Voor mijn studie Nederlands (lerarenopleiding) moet ik regelmatig boeken lezen: vorig jaar bijvoorbeeld hadden we een heel vak over young adult-literatuur en moesten we tien zelfgekozen young adults lezen: heerlijk vond ik dat, ik zal daar nog wel eens iets over schrijven. Ook hebben we nu drie canonvakken gehad waarin het gaat over de canon van de Nederlandse literatuur, oftewel de belangrijkste werken. Bij canon 1 lazen we bijvoorbeeld Walewein en Elckerlijc, bij canon 2 moesten we Max Havelaar, Camera Obscura, Fabriekskinderen en Eline Vere lezen, alles in het kader van literaire en maatschappelijke stromingen en ontwikkelingen. Afgelopen periode was er weer zo’n vak: over de literatuur uit de periode 1880-1985 en dan vooral tussen het interbellum en de naoorlogse jaren. Vandaag zet ik op een rijtje wat ik voor dat vak heb moeten lezen!
Bint – Ferdinand Borderwijk
Een heel zakelijke, maar ook een beetje absurdistische roman over het wel en wee van een jonge leraar en de val van het tuchtbeleid zo rond de jaren dertig. Ik vond het op zich wel een interessant boek omdat de thematiek en de visie op onderwijs en jongeren op een bepaalde manier terugkomt in de hedendaagse manier van denken en doen, maar… verder was het niet echt een geweldig boek. Een beetje té streng en op veel punten een beetje té raar. Iets met magisch realisme en nieuwe zakelijkheid en zo: soberheid met dromen en waanbeelden erdoorheen.
Dood en weggeraakt & Buren – Willem Frederik Hermans
Twee korte autobiografische verhalen van W.F. Hermans, de één over de vader van de auteur en een over zijn overpeinzingen rond zijn buren. Ik weet niet meer zo goed wat ik hier precies van vond: het waren vooral nogal zeurverhalen, een soort klaagzang van een ongelukkige oude zuurpruim. Wel goed geschreven overigens, maar het ging niet echt ergens over. Alleen maar gedachten en vertwijfeling.
De avonden – Gerard Reve
Ergens ben ik eigenlijk best wel trots op mezelf omdat ik erin geslaagd ben dit boek uit te lezen. Het was niet per se vervelend om te lezen en de eerste paar hoofdstukken vond ik zelfs wel leuk. Maar ik kreeg algauw door dat het gewoon he-le-maal nergens over gaat… het duurt maar en het duurt maar, het is één aaneenschakeling van verbitterdheid en wanhoop en negativiteit. Elke dag gaat die kerel bij mensen op bezoek die hij vervolgens bekritiseert, elke dag is hij geobsedeerd door het al dan niet doelloos verstrijken van de tijd en elke nacht heeft hij bizarre dromen. Oké, ik vind het knap dat je een verhaal zo kunt opbouwen en het uiteindelijk kunt afronden – want er zat op zich wel een mooi einde in – maar jongens, wat was dit een saai boek. Laten we zeggen dat ik begrijp waarom mensen dit boek mooi vinden en het elk jaar opnieuw weer lezen in de laatste tien dagen van het jaar, maar voor mij was het eens maar nooit weer.
De achtste plaag – Jan Wolkers
Oké. Dit was een heel, heel bizar verhaal. Het ging… ja, waar ging het eigenlijk over? Geen idee. Een jongen die zich hele bizarre ideeën in het hoofd haalt, hele bizarre dingen doet met een kip, een soort zwakbegaafde jongen in elkaar slaat… goed, het had iets te maken met de naoorlogse generatiekloof en de jongerencultuur, maar het was vooral heel… vreemd. In de groepsapp van school was het één en al oh my god toen we het moesten lezen en echt… hou je niet van Wolkers en hoef je dit verhaal niet per se te lezen, blijf er dan heel ver bij uit de buurt. Geloof me maar.
De aanslag – Harry Mulisch
Yes, een mooi boek! Eigenlijk speel ik vals, want ik heb deze destijds ook al op de havo gelezen dus ik kende het al en wist al dat ik het mooi zou vinden. Het gaat voornamelijk over de nasleep van de Tweede Wereldoorlog en de impact die dat op een persoon kan hebben, maar dan op een heel psychologisch interessante en levendige manier beschreven. Ik vond dit echt een heel goed boek.
Wat ik van het vak en de literatuur van deze periode vond? Mwah. Het is vooral allemaal heel klagerig en deprimerend en zwartgallig en somber en pessimistisch, maar dat klopt ook wel met de periode: men zag door de oorlogen het leven niet meer zitten en de literatuur was vervuld van twijfel, kritiek en negativistische reflectie. De literatuur geeft daar een scherp beeld van. Ik vind het zeker interessant dat ik deze stromingen heb leren kennen en vind het ook boeiend hoe het in de boeken terugkomt, maar het is me allemaal een beetje te zwaarmoedig om het echt leuk te vinden. Geef mij maar de romantiek en de biedermeier van de negentiende eeuw.
Heb jij een van deze boeken gelezen?
Leuk zo’n lijstje! Ik heb zelf geen van deze boeken gelezen, hoewel Bint wel vaak op de nominatie heeft gestaan voor de ‘leeslijst’ Waarom die het nooit heeft gehaald en welke boeken ik daarvoor in de plaats heb gelezen, dat weet ik helaas niet meer. Wel moest ik meteen denken aan ‘Van den vos Reynaerde’, die ik ooit tijdens Nederlands (klassikaal) heb ‘moeten’ lezen. Hoewel ik het maar een raar verhaal vond, hebben dat soort ‘oude’ verhalen zeker zo hun charmes. Het heeft mijn lol in het lezen zeker wel vergroot 🙂