Ik vind het superfijn om te schrijven over schrijven, om de inzichten en ‘’wijsheden’’ die ik me mettertijd eigen he gemaakt met jullie te delen: ik hou ervan om tips te geven en te laten zien wat voor mij wel en niet werkt en ik vind het leuk om andere (aspirant-)schrijvers daarmee op weg te helpen. Maar de laatste tijd ontdek ik steeds meer dat al die tips en adviezen die ik bij anderen zie en die ik zelf geef, er misschien helemaal niet zo toe doen. Ik ben erachter gekomen dat voor schrijven eigenlijk hetzelfde geldt als voor bloggen, voor happymaking, voor studeren, voor eigenlijk alles wat geen exacte wetenschap is: dat er geen regels zijn.
Tips, adviezen en regels
De laatste tijd merk ik steeds meer dat er vaak regeltjes en keurslijven worden verbonden aan dingen die je uiteindelijk toch zelf moet uitzoeken. Op internet kom je van alles tegen in de trant van Deze studietechnieken werken níet, Met deze blogtips wordt jouw blog een supersucces en 10 gouden geboden voor een gelukkig leven Enerzijds vind ik het altijd leuk om die artikelen te lezen, omdat ik altijd benieuwd ben of er nog dingen tussen zitten die ik kan gebruiken of waar ik door geïnspireerd kan raken. Maar anderzijds krijg ik er ook een soort jeukgevoel van: laat mij lekker zelf bepalen hoe ik het aanpak!
Misschien werkt het voor mij wel!
Er zijn al zoveel regels waar we ons tegenwoordig druk over moeten maken – op het gebied van werk en financiën bijvoorbeeld. Dan is het toch des te fijner als je je hobby’s kunt beoefenen op de manier die voor jóu werkt? Daarnaast word ik er ook vaak onzeker van. Als er wordt geschreven over een manier die absolúút niet werkt, en het werkt voor mij juist wél… dan ben ik toch geneigd te gaan denken dat ík iets verkeerd doe. Terwijl iedereen gewoon anders in elkaar zit, iedereen doet dingen op een andere manier, en dan kunnen bepaalde dingen juist wél goed werken!
Dé schrijftip: doe het op je eigen manier
Zo is het met schrijven ook. Er zijn tal van boeken, podcasts en artikelen te vinden over hoe je zou moeten schrijven. Elke auteur, groot of klein, heeft zich er wel eens over uitgelaten. En superfijn hoor, al die tips. Maar… in grote lijnen zijn ze vaak hetzelfde. Dat je veel moet lezen. Veel moet schrijven, oefenen met schrijven. Dat je je personages zus moet uitwerken en je verhaal zo moet aankleden. Dat je dit en dat vooral niet moet doen. En zo is het ook met de algemene schrijfwijsheden: over bestsellerformules, over leeftijd en schrijven, over uitgeefprocessen en noem het maar op. Ik word er kregelig van. Het werkt niet altijd zo! wil ik dan schreeuwen. Oké, niet altijd. Soms kan ik me wel vinden in de adviezen. Maar soms ook niet.
Elke schrijver is anders
Waar het namelijk om gaat, is dat elke schrijver weer anders is. En dat is maar goed ook, want anders zouden we héél veel van dezelfde boeken hebben en dan zou het lezen en dus ook het schrijven niets meer aan zijn. Elke auteur heeft zijn eigen handigheidjes, ritueeltjes, trucjes, ideetjes en maniertjes. De één draait altijd muziek, de ander heeft absolute stilte nodig. De één praat met zijn personages, de ander ziet ze echt als fictieve figuren. De één heeft duizend notitieboekjes rondslingeren waarin álle details uitgewerkt staan, de ander houdt alleen de rode draad in zijn hoofd bij. Iedereen pakt het anders aan. Wat voor de één werkt of geldt, werkt of geldt voor de ander juist helemaal niet. En zo hoort het ook. Dat houdt het schrijversvak uniek, fris, bijzonder, divers. Al die fantastische boeken komen van fantastische persoonlijkheden.
Vind je eigen stem
Daarom vind ik het ook zo belangrijk om je uiteindelijk niet álles aan te trekken van schrijftips. Ze kunnen heel waardevol zijn als je op zoek bent naar handvatten of inspiratie, maar de grootste valkuil van een schrijver is uiteindelijk dat je gaat schrijven zoals je niet wilt schrijven. Ik snap het wel, het is enorm eng om je eigen schrijfmagie te vinden. Het duurt lang, het kost bloed, zweet en tranen – maar dat mag. Je hoeft niet à la minute een bestseller uit je mouw te kunnen schudden, en daarna nog een en dan nog een en nog een. Je moet de tijd nemen om je eigen stem als schrijver te vinden, je eigen kracht en je eigen pakket van wat wel en niet werkt. En daarvoor moet je een hoop experimenteren en uitproberen, uit je comfortzone treden en je erin terugtrekken.
Je eigen schrijftips
Je moet van alles en nog wat doen om uit te zoeken wat goed voelt voor jou, en die ruimte moet je jezelf gunnen. Daarna zul je namelijk geen enkele schrijftip meer echt nodig hebben, behalve die van jezelf. Makkelijk zal het nooit worden, helaas – maar dat helpt je ook weer om je te blijven ontwikkelen en jezelf de ruimte te blijven geven. Ik kan het weten: ik heb inmiddels gemerkt dat mezelf dwingen om op een bepaalde manier te schrijven, absoluut niet werkt. Het enige wat werkt, is erin duiken, je laten meevoeren door de flow, af en toe van koers veranderen en dan maar gewoon zien waar het schip strandt. Zolang je je gevoel volgt, heb je altijd de belangrijkste schrijftip bij de hand. Jij bent de schrijver. Het is jouw feestje. Helemaal van jou – onthoud dat goed.
Volg jij graag schrijftips op of juist niet?
Qua schrijven bedenk ‘k eerst m’n onderwerp & zo begin ‘k te schrijven. Meestal wel met tussenpauzes om te herlezen & daarna weer verder te schrijven. Zo werkt ’t meestal ’t best voor mij.
Evelyne onlangs geplaatst…Liefde voor brievenpost
Herlezen doe ik ook veel inderdaad, ook al zegt men vaak dat je dat pas op het einde moet doen!
Het zit ook al een beetje in wat jij dé schrijftip (doe het op je eigen manier), maar ik denk dat het belangrijkste is om het te DOEN! Je kan wel heel lang plannen of het heel theoretisch benaderen, maar je merkt pas wat werkt als je het ook echt doet. En door veel te schrijven, zul je er ook steeds beter in worden!
Dat is ook een hele goeie inderdaad! Ik merk ook vaak dat ik het superlastig vind om te beginnen, maar als je dan eenmaal bezig bent is het super!