Vandaag – en later deze week ook nog – een wat minder positief en wat meer openhartig blogje: er zijn namelijk best wel eens dingen waar ik in mijn hoofd mee bezig ben, die me frustreren, waar ik veel over nadenk en die een relatief grote impact hebben op mijn dagelijks leven. Die dingen verwerk ik niet altijd in mijn blogs omdat ik het vaak te persoonlijk vind of liever over vrolijke en positieve dingen praat, maar een blog zou geen blog zijn als ik er niet ook de negatieve dingen kwijt zou kunnen, want af en toe is dat gewoon fijn. Nu is het zo dat ik altijd best zelfverzekerd ben geweest: ik sta stevig in mijn schoenen, weet wie ik ben en wat ik wil en laat me niet zo gemakkelijk beïnvloeden door wat andere mensen vinden van wat ik doe en hoe ik ben – ja, ik luister ernaar en vraag graag om feedback en meningen, maar uiteindelijk blijf ik toch trouw aan mezelf. Er is echter wel een ander soort onzekerheid waar ik vaak last van heb en die ik heel vervelend vind: onzekerheid over de fratsen van mijn lichaam en mijn gezondheid.
Mensen die ook kampen met een chronische ziekte, zullen misschien wel begrijpen wat ik bedoel: je kunt niet op je lichaam vertrouwen. Ik leef daar al bijna twintig jaar mee en ben eraan gewend, pas me erop aan en kan het over het algemeen prima accepteren als we weer eens kuren hebben, maar toch is het niet leuk. Nooit leuk. Ik heb het geluk dat het nu al een hele tijd relatief gesproken heel goed gaat: ik ben al bijna zeven jaar niet meer opgenomen geweest in het ziekenhuis, heb geen lange perioden van ziek-zijn meer gehad en ook het kwakkelen is veel minder dan vroeger. Daar ben ik ook heel dankbaar voor, want dat het goed gaat betekent dat ik de dingen kan doen die ik wil, dat ik kan genieten en niet constant rekening hoef te houden met of ik het wel aankan. Maar sinds ik begonnen ben met mijn HBO-studie, merk ik toch dat er dingen anders zijn. In de eerste plaats dat mijn energievoorraad op een heel lange vakantie is: ik ben doodmoe als ik opsta en ik ga doodmoe slapen, overdag heb ik gewoon bijna geen energie. Het grappige is dat ik dat niet eens meer merk: doordat ik het onwijs naar mijn zin heb zorg ik er gewoon voor dat ik het aankan, maar als ik dan thuis kom ben ik gewoon… kapot. Het komt dus geregeld voor dat ik het op zaterdag niet kan opbrengen om te gaan paardrijden terwijl ik daar wel enorm van geniet, en er komt ook nog bij dat mijn lichaam flink reageert op die vermoeidheid: as we speak heb ik bijvoorbeeld al enkele dagen behoorlijke buikpijn zonder aanwijsbare reden en lijkt het alsof ik reuma of jicht in mijn handen heb doordat mijn vingers af en toe heel dik, rood en pijnlijk zijn.
Dus… tja. Ik ben niet vaak onzeker, eigenlijk nooit, maar mijn lichaam is dan ook het enige dat me echt onzeker kán krijgen. Elke keer als er zoiets gebeurt als het bovenstaande, vraag ik me weer af: wat is dit, waar komt dit door, wanneer ben ik er weer vanaf, hoe kom ik er zo snel mogelijk vanaf? Het is vooral zo frustrerend dat ik niet meer weet wat ik moet verwachten: wanneer duikt er weer zo’n gek spook van mijn lijf de kop op, en wanneer verdwijnt-ie weer? En als het dan terugkomt, betekent dat dan dat er iets aan de hand is, zoals nu met mijn vingers/handen? Misschien allemaal wat paranoïde, maar als je vrij zeker van je zaak bent wat alles van je persoonlijkheid en je leven betreft behalve het functioneren van je lijf, is het heel naar. Dus dan doen we maar gewoon wat ik altijd doe: focussen op de positieve en goede dingen, zoals: vandaag voel ik me top!
ja Vivian het valt vaak niet mee voor jou he, maar je bent een doorzetter, en dat helpt weer, om verder te gaan, soms.Liefs Oma
Ik kan me voorstellen dat je daar onzeker van wordt. Ik herken het ook wel in zekere mate. Wanneer ik erg moe ben krijg ik soms hele vreemde lichamelijke klachten. Gelukkig is dat dan tijdelijk, maar ik weet dan niet goed wat ik er mee moet.