Afgelopen vrijdag had ik op school een kerstlunch en ik had me vrijwillig aangeboden om het kerstverhaal te schrijven. Om die fijne kerstsfeer er een beetje in te houden, vandaag ook hier te lezen! Het eerste van drie (afzonderlijk te lezen, haha) kerstverhalen.
‘Wat zat er in jouw kerstpakket?’
Dat was de vraag die het meest gesteld werd in de lerarenkamer tijdens de laatste week voor de kerstvakantie. Onze school, het Van Houten College, was een van de weinige scholen waar de kerstpakketten op de persoon werden gevuld. Waarschijnlijk had dat een hoop te maken met het feit dat onze directeur als bedenker van een geniale methode graag met geld smeet. En om eerlijk te zijn was het ook een van de redenen dat ik hier had gesolliciteerd: welke docent wil er nou niet elk jaar een doos op haar bureau aantreffen met daarin de nieuwste Simone van der Vlugt, een kingsize doos popcorn en een stapel notitieboekjes?
In de docentenkamer was het een soort sport geworden om het meest luxueuze pakket van allemaal te krijgen, met de duurste flessen wijn en tegoedbonnen van de beste kledingwinkels. Dat stuitte me toch wel een beetje tegen de borst: ik was heel blij met mijn cadeaus, maar beschouwde het als niet meer dan een aardigheid. Kerst ging immers niet om cadeaus – althans, niet voor mij. Voor veel collega’s wel, gelet op het aantal leraren dat meedeed met het secret santa-spelletje van de directeur en het geklaag over het niet kunnen vinden van geschikte geschenken voor dat verwende nest van een nichtje of die suffe zwager.
Dat gold overigens ook voor de leerlingen. Hoe minder dagen er nog restten tot de kerstvakantie, hoe meer leerlingen alleen nog maar praatten over hun kerstplannen. De meisjes gaven elkaar advies over outfits voor het naderende kerstgala of het Jingle Ball of hadden het over welke sexy jongens er met kerst zouden komen eten. De jongens lachten zich slap om Elf Yourself-filmpjes of Youtubehits van huisdieren in kerstkostuums. Als ik langs de tafels liep, zag ik in de agenda’s staan welke kerstfilms met welke hotte acteurs er op tv zouden komen en hun playlists bestonden uit Mariah Carey, Ariana Grande en Glee-covers.
Ik wist niet of ik erom moest lachen of kreunen. Voor mij werkte het heel anders. Ik was dol op kerst, altijd al geweest: vroeger hadden de kerstdagen iets magisch gehad waar ik nog steeds mijn vinger niet op kon leggen. Iets dat buiten tijd en ruimte om leek te gaan,. Tegenwoordig vond ik de kerstdagen heerlijk nog steeds vanwege die magie maar ook vanwege de betekenis. De magie kwam nu voort uit het feit dat ik wist waar kerst vandaan kwam: de geboorte van Jezus, die de mensen zoveel zou leren en zoveel voor hen zou doen. Ik beschouwde mezelf absoluut niet als streng gelovig, maar mijn katholieke opvoeding was wel belangrijk voor me, en dat was de achtergrond van het kerstfeest ook. Bovendien vond ik het heerlijk dat ik met kerst altijd… gewoon even alles kon loslaten, zo voelde het dan. Twee dagen die alleen maar draaiden om gezelligheid, familie, dankbaarheid en warmte. Twee dagen waarop ik me eventjes geen zorgen hoefde te maken om probleemleerlingen, verwarrende administratie of de chronische vermoeidheid waarvan mijn arts zei dat het snel erger zou worden en waardoor ik nu al geen volledige week kon maken. Twee magische dagen. Buiten tijd en ruimte. Geen oppervlakkig gedoe met kerstcadeaus, de kerstman of kerstfeesten in het uitgaansleven. Wel Love Actually, The Holiday, The Sound of Music en Disney met popcorn, dekens en mijn katten. Wel kerstdiners, scrabble-middagen, de nachtmis en sprookjes voorlezen met mijn ouders, hechte vrienden en andere familieleden. Geen opsmuk, wel magie.
Voor mijn leerlingen leek dat heel anders te zijn. Aanvankelijk was ik erdoor gefascineerd en vroeg ik hen op maandag: ‘Waar denken jullie aan bij het woord kerst?’
‘De kerstboom!’
‘De kerstman!’
‘Cadeautjes!’
‘Lekker veel eten!’
‘Sneeuw! Schaatsen!’
‘Kerstborrels! Kerstconcerten!’
Het leek wel een klas vol basisschoolkinderen, zo opgewonden waren ze. Het was aandoenlijk, maar het gaf me ook een steek. Niemand had het over gezelschap, gezelligheid, samenzijn, traditie… was ik dan zo’n zeur dat ik dat belangrijk vond? Was ik, die opgegroeid was met The Santa Clause-films en de Winter Efteling, ik die met de meeste leerlingen krap zeven jaar scheelde, dan zo ouderwets? Of was ik gewoon volwassen?
Mijn aandacht werd getrokken door Michael, een jongen die altijd alleen in een rij zat en zich meestal stil hield, maar wel altijd hoge cijfers haalde. Hij had zijn gezicht afgewend en zat te droedelen in zijn schrift. Mijn hart kromp een beetje ineen: ik wist dat hij het moeilijk had thuis. Zijn ouders leefden van een uitkering omdat zijn vader kanker had en zijn moeder alle zorg voor hem op zich had genomen. Een groots kerstfeest zou er niet in zitten voor hem. Geen wonder dat hij het pijnlijk vond om alle reacties op mijn vraag te horen – de kans was groot dat hij thuis niet eens een kerstboom had. Maar misschien kon hij de anderen juist inspireren.
‘Wil jij iets zeggen, Michael? Waar denk jij aan bij het woord kerst?’ vroeg ik.
Hij keek ongemakkelijk over zijn schouder naar de ogen die hem aanstaarden en richtte zich toen op mij. ‘Gewoon… dat je bij elkaar kunt zijn.’ Het was nauwelijks hoorbaar, maar ik glimlachte.
‘Jongens, ik denk dat ik het jullie niet kan aandoen om zo vlak voor de kerstvakantie nog met het naamwoordelijk en werkwoordelijk gezegde te gaan lopen smijten, dus we gaan iets anders doen.’ Gejuich. ‘Ik wil graag dat jullie een opstel schrijven over je favoriete kerstherinnering. Dat mag iets van heel lang geleden zijn of van dit jaar, wat je maar wilt. Iets waardoor je nu zo van kerst houdt.’ Gekreun. Op een paar uitzonderingen na waren ze niet dol op schrijven.
Een halfuurtje lang liet ik ze rustig werken, terwijl ik hier en daar aanwijzingen gaf op het gebied van zinsbouw en tekststructuur. Aan het eind liet ik een aantal leerlingen vertellen wat ze hadden opgeschreven, en de reacties verbaasden me. Het ging van ‘’Toen mijn vader ons in zijn nieuwe auto meenam naar de Winter Efteling’’ tot ‘’Toen ik op een kerstfeestje onder de maretak voor het eerst gekust werd’’ en van ‘’Toen mijn opa kerstman speelde vlak voordat hij stierf’’ tot ‘’Toen ik op het kerstconcert van One Direction een knipoog kreeg van Harry.’’
De rest van de les liet ik ze in tweetalletjes elkaars opstel nakijken op taalfouten terwijl ik liet bezinken wat ik zojuist gehoord had. Oppervlakkig. Sommige herinneringen waren wel bijzonder, maar de bijzonderheid ervan had weinig met kerst te maken. Mijn favoriete kerstherinneringen waren alle kerstdiners die ik samen met mijn vader maakte, alle keren dat we als gezin uit eten gingen en dat ik het ondanks mijn ziekelijkheid tot laat volhield, alle keren dat mijn moeder me het kerststalletje in de kerk liet zien, alle keren dat we na de nachtmis een nachtelijk kerstontbijt hadden gehad, alle keren dat we met kerst bij familie waren geweest die we niet vaak zagen of dat zij bij ons waren geweest.
In de pauze vroeg ik aan de andere docenten hoe zij hun laatste lessen invulden. De docente Engels liet haar leerlingen kerstafleveringen van Friends kijken zonder ondertiteling, de geschiedenisleraar vertelde verhalen over bijzondere kersttradities door de eeuwen heen, de docentes van Frans en Duits leerden de leerlingen kerstliedjes uit die talen. Alleen de docent godsdienst deed iets met de ware betekenis van kerst door te proberen het kerstverhaal te vertellen, ‘maar ze zitten bijna constant op hun telefoon, het interesseert ze gewoon echt niet.’
Ik vroeg het aan de teamleider van de afdeling en die haalde zijn schouders op. ‘Probeer er maar geen hoogte van te krijgen. De tijden veranderen, weet je, en de manier waarop kerst wordt gevierd is nu gewoon heel anders dan tien of twintig of vijftig jaar geleden. Mensen geven niet zoveel meer om onzelfzuchtigheid, dankbaarheid en vriendschap, waarvan wij vinden dat het bij kerst hoort. Ze geven alleen nog om hun eigen genot en geluk, daar komt het wel op neer. ‘ Hij legde een hand op mijn schouder en glimlachte. ‘Vier jij lekker kerst zoals jij dat wilt, en laat die kids dat ook doen. Als ze eenmaal volwassen zijn, gaan ze het wel anders doen – of niet.’
Dat klopte niet, dat was gewoon fout. Maar voor ik me kon omdraaien om weg te gaan, zei hij nog: ‘Wees alsjeblieft voorzichtig met wat je ze vertelt of laat doen. Hun ouders zijn ook zo, en die vinden het alleen maar lastig als ze met nieuwe ideeën thuiskomen. Laat ze gewoon.’
Ik probeerde het. Die dinsdag en woensdag probeerde ik de leerlingen en hun oppervlakkige kerst los te laten – uiteindelijk wilde ik niemand kwetsen en uiteindelijk moest iedereen het inderdaad zelf bepalen. Maar het bleef knagen: terwijl ik korte verhalen over de feestdagen met ze besprak, bleef ik vinden dat het niet klopte. Had mijn opleiding er niet continu op gehamerd dat een van mijn rollen die van pedagoog, en dus van opvoeder was? Hoorde het niet bij de opvoeding om ze te leren wat saamhorigheid was, wat dankbaarheid en warmte en barmhartigheid betekenden? Nou dan…
Ik trok de stoute schoenen aan. Op donderdag nam ik een klein kerstboompje mee naar school zo eentje van Intratuin voor mensen in het ziekenhuis of die gewoon geen zin hadden in een grote boom. Het boompje zette ik op Michaels tafel neer, met een glimlach. Hij keek me fronsend aan en ik legde heel even kort een hand op zijn arm. ‘Iedereen verdient een kerst’, zei ik zachtjes.
Toen de bel was gegaan, gebaarde ik dat de leerlingen hun boeken en schriften in hun tas konden laten zitten. ‘Vandaag doen we het anders’, kondigde ik aan. ‘Het is de laatste les en ik wil jullie iets meegeven.’
‘Gaan we een film kijken?’ vroeg iemand hoopvol, en werd bijgevallen door de rest.
Ik trok een grimas. ‘Nee, dat niet. Ik heb een vraag aan jullie. Hoe zag de eerste kerst eruit die je je herinnert?’
Geroezemoes. Mensen dachten na. Ik vroeg geen namen, maar wachtte rustig af tot iemand zijn hand opstak. Verrassend genoeg was het Michael. ‘Mijn vader was dat jaar ziek geworden, ik was denk ik een jaar of zeven. Hij had ontslag genomen van zijn baan bij de houtbewerkingsfabriek en kwam thuis met een kist vol houten speelgoed voor mij, dingen die hij zelf had gemaakt. We keken alle Disney-films die er toen waren terwijl hij op de bank lag en mijn moeder een trui voor hem breide, want hij zou snel problemen krijgen met zijn temperatuur.’
Stilte. Een andere hand ging omhoog, die van Nicole – een meisje dat niet heel erg opviel, maar ook geen grijze muis was. ‘Ik was vijf en werd gepest op school vanwege mijn hazenlip. Met kerst kwam het meisje dat me altijd pestte naar ons huis met zelfgebakken koekjes en bood haar excuses aan.’
Nu kwamen de tongen los. ‘Ik was negen toen mijn vader me de dag voor kerst meenam naar zijn werk in het ziekenhuis en me knuffels en poppen liet uitdelen aan de kinderen op de kinderafdeling, en boeken en cd’s aan de grote mensen. Ik vond het zo mooi hoe blij ze waren.’
‘Mijn moeder nam me voor het eerst mee naar de kerk toen ik twaalf was en hoe de pastoor kaarsjes aanstak voor alle mensen die het moeilijk hadden met kerst, zal ik nooit vergeten.’
‘Ik was acht en aan het schaatsen met vriendinnen toen we een dakloze man zagen. Mijn vriendin is toen warme chocolademelk en een puddingbroodje voor hem gaan halen in het cafe en daarna hebben we hem leren schaatsen.’
‘We gingen voor het eerst in mijn leven naar New York en hebben daar kerst doorgebracht met mijn oom en tante, die ik nog nooit had ontmoet. Ik kon heel goed met ze praten en lachen.’
Mijn hart zwol van trots op deze leerlingen, die begonnen te stralen naarmate er meer verhalen boven kwamen drijven. ‘Wanneer hebben jullie voor het laatst zo’n soort kerstgevoel gehad?’
Het bleef stil. Ik ging verder: ‘Wat voor gevoel hebben jullie als jet met kerst gaat feesten of eten of drinken of flirten?’
Schouders werden opgehaald. ‘Het is leuk.’
Ik knikte. ‘Maar bewijzen jullie herinneringen niet dat het ook leuk is om op die andere manier kerst te vieren? Door gewoon met mensen samen te zijn en dingen te doen die jullie allemaal leuk vinden, door iemand blij te maken of iemand te laten zien dat diegene je blij maakt? Doen jullie dat nu nog steeds?’
Hoofden werden geschud. ‘Het is zo makkelijk om gewoon aan te nemen dat dat wel zo is’, zei iemand.
‘Neem nooit iets zomaar aan’, zei ik met een blik op Michael. ‘Er is niets mis mee om naar het Jingle Ball te gaan of gekust te worden onder de maretak of eindeloos naar Mariah Carey te luisteren of je buikje rond te eten. Maar er is meer. Er is magie. Wees lief voor elkaar, doe iets voor elkaar. Zonder er een cadeau of wat dan ook voor terug te verwachten. Wees dankbaar voor wat je hebt, wees tevreden.’ En toen kwam de beste metafoor in me op die ik kon gebruiken:
‘Wees je eigen kerstman. Wees je eigen Jezus.’
Ik had verwacht dat het veel moeilijker zou zijn om iets voor elkaar te krijgen, dat ik ze zou moeten vertellen waarom ik kerst zo bijzonder vond om het ze zelf in te laten zien. Maar Erin Gruwell had gelijk toen ze zei dat leerlingen altijd een stem hebben, dat ze alleen maar een kans moeten krijgen om die ook daadwerkelijk te gebruiken. Op het kerstgala de volgende dag zag ik hoe de populaire kinderen de grijze muisjes meetrokken naar de dansvloer en tijdens de kerstvakantie kreeg ik meerdere keren een Whatsapp-bericht van een leerling: ze waren met z’n allen gaan schaatsen, hadden spelletjesmiddagen georganiseerd, bakten koekjes voor de Voedselbank of zongen kerstliedjes voor oude mensen. En Michael, stille Michael die het moeilijk had, stond op alle foto’s, vaak zelfs met zijn ouders samen.
Ik glimlachte. Dit alles was de magie van kerst.
~~~~~~~~~~~~
Overigens is dit gewoon helemaal fictief hoor, het is niet mijn stageschool en het zijn ook niet mijn leerlingen. De ideeën van de ik-persoon over kerst zijn wel echt mijn ideeën, het enige verschil tussen haar en mij is dat ik geen chronische vermoeidheid heb (al scheelt het waarschijnlijk weinig) en dat ik natuurlijk nog geen docente ben. Vrolijk kerstfeest iedereen <3
Ah, echt fijn om te lezen! Begrijp ik het goed dat er meer verhalen komen? Mijn oom leest namelijk elk jaar een kerstverhaal voor. Hij heeft een lichte verstandelijke en lichamelijke handicap. Hij moet erg zijn best doen om het verhaal te kunnen vertellen. En dat doet hij elk jaar weer fantastisch! Het is ooit bedacht om mijn broer en mij uit de keuken te houden als mijn ouders met het eten bezig waren. Dan kropen we allebei aan een kant tegen mijn oom aan en dan heel goed luisteren. Inmiddels is het een rustpuntje tijdens het kerstdiner. Mijn opa’s vallen steevast in slaap en dan beginnen ze te snurken. :p Dat kerstverhaal is elk jaar mijn favoriete moment. (verder houd ik helemaal niet van kerst, ik vind het zo verschrikkelijk vermoeiend). Ik heb mijn oom dit jaar niet over een kerstverhaal gehoord, misschien heeft hij niks gevonden of denkt hij er gewoon niet aan. Dan kan ik hem misschien jouw verhaal laten lezen. Ik denk alleen niet dat hij dat wil, want hij oefent altijd van tevoren.