Vorige week schreef ik al iets over de praktische frustraties van in een rolstoel zitten en het voelde best goed om het ook eens over de negatieve dingen te hebben: ik ben wel altijd graag positief, maar ik vind het ook belangrijk dat er aandacht is voor dingen die verbeterd zouden kunnen worden. En omdat ik natuurlijk nog wel meer beperkingen heb dan alleen maar niet kunnen lopen, besloot ik ook een vervolgartikel te schrijven: dingen die onpraktisch, frustrerend en lastig zijn aan mijn andere beperkingen. Welke vervelendheidjes ervaar ik zoal als gevolg van mijn slechthorendheid, slechtziendheid en groeiprobleem?
1. Niet alleen over straat kunnen
Ik had het er in de post over rolstoelfrustraties al over dat ik van anderen afhankelijk ben voor mijn vervoer omdat ik mezelf niet kan redden als er iets gebeurt. Maar ook vanwege mijn gehoor en zicht kan ik niet alleen over straat: ik kan bijvoorbeeld niet oversteken omdat ik niet kan inschatten of een auto gaat doorrijden of juist gaat afremmen en soms zie ik te weinig diepte om bepaald verkeer, bijvoorbeeld een fietser, te zien aankomen. Autorijden zou dus ook nooit een optie voor mij zijn, en dat is soms best frustrerend.
2. Kindermaten en kleurplaten
Dit is gelukkig nu al veel beter dan het vroeger was, maar het gebeurt nog wel: door mijn lengte noodgedwongen mijn kleren en schoenen in kindermaten moeten kopen. En dan ben je dus veroordeeld tot shirts met Hannah Montana erop en schoenen met Dora, want leeftijden in kledingmaten komen niet overeen met leeftijden in schoenmaten. Oh, en dan hebben we het nog niet over de bediening in een restaurant die aak steevast met een kleurplaat en kleurpotloodjes (of nog erger, met het kindermenu) komen aanzetten. Gebeurt gelukkig niet vaak meer, maar toch…
3. Te ver weg
Het is een soort standaarduitspraak van mij geworden: ”Ik kan dat niet zien, want het is te ver weg.” Het probleem met mijn zicht komt erop neer dat hoe verder weg iets is, hoe slechter ik het zie; het heeft te maken met scherpstellen, dat gebeurt dus vanaf een bepaalde afstand niet meer bij mij. Televisie kijken gaat dus alleen als ik er vlak voor zit, een boek lezen kan alleen als ik het vlak voor mijn gezicht houd – en dat is vermoeiend en vertragend, vandaar dat ik liever ebooks lees omdat ik dan het lettertype kan vergroten – en dingen als straatnaambordjes of kamernummers kan ik niet lezen. Als ik op school ergens heen moet en ik weet niet waar het is, maak ik foto’s met mijn telefoon van de bordjes zodat ik kan zoomen. Daarom zorg ik bij colleges ook altijd dat ik vooraan kan zitten en ben ik altijd erg blij als de PowerPoint achteraf online wordt geplaatst. Of ik zit met mijn iPad foto’s te maken, haha.
4. Er niet bij kunnen
Tja, klein betekent ook dat sommige dingen gewoon echt out of reach zijn. In mijn eigen boekenkasten en kledingkast kan ik gewoon niet bij de bovenste planken komen bijvoorbeeld, zelfs niet als ik mijn trippelstoel helemaal omhoog zet. Bij het winkelen heb ik ook hulp nodig om items te pakken omdat het te hoog ligt en in mijn badkamer zijn de douche, de wastafel en het toilet zo ingericht dat het op mijn hoogte zit. Maar dat is natuurlijk niet overal zo.
5. Beperkt in de communicatie
Misschien wel het lastigste probleem: door mijn slechthorendheid ben ik sociaal veel minder vaardig. Er is altijd een angst dat ik degene met wie ik wil praten niet zal verstaan en ook voor een slechthorende is er gewoon een grens aan het om herhaling vragen. Ik word daar wel steeds beter in, maar ik merk dat het gewoon lastig is als we bijvoorbeeld met een groep bij elkaar zijn. Niet per se op school, maar ook met familie: als er vier gesprekken tegelijk worden gevoerd, gaat alles gewoon compleet langs me heen en dan is het zelfs moeilijk om een één-op-één-gesprek te voeren vanwege het achtergrondgeruis. Soms heb ik het ook gewoon niet door als iemand tegen me praat of denk ik dingen te horen die helemaal niet gezegd worden. Ik ben bijvoorbeeld ook vaak geneigd om niet naar een bepaald iets te gaan, een lezing bijvoorbeeld, omdat ik dan denk ”dat is toch niet te doen met mijn gehoor.”
Ik merk dat ik dit lijstje eigenlijk veel lastiger vond om te maken, gek is dat. Misschien omdat ik helemaal niet zo bezig ben met het slechtziend en slechthorend zijn… zeker, het is er en bovenstaande dingen vind ik ook echt vervelend, maar ik ben er waarschijnlijk al zo aan gewend dat het gewoon niet echt meer vervelend voelt. Komt misschien ook doordat ik het compenseer met andere dingen… digitaal lezen vind ik bijvoorbeeld om nog meer redenen handig dan dat het alleen voor mijn ogen fijn is. Alleen over straat kan ik toch al niet omdat ik mezelf niet kan helpen als er iets gebeurt, en wat het sociale betreft ben ik sowieso veel liever in mijn eentje. Grappig is dat.
Het is zo bizar hoe je sommige dingen als normaal beschouwt, terwijl het voor anderen een hele uitdaging is. Ik kan me wel voorstellen dat je op een gegeven moment niet beter kent en dat het daardoor normaal is. Maar hierdoor ben ik dankbaar dat ik sommige dingen gewoon kan doen. Respect meid!
De problemen die jij onder het puntje communicatie schrijft herken ik erg goed. Vanwege mijn slechthorendheid loop ik een beetje tegen dezelfde dingen aan als jij. Ik houd bijvoorbeeld erg van cabaret maar wat tot een paar jaar terug nooit in het theater geweest ‘omdat ik het toch niet zou verstaan’. Uiteindelijk ben ik een keer naar Najib Amhali geweest; inderdaad, ik verstond niet alles, maar ik heb me kostelijk vermaakt met hetgeen ik wel heb verstaan (en voor de dingen die ik niet heb verstaan, heb ik de DVD later gekocht 😉 ).
Goed van je dat je dit zo in deze blog onder woorden hebt kunnen brengen!