe noemen. Wat is er nu weer? Heeft die enge pony je van haar rug gegooid?’
Ella slaakte een boze kreet.
‘Arme Assepoes. Wat heeft ze toch een zwaar leven.’
Conclusie
Er was eens iets anders is een moderne, feministische en complexe versie van het Assepoester-sprookje die desondanks perfect in een achttiende-eeuws sprookjesboek zou passen. Teller zet de lezer met behulp van sterke couleur locale en een prettige, zij het vrij langdradige schrijfstijl op speelse wijze aan het denken over hoe het alom geliefde verhaal eigenlijk is ontstaan en presenteert een realistische, dynamische en authentieke hertelling die verder gaat dan ‘’er was eens’’ en ‘’ze leefden nog lang en gelukkig.’’ Vergeet gerust alles wat je denkt te weten over het klassieke Assepoester-verhaal: deze versie zul je gegarandeerd beter vinden.
Titel: Er was eens iets anders (All the Ever Afters)
Auteur: Danielle Teller
Vertaald door: Marja Borg
Uitgeverij: Ambo | Anthos
Verschenen: juli 2019
Aantal bladzijden: 376
Genre: historische fantasy
Leeftijdsadvies: 15+
Voor liefhebbers van: Marissa Meyer
Beschikbaar als: paperback, ebook
Recensie-exemplaar: nee
ISBN: 9789026346460
| Goodreads | Bol.com | Auteurssite |
Je hebt me heel nieuwsgierig gemaakt naar dit boek!